Rijksoverheid
Ons kenmerk
DLZ,U,3028013
Datum 3 november 2010
Kamervragen over
het bericht dat een klagende dochter enkel onder begeleiding op bezoek mag bij
haar moeder in het verpleeghuis
Geachte voorzitter,
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Leijten (SP) over
het bericht dat een klagende dochter enkel onder begeleiding op bezoek mag bij
haar moeder in het verpleeghuis (2010Z14354).
Hoogachtend,
de Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
mw. drs. M.L.L.E. Veldhuijzen van Zanten,Hyllner
Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Leijten over het bericht dat een
klagende dochter enkel onder begeleiding op bezoek mag bij haar moeder in het
verpleeghuis.
(2010Z14354)
1
Hoe reageert u op het bericht dat een dochter, die openlijk klaagde over eten dat
over de datum was, enkel nog onder begeleiding op bezoek mag bij haar moeder
in het verpleeghuis? 1)
1
Ik heb het bericht gelezen. Daarnaast heb ik informatie ingewonnen bij de
zorginstelling en de Inspectie voor de Gezondheidszorg en ben van mening dat er
meer speelt, waarbij ik er vertrouwen in heb dat de zorginstelling dit in goed
overleg met diverse partijen oppakt.
2
Bent u van mening dat het weigeren of zelfs verwijderen van verwanten uit een
zorginstelling slechts een uiterste maatregel kan zijn wanneer het personeel of de
overige bewoners gevaar lopen? Zo nee, waarom niet?
2
Ja, die mening deel ik. Maar op het moment dat personeel of bewoners zich niet
meer veilig voelen onder ander door de aanwezigheid van bezoekers, dan vind ik
dat een zorginstelling de verantwoordelijkheid moet nemen en moet kiezen voor
de veiligheid van personeel en bewoners. Ik acht de zorginstelling prima in staat
om hierin zelf te oordelen en te beslissen en verwacht dat een dergelijke
beslissing niet zomaar genomen wordt.
3
Bent u van mening dat het escaleren van een conflict met verwanten dient te
worden voorkomen door de klachten serieus te nemen en in gesprek te gaan over
verbetering? Zo nee, waarom niet? Zo ja, was hiervan, naar uw oordeel, sprake in
deze casus?
3
Ja, ik denk dat het voorkomen van een escalatie altijd beter is. De zorginstelling
heeft in deze casus al menige malen gesprekken gehad met de dochter van de
bewoner om tot een respectvolle wederzijdse relatie te komen. Hiervoor heeft de
zorginstelling een beroep gedaan op externe deskundige hulp, zoals politie, een
klinisch psycholoog en deskundige begeleiding voor de dochter bij de bezoeken.
4
Bent u bereid na te (laten) gaan welke voorvallen hebben geleid tot deze
maatregel en of de maatregel proportioneel is? Zo neen, waarom niet? Zo ja, kunt
u de Kamer hierover informeren?
4
Ik heb overleg gehad met de zorginstelling. Zij hebben deze maatregel genomen
omdat er dreigend en ongeremd gedrag door de dochter werd vertoond naar het
personeel toe. De zorginstelling heeft zich hierin laten adviseren door externe
deskundige hulpverleners, waarbij er mijns inziens sprake is van een proportionele
maatregel.
5
Heeft het verpleeghuis een voorwaardenregeling met daarin regels aangaande
bezoekregelingen? 2) Zo ja, hoe luidt deze? Zo neen, welke rechtsbasis heeft het
verpleeghuis om de dochter te weren?
5
Ja, de zorginstelling heeft huisregels, waar personeel, bewoners maar ook familie
zich aan dient te houden. Voor de dochter zijn nu specifieke bezoekregels
opgesteld.
6
Is de in het verpleeghuis wonende moeder en haar familie geïnformeerd over de
bezoekregeling? Zo neen, bent u van mening dat de regels omtrent bezoek te
allen tijde bekend moet zijn?
6
Ja, de familie is op de hoogte gesteld van de bezoekregels, die specifiek voor hun
zijn opgesteld.
7
Erkent u dat de indruk wordt gewekt dat klagen leidt tot repercussies? Hoe
oordeelt u over deze indruk?
7
Nee, ik heb deze indruk niet. In dit geval is er al langer sprake van een onrustige
relatie tussen de dochter en de zorginstelling. Dit is een incident en zegt niets
over de andere zorginstellingen.
8
Bent u van oordeel dat de huisregels van een zorginstelling met verblijf geen
afbreuk mogen doen aan het recht van bewoners op eerbiediging van het
privéleven, familie, en gezinsleven? Zo nee, welke inperkingen van het genoemde
recht acht u toelaatbaar? 3)
8
Ja, daar ben ik het mee eens. Daarnaast acht ik het van belang dat ook familie en
bezoekers de huisregels van de zorginstelling respecteren, zodat deze niet wordt
gehinderd in het verlenen van goede zorg aan de bewoners.
9
Hoe oordeelt u over het feit dat de dochter zelfs met politie,inzet is verwijderd? Is
aangifte gedaan tegen de dochter? Zo ja, hoe luidt de aangifte? Zo neen, op welke
grond is zij met politie inzet verwijderd?
9
Ja er is aangifte gedaan tegen de dochter, op grond van overtreding van de
bezoekregeling. De aangifte is gedaan, omdat de dochter zich niet aan de
specifieke bezoekregeling heeft gehouden. Helaas was politie,ingrijpen toen
noodzakelijk.
10
Bent u bereid nu wel een onderzoek te starten naar het voorkomen van een
bezoekregeling, bezoekverboden en/of andere maatregelen richting familieleden
en/of vrienden van mensen die in een verpleeghuis wonen? Zo neen, waarom nog
steeds niet? Zo ja, wanneer verwacht u resultaten te hebben?
10
Nee, ik ben niet bereid een onderzoek te starten, aangezien ik vooralsnog geen
signalen heb ontvangen dat het creëren van een bezoekregeling voor familie een
veelvoorkomend probleem is.
11
Bent u bereid met de koepel voor zorgaanbieders, ActiZ, in overleg te treden hoe
om te gaan met toegang van familieleden bij mensen die in een zorginstelling
wonen? Zo neen, waarom niet? Zo ja, kunt u de Kamer over de uitkomsten
informeren?
11
Nee, ook hiertoe ben ik niet bereid. Veel zorginstellingen maken gebruik van een
gedragscode waarin wordt beschreven hoe de bewoner, familie en personeel zich
dienen te gedragen en hoe men elkaar met respect moet bejegenen. Ik acht de
zorginstellingen hiervoor zelf verantwoordelijk in het opstellen en naleven van
deze regels.
1) de Telegraaf, 'Klagende dochter tehuis uitgezet', 6 oktober 2010
2) Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2009,2010 nr. 2312
3) Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, artikel 8
---- --