Rijksoverheid


10 november 2010

Beantwoording Kamervragen (PvdA) over de kippenfarm in Landkreis Emsland

Geachte Voorzitter, Hierbij bied ik u de antwoorden aan op de schriftelijke vragen van de kamerleden Van Dekken en Jacobi (beiden PvdA) aan de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en de minister van Infrastructuur en Milieu over de bouw van een kippenfarm in gemeente Haren, Landkreis Emsland. De Kamervragen zijn op 18 oktober 2010 ingezonden en hebben als kenmerk 2010Z14942. Vraag 1: Kent u het bericht van RTV Noord over de megakippenfarm in Landkreis Emsland? Antwoord 1: Ja. Vraag 2: Waarom is hierbij geen grensoverschrijdende milieu-effectrapportage toegepast, zoals vastgelegd is in het Verdrag van Espoo? Antwoord 2: Dat voor dit project geen grensoverschrijdende milieueffectrapportage is toegepast is het gevolg van een aantal communicatieproblemen en misverstanden tussen Duitsland en Groningen. De Landkreis Emsland heeft op 4 januari 2008 de Provincie Groningen geïnformeerd over drie projecten, waaronder het betreffende project van de megakippenfarm in Hanhentangen (gemeente Haren) waar u naar vraagt. De andere projecten betroffen een varkenshouderij en een kippenboerderij in Rhede. Op respectievelijk 18 februari en 19 maart 2008 heeft de Provincie Groningen per brief voor de kippenboerderij en varkenshouderij in Rhede Landkreis Emsland laten weten betrokken te willen zijn bij de vervolgprocedure. Hierbij heeft de Provincie Groningen tevens de Landkreis Emsland gewezen op de "Gezamenlijke verklaring inzake de samenwerking bij de uitvoering van grensoverschrijdende milieu-effectrapportage voor projecten" met het verzoek of de Landkreis de

Pagina 1 van 3

afspraken die hierin zijn opgenomen wil volgen bij dergelijke projecten. Tijdens een bijeenkomst (Antragskonferenz) over een van de beide andere projecten op 10 april 2008 in Duitsland heeft de Provincie dit verzoek ook nog mondeling ingebracht. De Landkreis heeft gemeend dat de Provincie Groningen (en relevante grensgemeente) slechts interesse had om betrokken te worden bij de twee met naam en toenaam genoemde projecten, en niet bij het derde project. Om die reden heeft de Landkreis voor het derde project de vergunningaanvraag en het MER niet aan de Provincie Groningen en de Gemeente Vlagtwedde toegezonden. Vrijdag 22 oktober jl. zijn in een overleg tussen de betrokken autoriteiten van Landkreis Emsland, deelstaat Niedersachsen en Provincie Groningen duidelijke afspraken gemaakt om te voorkomen dat dergelijke misverstanden bij toekomstige projecten zich nogmaals voordoen. Vraag 3: Bent u bereid tot formele consultatie over te gaan en hierover contact op te nemen met de Duitse regering? Zo nee, waarom niet? Antwoord 3: Volgens de "Gezamenlijke verklaring inzake de samenwerking bij de uitvoering van grensoverschrijdende milieu-effectrapportage voor projecten" tussen Nederland en Duitsland, is de afspraak dat eerst de relevante autoriteiten (in dit geval de Landkreis Emsland als bevoegd gezag en de Provincie Groningen en Gemeente Vlagtwedde als mogelijk getroffen partijen) overleg voeren. Een eerste overleg heeft op 22 oktober jl. plaatsgevonden. Dit overleg heeft geleid tot een verduidelijking van de ontstane situatie. Ook zijn vo or het betreffende project, alsmede voor de toekomst goede en duidelijke afspraken gemaakt. Formele consultatie is om deze reden niet nodig. Deze conclusie wordt gedeeld door de Provincie Groningen. Vraag 4: Zijn er fouten gemaakt bij het verstrekken van de vergunning aan deze kippenfarm? Zo ja, welke? Antwoord 4: Voor zover het Rijk betreft, zijn er geen fouten gemaakt bij het verstrekken van de vergunning aan deze kippenfarm. De discussie die speelt spitst zich toe op het betrekken van de Nederlandse grensgemeente(n) en provincie bij de milieueffectrapportage. Vraag 5: In hoeverre is er discrepantie tussen de Nederlands -Duitse uitvoeringsregels en de rechtspraktijk in Niedersachsen? Antwoord 5: Voor wat betreft de mer­regelgeving geldt de Europese richtlijn inzake de m.e.r. (85/337/EEG, incl. wijzigingen door Richtlijnen 97/11/EG, 2003/35/EG en 2009/31/EG). Zowel Nederland als Duitsland, in casu Niedersachsen, dienen minimaal aan de vereisten van deze richtlijn te voldoen. Wel hebben de lidstaten een zekere vrijheid in de wijze waarop zij de richtlijn implementeren. Vanuit die vrijheid zijn er dan ook (procedure)verschillen tussen de mer-procedure in Nederland, respectievelijk die van Duitsland, Niedersachsen. Deze verschillen zijn

Portef euille Ruimte Directie Leefomgevingskwaliteit Cluster Gebiedsgericht Instrumentarium Datum 10 november 2010 Kenmerk LOK/2010029587

Pagina 2 van 3

mede aanleiding geweest om voor de grensoverschrijdende gevallen een "Gezamenlijke verklaring inzake de samenwerking bij de uitvoering van grensoverschrijdende milieu-effectrapportage voor projecten" op te stellen.

Portef euille Ruimte Directie Leefomgevingskwaliteit Cluster Gebiedsgericht Instrumentarium Datum 10 november 2010 Kenmerk LOK/2010029587

Vraag 6: Vindt u een nadere beoordeling door de VROM-Inspectie gewenst? Zo nee, waarom niet? Antwoord 6: Nee. De vergunningverlening vindt plaats in Duitsland. De VROM-Inspectie heeft hierin geen rol. Hoogachtend, de minister van Infrastructuur en Milieu

mw. drs. M.H. Schultz van Haegen

Pagina 3 van 3

---- --