Rijksoverheid
1
Datum 3 november 2010
Vragen van het lid Ferrier (CDA) over het weigeren van vmbo#t#
gediplomeerden bij het havo
Hierbij zend ik u de antwoorden op de schriftelijke vragen van het lid Ferrier
(CDA) over het weigeren van vmbo#t#gediplomeerden bij het havo (ingezonden
20 oktober 2010).
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Marja van Bijsterveldt#Vliegenthart
Vragen van het lid Ferrier (CDA) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap over het weigeren van vmbo#t#gediplomeerden bij het havo
(Ingezonden 20 oktober 2010)
1
Deelt u de mening dat er geen enkele twijfel zou mogen bestaan over de kennis
en capaciteiten van iemand die vmbot gehaald heeft? Volgens de wet bereidt het
vmbot immers onder andere voor op een havoopleiding? Hoe verklaart u dat
daarover kennelijk wel onduidelijkheid bestaat?
Ik ben het met u eens dat er geen twijfel zou mogen bestaan over de kennis en
capaciteiten van een jongere die een vmbo#diploma theoretische leerweg heeft
gehaald.
In mijn ogen is er overigens ook geen sprake van twijfel over de theoretische
leerweg of het vmbo#diploma theoretische leerweg, maar over de toelatingseisen
die scholen voor voortgezet onderwijs stellen aan de instroom in de hogere
leerjaren. Vo#scholen hebben de ruimte om zelf toelatingseisen te stellen aan
leerlingen die instromen in hogere leerjaren dan het eerste jaar, maar zijn niet
verplicht om die eisen bekend te maken. Ik vind het een kwalijke zaak dat
leerlingen en ouders lang niet altijd weten wat het toelatingsbeleid van de school
is. Ik heb dit al eerder aangegeven. 1 Leerlingen en ouders zouden te allen tijde
moeten weten welke toelatingseisen gelden, zodat ze weten waar ze zich op
moeten richten als een leerling bijvoorbeeld na het vmbo door zou willen stromen
naar de havo. De toelatingseisen kunnen bijvoorbeeld ook een rol spelen bij de
schoolkeuze.
2
Deelt u de mening dat ook ouders in een dergelijk besluit zeggenschap zouden
moeten hebben? Zo ja, op welke manier kan dat bevorderd worden?
In 2008 heeft Regioplan op mijn verzoek onderzoek gedaan naar de
belemmeringen in het stapelen en doorstromen in het voortgezet onderwijs. Een
van de belangrijkste conclusies van het onderzoek was dat vooral
programmatische en organisatorische - en niet juridische - factoren bepalen of
een leerling op een bepaalde school voor voortgezet onderwijs kan opstromen of
niet. 2
Alle in het rapport geconstateerde wettelijke belemmeringen worden
weggenomen, maar stapelen en doorstromen is en blijft in de eerste plaats een
zaak van de vo#school, de betrokken leerling en diens ouders. Als leerlingen en
ouders zich niet kunnen vinden in de toelatingseisen van de vo#school, dan
kunnen ze een klacht indienen bij de klachtencommissie van de school of zitting
1 Tweede Kamer, Vergaderjaar 2009#2010, 30 079, nummer 22 en 24.
2 Tweede Kamer, Vergaderjaar 2009#2010, 30 079, nummer 15.
Pagina 3 van 3
Datum
Onze referentie
246326
nemen in de medezeggenschapsraad om het toelatingsbeleid in den brede ter
discussie te stellen.
Toelichting:
Deze antwoorden dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid
Van der Ham (D66), ingezonden 15 oktober 2010 (vraagnummer 2010Z14886)
en de leden Çelik en Marcouch (beiden PvdA) ingezonden 19 oktober 2010
(vraagnummer 2010Z14979).