Openbaar Ministerie

OM eist 17 jaar gevangenisstraf tegen Jason W., 38 maanden tegen Ismail A. en gevangenisstraffen tot 23 maanden tegen de overige 5 Hofstadgroepverdachten

3 november 2010 - Ressortsparket Amsterdam

Het Openbaar Ministerie (OM) Amsterdam heeft vandaag in hoger beroep 17 jaar gevangenisstraf geëist tegen Jason W., 38 maanden tegen Ismail A. en gevangenisstraffen tot 23 maanden in de zaken tegen de overige Hofstadgroepverdachten.

Het OM is van mening dat alle 7 verdachten hebben deelgenomen aan een organisatie die het oogmerk had (terroristische) misdrijven te plegen. Terroristische misdrijven veroorzaken niet alleen leed aan de direkt betrokkenen maar richten zich ook tegen de bevolking en tegen de democratische samenleving. Het OM is van oordeel dat het gaat om zeer ernstige feiten. Het OM meent dat sprake is van een bewuste samenwerking in een organisatie waarvan de leden zich schuldig hebben gemaakt aan opruiing, verspreiding en in voorraad hebben van opruiende geschriften, het aanzetten tot haat en bedreiging met terroristische misdrijven. Elk van de verdachten heeft op eigen wijze bijgedragen aan het bestaan en het zich verder ontwikkelen van de organisatie die zich door het plegen van misdrijven richtte op de ontwrichting van onze samenleving.

Eerder sprak het hof Den Haag de 7 verdachten vrij van deelname aan een organisatie die het oogmerk had (terroristische) misdrijven te plegen. Het OM stelde tegen deze vrijspraken met succes beroep in cassatie in. De Hoge Raad oordeelde begin dit jaar dat het Haagse hof te strenge eisen heeft gesteld aan het bestaan en de structuur van criminele of terroristische organisaties. Ook het oordeel van het hof dat van strafbaar aanzetten tot haat slechts sprake is als de uitingen zijn gericht tegen minderheidsgroepen, vindt geen steun in de wet. De Hoge Raad verwees de zaken naar het hof Amsterdam.

De behandeling bij het Amsterdamse hof strekt zich alleen uit over de feiten die betrekking hebben op deelname aan een criminele dan wel een terroristische organisatie én op de hoogte van de strafoplegging. Voor Jason W. en Ismail A. geldt dat de door het Haagse hof bewezenverklaarde gebeurtenissen in de Antheunisstraat te Den Haag op 10 november 2004 in stand blijven. Voor Jason W. betrof dit meervoudige poging tot moord op leden van een arrestatieteam; voor Ismail A. het in bezit hebben van een handgranaat.