Vrije Universiteit Amsterdam

Serotonine en cognitieve flexibiliteit; gedrags-, neurochemische-, en elektrofysiologische studies bij ratten


* Startdatum: 05-11-2010


* Tijd: 13.45


* Locatie: Aula


* Titel: Serotonin and Cognitive Flexibility. Behavioural, neurochemical and electrophysiological rat studies


* Spreker: G. van der Plasse


* Promotor: prof.dr. H.B.M. Uylings


* Onderdeel: VU medisch centrum


* Wetenschapsgebied: Medisch


* Evenementtype: Promotie

De bevindingen van Geoffrey van der Plasse duiden erop dat de neurotransmitter serotonine 5-HT belangrijk is voor het aansturen van gedrag met behulp van informatie over de affectieve waarde van de beloning. Zijn resultaten zijn van belang voor het onderzoek naar affectieve stoornissen.

Het vermogen om gedrag aan te passen aan een veranderende omgeving wordt cognitieve flexibiliteit genoemd en is een belangrijke functie van de prefrontale cortex (PFC). Verstoring van deze functie kan het gevolg zijn van letsel, maar vaak worden ook affectieve stoornissen zoals depressie gezien bij patiënten. Experimenteel- en klinisch onderzoek laat zien dat de neurotransmitter serotonine (5-HT) betrokken is bij het regelen van cognitieve flexibiliteit, maar hoe dit gebeurt, was nog onduidelijk.

Van der Plasse onderzocht met zijn collega's bij een diermodel met behulp van gedragstests en manipulaties van het serotonerge systeem voor welke aspecten van cognitieve flexibiliteit 5-TH belangrijk is. Hieruit kwam naar voren dat 5-HT specifiek betrokken is bij cognitieve flexibiliteit wanneer de `beloning' die volgt op een gedrag verandert. Dit houdt in dat een verminderde aanwezigheid van 5-HT in de hersenen het vermogen vermindert om een veranderde affectieve waarde van de beloning in de taakuitvoering te integreren.

Ook mat Van der Plasse de activiteit van hersencellen tijdens de uitvoering van een gedragstaak waarbij de waarde van de beloning varieerde. Daarbij kwam naar voren dat blokkade van de 5-HT receptor specifiek de mogelijkheid van neuronen verstoorde om onderscheid te maken tussen beloonde en onbeloonde trials.
© Copyright Vrije Universiteit Amsterdam