Ingezonden persbericht


Persbericht

3 november 2010

FNLI vindt claim van Detailhandel Nederland over inkopen ongeloofwaardig

Levensmiddelenfabrikanten steunpilaar van breed consumentenaanbod tegen lage prijzen en groot voorstander van open interne Europese markt.

Rijswijk - De Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI) vindt dat Detailhandel Nederland de suggestie in het maandag jl. gepubliceerd persbericht dat Nederlandse supermarkten onnodig duur inkopen, niet kan waarmaken. Het prijspeil in Nederland behoort al jaren tot het laagste in Europa terwijl fabrikanten een breed aanbod van goede kwaliteit aan de consument aanbieden. De stelling dat Nederlandse supermarkten op jaarbasis minimaal ¤ 375 miljoen op de inkoopkosten zou kunnen bespareen kan niet op een geloofwaardige manier worden onderbouwd. Uit een voetnoot in het rapport, Opheffen handelsbarrières levert goud geld, blijkt dan ook dat het bedrag van ¤ 375 miljoen uitsluitend gebaseerd is op het natttevingerwerk van enkele inkopers. De FNLI roept Detailhandel Nederland op serieuze claims ook serieus te onderbouwen.

De FNLI, de belangenbehartiger van producenten van levensmiddelen zowel onder A-merk als onder private label, is een groot voorstander van een open Europese, soepel functionerende interne markt. Veertig procent van de omzet wordt tenslotte geëxporteerd, voor het grootste gedeelte naar EU-landen. De levensmiddelenindustrie werkt in Den Haag en Brussel al jaren hard voor harmonisatie van EU-regelgeving op het gebied van etikettering, gebruik van ingrediënten, producttoelating en verpakkingen. Belemmeringen liggen veelal bij de lidstaten zelf. Er zijn nog veel voorbeelden te geven van gebrek aan harmonisatie of zelfs tegenstrijdige nationale regelgeving in de lidstaten. De FNLI en haar Europese collega's staan vooraan in de strijd om de Nederlandse consument optimaal te kunnen bedienen. De FNLI nodigt Detailhandel Nederland uit om samen deze handelsbelemmeringen te beslechten.

Detailhandel Nederland stelt in haar persbericht dat grote merkfabrikanten de markt zouden verdelen, waardoor Nederlandse supermarkten onnodig duur zouden inkopen. Retailers zijn vrij om overal in Europa in te kopen. Iets anders is dat er over het algemeen niet gauw aanleiding zal zijn voor retailers om ver over de grenzen in te kopen. Inkopen op de lokale markten zal in veel gevallen de meest efficiënte en meest duurzame optie zijn. Daarnaast is het zo dat prijsverschillen in de Europese markt met name sinds de komst van de euro geleidelijk convergeren. Maar de omstandigheden en markstructuren in de 27 Europese lidstaten lopen zodanig uiteen, dat het een illusie is om te denken dat de prijzen in al die markten ooit volstrekt gelijk zullen zijn. Het bestaan van prijsverschillen impliceert ook niet per se dat de markt niet zou functioneren.

Het prijspeil van levensmiddelen in Nederland behoort al jaren tot de laagste in Europa. De concurrentie tussen supermarkten is buitengewoon fel en dat leidt tot zeer forse druk op de inkoopprijzen. Vele Nederlandse fabrikanten zouden zeer tevreden zijn in Nederland dezelfde prijzen te ontvangen zoals die gelden in omringende landen. Mede om die reden is de stelling van Detailhandel Nederland dat er miljoenen op inkoopkosten kan worden bespaard slecht onderbouwd, niet waarschijnlijk en niet geloofwaardig.

In het in de zomer verschenen Retail Marketing Monitoring Report (COM(2010)355) van de Europese Commissie wordt gesproken over mogelijke belemmeringen die zich zouden kunnen voordoen bij het inkopen in andere lidstaten en bij grote internationale fabrikanten. De FNLI wil graag eventuele belemmeringen verder in kaart brengen en oplossen.

-Einde bericht-