Rechtbank behandelt vanaf 6 december megazaak omkoping en
corruptie
4 november 2010 - Landelijk Parket
De rechtbank Den Bosch behandelt vanaf 6 december de strafzaken tegen
negen ambtenaren, de echtgenote van een ambtenaar en vijf
oud-medewerkers van het bouwbedrijf Janssen de Jong Infra BV. Zij staan
in deze megazaak terecht wegens ambtelijke corruptie en omkoping. Voor
het strafproces zijn door de rechtbank in de maand december acht
zittingsdagen gereserveerd. De uitspraak wordt medio januari verwacht.
In de zomer van 2007 heeft de Rijksrecherche onder leiding van het
Landelijk Parket een strafrechtelijk onderzoek ingesteld naar
malversaties en corruptie van ambtenaren. Aanleiding voor het onderzoek
was informatie dat medewerkers van het bouwbedrijf zich schuldig
maakten aan omkoping. De Rijksrecherche ging op 27 januari 2009 over
tot 45 doorzoekingen en aanhouding van een aantal verdachten.
Van het bouwbedrijf worden vijf ex-medewerkers verdacht van omkoping
van ambtenaren. Ook de onderneming is door het OM als verdachte
aangemerkt. Het OM heeft besloten de strafzaak tegen het bouwbedrijf
voorwaardelijk te seponeren met een proeftijd van twee jaar. Deze
beslissing is mede ingegeven door de geldboete van 3 miljoen euro die
de Nederlandse mededingingsautoriteit (NMa) het bedrijf heeft opgelegd
voor schending van mededingingsregels. In deze zaak heeft de NMA
gebruik gemaakt van informatie uit het strafrechtelijk onderzoek.
Als bijzondere voorwaarde bij de beslissing tot een voorwaardelijk
sepot geldt dat het bouwbedrijf doorgaat met een in oktober 2009
ingezet integriteitsbeleid. De resultaten daarvan moeten over twee jaar
worden aangetoond door onafhankelijk, extern onderzoek. Mocht het
bedrijf zich niet houden aan de door het OM opgelegde voorwaarde dan
zal de zaak alsnog aan de rechter worden voorgelegd.
Openbaar Ministerie