Rijksoverheid
Toespraak staatssecretaris Teeven bij opening Nationale Open Dag DJI in Ter
Peel
Toespraak | 06-11-2010
Dames en heren,
`De poort gaat open!' Onder dat motto organiseert de Dienst Justitiële
Inrichtingen vandaag alweer voor het zevende jaar op rij een Nationale
Open Dag.
Dat motto is te zien als een uitnodiging. Niet aan het adres van de
gedetineerden, om de benen te nemen. Maar aan u, belangstellenden, om
naar binnen te komen en eens een kijkje te nemen achter de schermen van
onze gevangenissen, jeugd- en tbs-inrichtingen. En die belangstelling
is - als ik hier zo eens om me heen kijk - groot. En ik heb me laten
vertellen dat dat niet alleen hier in Ter Peel het geval is, maar ook
in de 47 andere justitiële inrichtingen, verspreid over heel Nederland,
die vandaag hun poorten openen. In totaal verwachten we bijna 10.000
bezoekers.
Als kersverse staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, met het
sanctiebeleid in mijn portefeuille, ben ik blij met die grote opkomst.
Ze biedt ons de mogelijkheid om een groot aantal burgers te laten zien
wat er zich dagelijks afspeelt achter die metershoge hekken en muren en
die zware poort. Die complexen waarin ruim 18.000 medewerkers van de
Dienst Justitiële Inrichtingen zich - dag in, dag uit - met hart en
ziel inzetten om hun bijdrage te leveren aan het veiliger maken van
Nederland.
Dat laatste spreekt mij uiteraard bijzonder aan. U weet, dit streven is
zo ongeveer de rode draad die door mijn CV loopt. Als officier van
justitie en later als Kamerlid heb ik het belang van de rol die de
justitiële inrichtingen spelen bij het daadwerkelijk veiliger maken van
Nederland ook altijd benadrukt en er mijn waardering voor uitgesproken.
En ik heb tal van inrichtingen zelf bezocht. Dat vond ik altijd
bijzonder waardevol: met medewerkers praten, om met eigen oren en ogen
te horen en te zien wat er speelt. Ik ben blij dat u als bezoeker die
stap vandaag ook zet!
Ik kan het u aanbevelen: niet alleen is het buitengewoon leerzaam, ook
helpt het om - soms hardnekkige - vooroordelen en misverstanden over de
detentie uit de weg te ruimen. Zoals u hier vanochtend, op weg naar
deze ruimte, ongetwijfeld al een beetje hebt kunnen ervaren: een
gevangenis is géén hotel - en het is ook beslist niet ons streven om
het daarop te doen lijken. En hoewel het motto van vandaag - De poort
gaat open! - wellicht anders doet vermoeden, blijft die poort toch
geruststellend vaak dicht: op de ruim 40.000 gedetineerden die
jaarlijks de inrichtingen in het gevangeniswezen bevolken, wisten er de
laatste vier jaar gemiddeld zo'n 5 te ontvluchten. Het geeft maar aan
hoe goed de medewerkers van de Dienst Justitiële Inrichtingen hun taken
verrichten: scherp de veiligheid in de gaten houden, zonder de zorg en
ondersteuning uit het oog te verliezen, die de justitiabelen nodig
hebben.
Dames en heren, als u hier vandaag - in dit voormalige klooster, dat nu
onderdak biedt aan 176 gedetineerde vrouwen - goed rondkijkt en ook een
beetje dóórvraagt, dan zult u al snel tot de ontdekking komen dat een
justitiële inrichting bepaald geen statisch wereldje is. De populatie
in de inrichtingen verandert, de problematiek van de gedetineerden
wordt complexer en de wijze waarop ze begeleid moeten worden stelt
nieuwe eisen aan de organisatie. Het vraagt vooral om een efficiëntere
en meer vraaggestuurde manier om het dagelijkse werk in onze
inrichtingen te organiseren.
Ik zal u een voorbeeld geven. Daarvoor neem ik u mee naar een
anderssoortige inrichting, een JJI. In zo'n Justitiële Jeugdinrichting
wordt gewerkt met de basismethodiek Youturn. Het woord zegt het al: een
draai maken in je leven en het positieve opzoeken. Die methodiek zorgt
ervoor dat alle jongeren op een eenduidige wijze worden bejegend.
Sommige jongeren hebben echter speciale gedragsinterventies nodig, die
goed zijn toegespitst op hun individuele problematiek - met als beoogd
effect: bijdragen aan een veiliger samenleving. Dat vergt maatwerk.
Ook het gevangeniswezen is - zeker de laatste jaren - enorm in
beweging. Om goed op die bewegingen te kunnen inspelen, is de Dienst
Justitiële Inrichtingen onder de noemer `Modernisering Gevangeniswezen'
een grootschalig verandertraject gestart. Centraal in deze operatie
staat een succesvolle terugkeer van gedetineerden in de samenleving -
en daarmee het terugdringen van de recidive: het opnieuw plegen van
criminele feiten.
Onze ambities op dit punt zijn hoog, maar realistisch. We streven
ernaar om de recidive terug te dringen. Zowel bij volwassen
ex-gedetineerden, als bij jeugdige daders. Dat willen we bereiken via
een op de persoon toegesneden aanpak. Continuïteit van de zorg is
daarbij essentieel. Dat houdt in dat we met gedetineerden gericht gaan
werken aan een veilige terugkeer in de samenleving. Mensen die
vrijkomen, willen we niet meer met enkel een blauw pastic tasje door de
poort naar buiten laten lopen.
Ook hier is maatwerk vereist. Gedetineerden kunnen te maken hebben, of
na hun detentie te maken krijgen, met uiteenlopende problemen, die de
kans vergroten dat ze telkens opnieuw terugvallen in crimineel gedrag.
Sommigen hebben geen woning waar ze na hun detentie naar terug kunnen
keren. Anderen kampen bijvoorbeeld met schulden, of hebben een stevige
begeleiding nodig, om niet opnieuw aan de drugs te gaan of naar de fles
te grijpen. Ook moet er serieus gewerkt worden aan hun psychische
problemen. En vrijwel allemaal hebben ze hulp nodig bij het zoeken van
werk, of het regelen van een uitkering.
Het is belangrijk dat al in de detentie een begin wordt gemaakt met het
aanpakken van de - uiteenlopende - problematiek van gedetineerden. Niet
voor niets luidt de slogan `Buiten blijven begint binnen'. Al
realiseren we ons overigens donders goed dat gedetineerden hier niet
voor niets zitten.
Wat kan het gevangeniswezen zoal doen? Om te beginnen worden
gedetineerden goed bewust gemaakt van de betekenis en de impact van het
delict dat ze hebben begaan - zowel voor het slachtoffer als voor de
samenleving als geheel. Ook worden zij gewezen op hun eigen
verantwoordelijkheid, zowel in hun verleden als met het oog op hun
toekomst: zij hebben zelf hun lot in handen. Door de kansen te pakken
die het gevangeniswezen hen biedt. Zo kunnen gedetineerden een
vakopleiding volgen, gericht op een baan buiten de bajes. Ook extra
zorg is mogelijk, bijvoorbeeld in geval van psychische problemen, of om
een drugs- of alcoholverslaving aan te pakken. Ze kunnen werken aan hun
sociale vaardigheden, leren omgaan met geld en hulp krijgen bij het
saneren van hun schulden.
Dames en heren, in het Regeerakkoord hebben we duidelijk gesteld dat we
niemand afschrijven. We spreken iedereen aan. Wel wil ik hier nog eens
benadrukken dat we niet in gedetineerden investeren omdat we ze
`zielig' zouden vinden. We doen dit omdat niets doen eenvoudigweg geen
optie is. Niets doen betekent een grote kans op terugval in crimineel
gedrag. En dat willen we nu juist voorkomen. Serieus aan de slag gaan
met de gedetineerden, via de persoonsgerichte aanpak, moet uiteindelijk
leiden tot minder overlast, criminaliteit en onveiligheid in de
samenleving.
Deze aanpak - dat zult u begrijpen - vraagt veel van onze medewerkers.
Er wordt echt vakmanschap van ze verwacht - het belangrijkste
werkkapitaal binnen een bedrijf als DJI. Zij moeten het juiste
evenwicht zien te vinden tussen beveiligen en ondersteunen. Dat
betekent enerzijds de veiligheid en orde binnen de inrichtingen
bewaren, maar anderzijds ook de gedetineerden stimuleren om aan hun
toekomst te werken. En hen zodanig aanspreken op hun gedrag dat
ingrijpen bij ongewenst gedrag niet tot nauwelijks nodig is. Dit vergt
finesse. Alle medewerkers - van hoog tot laag - worden hierin
geschoold. "Motiverende bejegening" noemen we dat: met verstand omgaan
met mensen die in de fout zijn gegaan.
Het gevangeniswezen levert op deze manier een stevige bijdrage aan de
recidivereductie en daarmee aan het bevorderen van de veiligheid. Maar
het gevangeniswezen kan dit niet alleen - al was het maar omdat het
stokje uiteindelijk moet worden doorgegeven aan partijen buiten de
poort, zodra de straf van de gedetineerde er op zit. Meer dan ooit is
goede samenwerking met gemeenten en andere organisaties dan ook
geboden. Een samenwerking die gelukkig steeds beter van de grond komt,
nu vrijwel alle relevante partners zijn aangesloten bij het
Veiligheidshuis in hun regio. Maar, voeg ik daar onmiddellijk aan toe,
gedetineerden moeten wèl hun eigen verantwoordelijkheid nemen. En dat
houdt in dat bij herhaling van het criminele gedrag een soberder
behandeling op zijn plaats is.
Dames en heren,
U zult waarschijnlijk al popelen om zelf een kijkje te gaan nemen in de
gevangenis. Toch wil ik nog één belangrijk punt met u behandelen, het
verlof van TBS-gestelden. Dat verlof staat nogal ter discussie, vooral
als er weer een ernstig incident heeft plaatsgevonden met een
TBS-gestelde die zich aan het verlof heeft onttrokken. Niet zo ver hier
vandaan, in Uden, is dat enkele maanden geleden nog gebeurd. Verlof
blijft echter nodig; het speelt een belangrijke rol bij de geleidelijke
terugkeer van de TBS-gestelde in de samenleving. Schaf je de
verlofregeling af, dan schaf je eigenlijk de TBS af. Dat moeten we dan
ook niet willen. Wel ga ik de verlofregeling aanscherpen. Een
TBS-gestelde die zich onttrekt aan zijn verlof, mag straks minimaal één
jaar niet meer met verlof. Deze aanscherping wil ik bovendien snel
doorvoeren: op 1 januari van het nieuwe jaar is de nieuwe
verlofregeling wat mij betreft een feit.
Ik keer terug naar het thema waar het hier vandaag om gaat: de
Landelijke Open Dag. U bent hierheen gekomen voor een uitgebreide
rondleiding. Deze wordt verzorgd door de eigen medewerkers van Ter
Peel. Want ook daarin staan de medewerkers van DJI - ook de vrouwelijke
- hun `mannetje'. Deze medewerkers zijn van harte bereid u van alles te
vertellen over de dagelijkse gang van zaken en uitleg te geven over wat
u zoal op uw weg door dit interessante complex tegenkomt. Ik wens u
allen een leerzaam en genoeglijk - ééndaags én vrijwillig - verblijf
toe achter de deur!
Afzender
* Ministerie van Veiligheid en Justitie
Zie ook
* Criminaliteit | Onderwerp | BZK, Justitie
* Tbs | Onderwerp | Justitie
Voor vragen aan de Rijksoverheid bel Postbus51: 0800-8051