Ministerie van Buitenlandse Zaken


Kamerbrief inzake beantwoording vragen van de leden Voordewind (ChristenUnie) Ormel (CDA), Van der Staaij (SGP), Nicolaï (VVD) en De Roon (PVV) over acht Iraanse functionarissen op een zwarte lijst van de VS

Kamerbrief | 5 november 2010

Geachte Voorzitter,

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Voordewind (ChristenUnie), Ormel (CDA), Van der Staaij (SGP), Nicolaï (VVD) en De Roon (PVV) over acht Iraanse functionarissen op een zwarte lijst van de VS. Deze vragen werden ingezonden op 6 oktober 2010 met kenmerk 2010Z14227.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Dr. U. Rosenthal

Antwoorden van de heer Rosenthal, Minister van Buitenlandse Zaken op vragen van de leden Voordewind (ChristenUnie), Ormel (CDA), Van der Staaij (SGP), Nicolaï (VVD) en De Roon (PVV) over acht Iraanse functionarissen op een zwarte lijst van de VS.

Vraag 1
Kent u het artikel uit de New York Times waaruit blijkt dat de Amerikaanse regering acht Iraanse functionarissen op de zwarte lijst heeft geplaatst wegens hun rol bij het bloedig onderdrukken van de activisten die protesteerden tegen de 'gestolen' verkiezingen van 12 juni 2009?

Antwoord
Ja.

Vragen 2 en 3

Bent u bereid dezelfde acht personen de toegang tot Nederland te ontzeggen en de tegoeden die zij mogelijkerwijs hier aanhouden te bevriezen? Zo nee, waarom niet?

Bent u bereid deze sancties ook toe te passen op andere Iraniërs die betrokken zijn bij grove schendingen van de mensenrechten, zoals degenen die doodstraffen uitspreken tegen Bahais, christenen, geweldloze politieke activisten, homoseksuelen en vrouwen die van overspel beschuldigd worden? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

De op 29 september 2010 gepubliceerde lijst met namen van acht Iraanse functionarissen betreft een bilaterale sanctielijst van de VS. De juridische grondslag voor deze lijst vormt de Comprehensive Iran Sanctions, Accountability and Divestment Act (CISADA). In de Europese Unie en Nederland bestaat geen juridische grondslag op basis waarvan deze acht of andere Iraniërs die zich schuldig hebben gemaakt aan grove schendingen van de mensenrechten de toegang tot de EU of Nederland kan worden geweigerd en hun tegoeden kunnen worden bevroren. De regering zal zo spoedig mogelijk in contact treden met Europese partners om te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om EU-sancties tegen Iraanse mensenrechtenschenders mogelijk te maken (zie ook antwoord op vragen 4 en 5).

Vragen 4 en 5

Bent u van mening dat het nieuwe sanctiebeleid van de EU - waartoe in juli werd besloten - de mogelijkheid biedt ook in Europees verband tegoeden te bevriezen en inreisverboden af te kondigen tegen de eerder genoemde acht en overige Iraniërs die de mensenrechten op grove wijze schenden? Zo nee, waarom niet?

Bent u bereid de Europese partners aan te spreken op het afkondigen van gezamenlijke Europese sancties tegen de acht, door de VS op de zwarte lijst geplaatste personen?

Antwoord

Het EU-sanctieregime tegen Iran, zoals laatstelijk uitgebreid met het Raadsbesluit van 26 juli jl. en de Verordening van 27 oktober jl is gericht op het Iraanse nucleaire programma. De bijbehorende lijst van personen en organisaties van wie de tegoeden bevroren zijn, is opgesteld aan de hand van informatie over de betrokkenheid van deze personen en organisaties bij de ontwikkeling van het Iraanse nucleaire programma. Deze lijst biedt dan ook geen mogelijkheid om inreisverboden af te kondigen en tegoeden te bevriezen van personen die zich schuldig hebben gemaakt aan mensenrechtenschendingen. Overigens staat één van de acht personen van de VS-lijst, Mohammad Ali Jafari (het hoofd van het Iraanse Revolutionaire Gardekorps) reeds op de EU-bevriezingslijst vanwege betrokkenheid bij het nucleaire programma. Voor hem geldt derhalve al een visumban en bevriezing van de tegoeden.

De regering deelt de zorg van de Kamer over de steeds verder verslechterende mensenrechtensituatie in Iran. In EU-verband wordt momenteel bezien met welke instrumenten het mensenrechtenbeleid van de EU jegens Iran effectiever kan worden gemaakt; hierbij zal uitdrukkelijk ook de mogelijkheid van sanctiemaatregelen tegen personen die zich schuldig hebben gemaakt aan mensenrechtenschendingen worden meegenomen. Nederland speelt een actieve rol in deze discussie en zal dat blijven doen.