Vrije Universiteit Amsterdam
De amfibische cultuur. Een visie op watersnoodrampen
* Startdatum: 29-10-2010
* Tijd: 15.45
* Locatie: Aula
* Titel: De amfibische cultuur. Een visie op watersnoodrampen
* Spreker: prof.dr. P.J.E.M. van Dam
* Onderdeel: Faculteit der Letteren
* Wetenschapsgebied: Letteren
* Evenementtype: Oratie
Het is opvallend hoe weinig dodelijke slachtoffers er doorgaans bij
overstromingen in Nederland vielen. Sinds de eerste berichten over
watersnoodrampen in de zesde eeuw na Christus, zijn er enkele honderden
overstromingen geweest ten gevolge van doorbraken van rivier- en
zeedijken. Toch heeft maar een enkele grote ramp veel slachtoffers
geëist, met als bekendste voorbeeld de watersnood van 1953 (bijna 2000
doden). Dit zegt Petra J.E.M. van Dam, bijzonder hoogleraar
waterstaatsgeschiedenis in haar oratie `De amfibische cultuur: een
visie op watersnoodrampen'.
Van Dam veronderstelt dat de kwetsbaarheid van Laag-Nederland niet zo
groot was. De bevolking had effectieve aanpassingen ontwikkeld tegen
overstromingen. In het internationale milieuhistorisch onderzoek naar
natuurrampen worden dit wel `coping mechanisms' genoemd. Belangrijk was
dat de mensen doorgaans woonden op verhoogde delen van het landschap
die bij een dijkdoorbraak niet onderliepen. Een tweede belangrijk punt
was dat het land gecompartimenteerd was door de talloze dijken die in
de loop der tijden waren ontstaan. Het gevolg was dat bij
overstromingen de ene na de ander polder geleidelijk volliep en dus
hadden bewoners vaak tijd genoeg om zich terug te trekken. Meestal
konden ze zelfs een groot deel van hun vee tijdig op het droge brengen.
Een laatste punt is dat het transport in hoofdzaak over water ging.
Iedere boer had wel een scheepje. Ook als gebieden eenmaal ondergelopen
waren, had men de middelen om have en goed alsnog in veiligheid te
brengen of de achtergeblevenen van voedsel te voorzien.
Zowel in droge als in natte tijden kon men zich vrij gemakkelijk heen
en weer bewegen tussen de hoge, droge en de natte, lage delen van het
landschap. Vergeleken met andere culturen werden de grote lage delen
van de Nederlanden gekarakteriseerd door een welhaast amfibische
cultuur. Van Dam vraagt zich af: Hoe amfibisch zijn wij nog? Hoe zal
het ons in de toekomst vergaan bij een flinke overstroming?
© Copyright Vrije Universiteit Amsterdam