Gemeente Doetinchem

Uitzonderingen op de welstandsbeoordeling

bericht, 8 november 2010

Sinds 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) van kracht en zijn de regels voor bouwen aanzienlijk gewijzigd. Zo kent de Wabo geen onderscheid meer tussen lichte en reguliere bouwvergunningen, maar slechts één omgevingsvergunning voor bouwen. Dit betekent dat voortaan alle omgevingsvergunningen voor bouwen getoetst moeten worden aan redelijke eisen van welstand. Dus ook bouwwerken die iets groter zijn dan vergunningvrije bouwwerken en kleine bouwwerken bij monumenten of bouwwerken in een beschermd stads- of dorpsgezicht hebben nu een welstandseis. Op deze regel is echter een uitzondering. Bepaalde categorieën van bouwwerken zijn uitgesloten van een welstandsbeoordeling. U heeft in alle gevallen echter nog wel een omgevingsvergunning nodig voor het veranderen van een monument en daarbij toetst de monumentencommissie. Wilt u weten voor welke bouwwerken de welstandbeoordeling niet geldt?
1. Aan- of uitbouwen, op de grond staand, van één bouwlaag aan een bestaande woning of een bestaand woongebouw, die strekken tot vergroting van het woongenot. Alleen indien de hoogte, gemeten vanaf het aansluitend maaiveld, minder is dan 5 meter. 2. (Vrijstaande) bijgebouwen, op de grond staand, van één bouwlaag of een op de grond staande overkapping van één bouwlaag bij een bestaande woning of bestaand woongebouw, die strekken tot vergroting van het woongenot. Alleen indien de hoogte, gemeten vanaf het aansluitend maaiveld, minder is dan 5 meter en het oppervlak kleiner is dan 50 m2.
3. Veranderingen van kozijnen, kozijninvullingen, luiken of gevelpanelen van een bestaande woning/woongebouw of een bij een bestaande woning/woongebouw behorend bijgebouw. 4. Dakkapellen
5. Erf- en perceelafscheidingen
6. Dakramen
7. Bouwwerken van beperkte omvang op een erf, lager dan 3 meter en kleiner dan 5 m2.
8. Warmtecollectoren op of aan een bouwwerk ten behoeve van de warmtevoorziening van het gebruik van dat bouwwerk of van op hetzelfde perceel gelegen andere bouwwerken. 9. Zonnecollectoren voor de opwekking van elektriciteit uit daglicht op of aan een bouwwerk ten behoeve van de elektriciteitsvoorziening van het gebruik van dat bouwwerk of van op hetzelfde perceel gelegen andere bouwwerken.
10. Antenne-installaties voor van mobiele telecommunicatie, met inbegrip van een hekwerk ter beveiliging van een zodanige antenne-installatie op of aan een bouwwerk zoals een hoogspanningsmast, wegportaal, reclamezuil, lichtmast, windmolen, sirenemast, een niet van een bouwwerk deel uitmakende schoorsteen, of op een bouwvergunningplichtige antenne-installatie dan wel een antenne-installatie ten behoeve van de C2000-infrastructuur voor de mobiele communicatie door hulpverleningsdiensten. Alleen als de hoogte, gemeten vanaf de voet van de antenne of antennedrager, minder is dan 40 meter.
11. Andere antenne-installaties, waarvan de hoogte, gemeten vanaf de voet van de antenne of antennedrager, minder is dan 40 meter. 12. Containers voor het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet milieubeheer. 13. Gebouwen ten behoeve van een op het openbaar net aangesloten nutsvoorziening, het meten van de luchtkwaliteit, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer of het wegverkeer. Alleen als de hoogte, gemeten vanaf het aansluitende terrein, minder is dan 3 meter en het oppervlak kleiner is dan 50 m2. 14. Zonwering, rolhekken en rolluiken
15. Magazijnstellingen uitsluitend steunend op een vloer van het gebouw waarin zij worden geplaatst.
16. Veranderingen van niet-ingrijpende aard aan bestaande bouwwerken. 17. Speeltoestellen als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van het Warenwetbesluit attractie en speeltoestellen, met een hoogte, gemeten vanaf aansluitend terrein, minder dan 5 m. 18. Tuinmeubilair, met een hoogte, gemeten vanaf aansluitend terrein, minder dan 5 m.
19. Bouwwerken, geen gebouw zijnde, op, over, onder of bij een weg of railweg, dan wel in, onder of bij een water. 20. Antenne-installaties met bijbehorend opstelpunt voor de C2000-infrastructuur voor de mobiele communicatie door hulpverleningsdiensten.
21. Elektronische sirenes voor het waarschuwen van de bevolking bij calamiteiten of de dreiging daarvan en de daarbij behorende bevestigingsconstructies.
22. Straatmeubilair
23. Afscheidingen tussen balkons of dakterrassen 24. Balkons, mits het oppervlak kleiner is dan 2 m2. 25. Vloerafscheidingen op een balkon of dakterras. 26. Reclamezuilen, mits op de grond staand.