Rijksoverheid


9 november 2010
Stand van zaken REACH dossier

Zoals u is aangekondigd in de brief van 7 april 20091 wil ik u mede namens mijn collega van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie op de hoogte brengen van de uitvoering van de REACH verordening2. In het onderstaande ga ik achtereenvolgens in op de aanstaande eerste registratiedeadline en de stand van za ken van de implementatie van REACH in Nederland. Registratie: de eerste deadline Door middel van de REACH verordening wordt een hoog niveau van bescherming van de gezondheid van de mens en het milieu beoogd; REACH heeft ook tot doel het vrije verkeer van chemische stoffen en de innovatie te vergroten. Teneinde dit te bereiken dienen producenten en importeurs van de chemische stoffen die zij op de Europese markt brengen een dossier aan te leveren met de relevante (eco)toxische en fysisch-chemische eigenschappen van die stoffen, alsmede de relevante maatregelen om de risico's voor mens en milieu te beheersen. Bedrijven hebben tussen 1 juni 2008 en 2 december 2008 de gelegenheid ge had om bestaande (zogenaamde phase-in) stoffen te preregistreren, waarmee het recht werd verkregen om de registratiedossiers op een later moment in te dienen bij het Agentschap. Dat moment hangt samen met de gevaareigenschappen van een stof en de hoeveelheid die jaarlijks wordt gefabriceerd of geïmporteerd.

De eerste mijlpaal is al snel aanstaande: de registratiedossiers van stoffen die in hoeveelheden van meer dan 1000 ton per jaar op de markt worden gebracht (per importeur of fabrikant), meer dan 100 ton per jaar voor PBT/zPzB stoffen3 en meer dan 1 ton per jaar voor CMR stoffen4 kunnen tot 1 december 2010 worden ingediend bij het Agentschap. Bedrijven dienen voor elke stof gezamenlijk de benodigde informatie te delen, in ieder geval waar het gegevens betreft die verkregen zijn uit testen met gewervelde dieren. De registratie vindt plaats onder leiding van een van de bedrijven die als hoofdregistrant optreedt. In een op de tien gevallen is het een Nederlands bedrijf dat als hoofdregistrant optreedt. REACH in Nederland Implementatie van REACH vergt een forse inspanning van het b edrijfsleven dat de benodigde gegevens dient te verzamelen en de risicomaatregelen dient te implementeren. Nederland heeft daarom sterk ingezet op goede voorlichting aan het bedrijfsleven en ondersteuning door middel van een goed ingerichte Helpdesk die bedrijven goed en snel van antwoord kan voorzien op vragen. Ondersteuning MKB Regelmatig vindt overleg plaats met vertegenwoordigers van het bedrijfsleven. Het blijkt dat met name MKB bedrijven vragen hebben over de onderhandelingsprocessen over de gegevensdeling. In overleg met ondermeer VNO/NCW MKB Nederland is besloten om in de aanloop naar de registratiedeadline, MKB bedrijven met problemen gerelateerd aan het registratiedossier te ondersteunen door middel van gericht advies om zoveel mogelijk te voorkomen dat de deadline wordt gemist. Hiertoe werkt de nationale Helpdesk REACH samen met VNO/NCW MKB Nederland. Deze vorm van ondersteuning gaat verder dan de gebruikelijke ondersteuning van de REACH Helpdesk die normaliter gericht is op het wegwijs maken van bedrijven in de REACH regelgeving en niet op het adviseren hoe te handelen in bepaalde situaties. Prioritering van de Nederlandse act iviteiten Nu de eerste ervaringen met REACH zijn opgedaan is gestart met het opzetten van een nadere prioritering van de stoffen en dossiers waar Nederland zich op wil richten. Dit zal als basis moeten dien en voor de activiteiten in het kader van autorisaties en restricties maar ook in het kader van de stof- of dossierevaluaties. Het RIVM heeft op verzoek van de ministeries van VROM, SZW en VWS een prioriteringsystematiek uitgewerkt die in het komende jaar toegepast en eventueel verder uitgewerkt wordt.5 Deze systematiek is als bijlage bij deze brief bijgevoegd. De systematiek is bedoeld als hulpmiddel om keuzes te maken in de uitvoering van REACH, zowel actief ten aanzien van de te nemen initiatieven ten aanzien van bepaalde stoffen als proactief ten aanzien van de inzet in de verschillende processen die door het Agentschap of andere lidstaten worden geïnitieerd.

Handhaving van REACH In 2009 is door de inspectiediensten van de Arbeidsinspectie, Voedsel en Waren Autoriteit en de VROM-Inspectie vooral aandacht gege ven aan de controle of bedrijven voldoen aan de eisen van REACH. Bijzondere aandacht is geschonken aan enkele bedrijven die als enige vertegenwoordiger (OR of Only Representative) optreden en daarmee namens een groot aantal importeurs de registratieverplichtingen op zich nemen. Op basis van de bevindingen is besloten ook in 2010 speciale aandacht aan de in Nederland gevestigde enige vertegenwoordigers te besteden. In 2009 zijn in totaal 153 op REACH gerichte inspecties uitgevoerd waarbij in elf gevallen is overgegaan tot het opmaken van een proces-verbaal vanwege het ontbreken van een preregistratie of een ernstige afwijking van het veiligheidsinformatieblad of etikettering. Een meer gedetailleerd verslag van de inspectieactiviteiten is te vinden in de jaarrapportage van de gezamenlijke inspecties6 die als bijlage bij deze brief is bijgevoegd. REACH en vergunningverlening In Nederland worden in milieuvergunningen, convenanten en regelgeving voor gevaarlijke stoffen, milieukwaliteitsnormen gesteld en toegepast. Nieuwe informatie die via de registratiedossiers bekend wordt over chemische stoffen zal gebruikt kunnen worden om het huidige nationale stoffenbeleid in bijvoorbeeld milieuvergunningen aan te passen. Begin volgend jaar zal ik u nader informeren over de beoogde wijze waarop REACH wordt gebruikt binnen het kader van de Nederlandse systematiek voor zeer gevaarlijke stoffen. Evaluatie van REACH Uiterlijk 1 juni 2012 dient de Europese Commissie een evaluatie uitgevoerd te hebben van REACH ingevolge artikel 138 van de REACH verordening. De evaluatie is primair gericht op lacunes en overlap met andere Europese regelgeving. Op dit moment bestaat al de mogelijkheid voor geïnteresseerde partijen om via een website van de Commissie suggesties te doen voor aanpassinge n7. Zoals u is toegezegd zal in Nederland in 2011 allereerst een nationale evaluatie worden uitgevoerd die mede als basis zal dienen voor de Nederlandse inbreng in de Europese evaluatie. Het Nederlandse evaluatieonderzoek is inmiddels gestart en zal uiterlijke begin 2011 worden afgerond. De evaluatie beoogt vooral een kwalitatief oordeel te vellen over de opzet, vormgeving en effectiviteit van de uitvoering van REACH op nationaal en Europees niveau en de gevolgen van de invoering van REACH voor het Nederla ndse bedrijfsleven en de Nederlandse overheid (in termen van kosten en baten op kortere en langere termijn). Ten behoeve van de evaluatie zal een breed spectrum aan betrokkenen worden benaderd. Over de resultaten van het evaluatieonderzoek en de beoogde Nederlandse inzet voor de Europese evaluatie van REACH wordt u in het voorjaar van 2011 nader bericht.

Conclusies De Nederlandse overheid heeft in samenwerking met het bedrijfsleven in de aanloop naar de invoering van REACH ingezet op een omvangrijke voo rlichting van het bedrijfsleven over deze nieuwe chemische stoffen verordening. Op basis van de resultaten van de handhavingacties en de gegevens van het Agentschap concludeer ik dat de voorlichting goed heeft gewerkt en dat Nederlandse bedrijven over het algemeen goed zijn voorbereid. De actieve inzet van het Nederlandse bedrijfsleven in internationaal REACH kader onderstreept het belang dat de Nederlandse chemische sector heeft bij deze verordening en rechtvaardigt de inzet van de Nederlandse overheid o p dit onderwerp. Uit de registratiedossiers die tot dusverre zijn beoordeeld blijkt dat veel van deze dossierevaluaties leiden tot een besluit van het Agentschap om de registrant om aanvullende testen of andere informatie te vragen. Aangezien deze besluiten ook een aanvullende werklast betekenen voor het Agentschap zelf en de lid staten zal de komende jaren meer dan verwacht inzet moeten worden gepleegd op deze wettelijke taak van REACH. De ontwikkelde prioriteringsystematiek zal een belangrijke bijdrage kunnen leveren om de Nederlandse doelstellingen te kunnen realiseren met de vooraf voorziene inzet. Hoogachtend, de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

Joop Atsma