Universiteit van Tilburg

Persbericht 28 oktober 2010

Engels in reclames: liever niet bij leesbrillen

Engels in reclames werkt alleen positief bij mensen onder de 30 en als de boodschap goed te begrijpen is. Dat blijkt uit een afstudeeronderzoek van communicatiestudent Floortje Westerburgen aan de Universiteit van Tilburg. Haar weerspreekt de trend om steeds meer Engels in reclames te gebruiken omdat die taal het product opvallender, krachtiger of moderner zou maken.

Uit het onderzoek van Westerburgen blijkt dat vooral mensen boven de 30 negatiever op een product reageren als ze de Engelse slagzin niet snel begrijpen. Het onderzoek spreekt dus tegen dat Engels 'altijd' werkt omdat het lekker bekt en slim oogt, ook al is het lastig te volgen.

Dat laatste is steeds meer het idee in de reclamewereld, waar Engels te pas en te onpas wordt gehanteerd, vooral bij luxeproducten als auto's of reizen. Westerburgen vond overigens geen enkel verschil tussen luxeproducten of dagelijks noodzakelijke producten als tarwebloem of beschuit.

In het onderzoek zijn voor vier producten advertenties opgesteld. De advertenties hadden of een Nederlandse, of een Engelse slagzin, gecombineerd met Nederlandse begeleidende tekst die of eenvoudig te begrijpen was, of een woordspeling bevatte. Opvallend is dat voor de waardering van een product met een Engelse slagzin een stuk positiever is als er een begeleidende Nederlandse begeleidende tekst bij staat die een woordspeling bevat. Zeker creatieve woordspelingen, waarbij de lezer na moet denken, nemen het negatieve effect van het Engels weg.

Westerburgen komt naar aanleiding van het onderzoek tot een aantal aanbevelingen variërend van het aanpassen van Engels in advertenties aan leeftijd (niet bij leesbrillen), gebruik maken van een begeleidende Nederlandse tekst met woordspeling en aanpassen van de moeilijkheidsgraad.