Universiteit Leiden

Onderzoek Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden

In 2010 is de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden volledig ingevoerd. In opdracht van het Ministerie van Justitie gaan Prof. Dr. J.F. Nijboer en de criminoloog Sanne Kruithof MSc van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid onderzoek doen naar de effectiviteit van de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden in de huidige opsporing, vervolging en berechting van strafbare feiten. Daarbij wordt ook gepoogd bouwstenen aan te dragen voor een meer algemene methodiek voor de beoordeling van de effectiviteit van opsporingsmethoden, waarbij (massaal) moderne technologie wordt ingezet. Uiteraard wordt in het onderzoek ook naar het juridische kader gekeken.Â

In 2005 werd de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden van kracht. Op grond van deze wet moeten personen die zijn veroordeeld ter zake van bepaalde misdrijven verplicht biologisch materiaal afstaan. Uit die "samples" worden DNA-profielen vervaardigd die in de nationale DNA databank worden opgeslagen.

De DNA databank wordt gebruikt in strafvorderlijk onderzoek naar andere (nieuwe, maar soms ook oude) misdrijven, waarbij op de plaats van het delict (inbraak bijv.) of op het slachtoffer (verkrachting bijv.) biologische sporen zijn achtergebleven. Door vergelijking (het "runnen van de databank") kan de opsporing bij een treffer van overeenkomstige profielen op een individuele verdachten worden gericht. Minstens even belangrijk is dat bepaalde verdachten juist ook kunnen worden uitgesloten als mogelijke donor van de aangetroffen sporen. Interessant is ook nog dat via een Europees samenwerkingsverband (Verdrag van Prüm) gegevens uit een aantal nationale DNA databanken met elkaar kunnen worden vergeleken. Zo kan een DNA profiel van een in Nederland veroordeelde persoon in Duitsland een "hit" opleveren. Â

Het onderzoek zal in de loop van 2011 worden afgerond.