Partij van de Arbeid

Partij van de Arbeid

Den Haag, 10 november 2010

Begrotingsdebat OCW 2011
Gesproken woord geldt

Voorzitter,

'Onderwijs, opleiding en bevordering van creativiteit en innovatie vormen het kloppend hart van de sociaaldemocratische ambitie.' Dat schrijven wij in het beginselmanifest van de PvdA.

De afgelopen jaren, toen ook PvdA bewindslieden leiding mochten geven aan het ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap hebben zij zich keihard ingezet om het onderwijs van jong tot oud toegankelijk te houden, niet alleen om leerlingen kansen te bieden maar ook omdat deze houding en werkwijze het algemeen belang dient.

Zo werden de doorlopende leerlijnen vastgesteld om de doorstroming binnen het onderwijs te verbeteren. Het voortijdig schoolverlaten werd tegengegaan en doorstromen en stapelen van opleidingen werd beter mogelijk gemaakt.

Ik constateer dat het demissionaire kabinet heeft gekozen voor een beleidsarme OCW begroting. In vervolg daarop hebben we met z'n allen kunnen lezen dat het kabinet evenveel op onderwijs bezuinigt als dat ze investeert (¤ 1,5 miljard).

Samen met het regeerakkoord vormt het geheel een horrorverhaal waar zelfs Stephen King jaloers op zou zijn. Niet één maar meerdere pijnlijke maatregelen vormen de basis van de plannen van het kabinet. Zo is een nieuwe leeftijdsgrens van 30 jaar in het leven geroepen voor publieke bekostiging van het mbo, waardoor het levenlang leren op z'n zachts gezegd wordt opgedoekt.

Zo is een vermindering aan de orde van het aantal profielen in havo en vwo en een verlaging van het budget voor de invoering van passend onderwijs met ¤ 300 miljoen. Op dit laatste punt kom ik laterr uitgebreid op terug.

Inzake de leeftijdsgrens van 30 jaar heeft de minister-president toegezegd dat in overleg met werkgevers en werknemers de maatregel opnieuw zou worden bekeken. De motie van de PvdA is daarom aangehouden. Ik zou graag van de minister willen horen of het overleg met het veld al is gestart en de minister ons verder kan informeren.

Voorzitter, linksom of rechtsom, de kwaliteit is het fundament van het onderwijs maar dit dreigt in te storten omdat de begroting aangevuld door het regeerakkoord, het onderwijs in de kou laat staan.

Er zijn nauwelijks vooruitzichten voor goede begeleiding van leerlingen en het leveren van maatwerk zodat lang niet ieder individu zich gehoord en geaccepteerd voelt. Geen tweede kans meer voor hen, die alsnog hun mbo diploma willen halen.

De komende jaren dreigen verloren jaren te worden omdat het ambitieniveau ontoereikend is voor de verwachtingen van de kamer, onderwijspersoneel en ouders. De ambitie die de kamer nota bene nog vorig jaar heeft uitgesproken om bij de top 5 van de wereld te horen lijkt hiermee als sneeuw voor de zon te zijn verdwenen.

De motie Hamer is niet zomaar een voornemen om mee te doen aan een competitie, maar is een ambitie die voortkomt uit het besef dat onderwijs, kennis en innovatie belangrijke bronnen van duurzame economische groei zijn. En als wij willen dat Nederland sterker uit de crisis komt, dan vormen juist investeringen in het onderwijs een keiharde noodzaak.

Inmiddels zijn we ruim een jaar verder, maar de tijd lijkt te hebben stilgestaan sinds de val van het vorige kabinet. Ik maak mij grote zorgen dat dit kabinet nauwelijks verder komt dan lippendienst. Voorzitter, ik wil klare taal van de minister. Gaat ze de motie Hamer uitvoeren of gooit zij de handdoek in de ring.


1
Goed onderwijs begint eerst tussen de oren. Je moet er in geloven en je moet er veel voor over hebben om alles uit een kind te halen. En dat brengt mij voorzitter bij het passend onderwijs.

300 miljoen wordt er bezuinigd in het passend onderwijs en dat terwijl de opgave groot is en wij zoveel mogelijk kinderen in een reguliere school willen houden. Het is triest dat de vele duizenden kinderen met een beperking de dupe moeten worden van deze bezuinigingen. De morele verplichting om voor de zwakkeren in de samenleving te zorgen en hen zoveel mogelijk kansen te bieden lijkt hiermee van de baan. Dit regeerakkoord slaat de plank volledig mis. Dit is echt een brug te ver. En ik vraag u minister om deze bezuiniging ongedaan te maken want het past niet om de kinderen die extra zorg nodig hebben in de steek te laten. Het past niet om deze kinderen kansen te ontnemen.

Het is waar dat het aantal kinderen met een rugzak met de dag blijft stijgen. En ik wil u graag steun van de PvdA toezeggen om met elkaar een oplossing hiervoor te vinden, maar voorzitter, het is toch de omgekeerde wereld om eerst de geldkraan dicht te draaien en dus de kinderen aan hun lot over te laten in plaats van te onderzoeken hoe de stijging kan worden afgeremd.

Ik vraag de minister om bij het passend onderwijs niet een bezuinigingsbedrag als uitgangspunt te nemen, maar dat een leerplichtig kind nooit thuis mag zitten.

Meer dan 10.000 kinderen die om wat voor reden dan ook thuis zitten terwijl ze op school les horen te krijgen. Duizenden kinderen die het recht op onderwijs wordt ontnomen waardoor onnodig leerachterstand ontstaat. Welke garantie kan de minister ons geven dat er niet nog meer thuiszitters erbij komen door de forse bezuiniging op het passend onderwijs?

Het is nog niet bekend hoe de 300 miljoen wordt gekort. Niet duidelijk is waar de klappen gaan vallen. Gaan de reguliere scholen de rekening betalen of het speciaal onderwijs. Of het betekent dat de klassen in het speciaal onderwijs groter worden (12-16) of het betekent dat de docenten in het regulier onderwijs geen begeleiding meer hebben.

De minister heeft een tijdbom geplaatst onder het passend onderwijs, want als er wordt bezuinigd op de rugzakken en ambulante begeleiding is het passend onderwijs passé. De ambitie om zoveel mogelijk leerlingen in een gewone basisschool te houden is dan definitief van de baan.

Voorzitter, voor de PvdA is de ambitie duidelijk. Geen enkel kind tussen wal en schip. Geen thuisblijvers, geen onderwijs alleen voor de sterken en kinderen zonder beperkingen. MOTIE


2.
Voorzitter, als iemand die het beroepsonderwijs van top tot teen kent wil ik bij dit onderdeel beginnen met de minister te complimenteren voor hetgeen zij heeft betekend voor het beroepsonderwijs in de afgelopen periode. Ik denk dan aan haar inzet voor de kwaliteitshandhaving in het mbo en het School ex programma. Haar ambitie om schooluitval tegen te gaan en de plannen om het 1e jaar in het mbo te versterken zijn prima voornemens.

Maar dezelfde minister lijkt zich tegelijkertijd te vervreemden van het beroepsonderwijs. De enveloppe voor 2011 is helemaal ingeleverd, en daar zat bijvoorbeeld 147 miljoen in voor het voortijdig schoolverlaten, maar ook een groot bedrag voor het MBO.

Er worden in de begroting noch het regeerakkoord concrete maatregelen genoemd om de kwaliteit van het (v)mbo beter aan te laten sluiten op het havo en hbo.

Havo scholen mogen van de minister vmbo'ers met diploma blijven weigeren . Per jaar worden ongeveer 1100 scholieren met diploma geweigerd op scholen waar ze verder willen leren. De Minister ziet daar geen misstand in. Dat scholen eisen stellen vinden wij terecht, maar die eisen zijn vaak onredelijk. Leerlingen moeten centraal staan als het om hun toekomst gaat. De school kan meedenken, adviseren en een inschatting maken, maar dan alleen op basis van gezond verstand en redelijkheid.

MOTIE

Wij zien het beroepsonderwijs als de slagader van de Nederlandse economie. De afgelopen jaren heeft het beroepsonderwijs de ene na de andere klap gekregen, soms terecht maar soms ook onterecht.

In de afgelopen maanden heb ik veel roc's bezocht en van dichtbij ervaren dat er hard wordt gewerkt om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. Ik wil het beroepsonderwijs vanuit de kamer een hart onder de riem steken. Ik blijf vertrouwen in de roc's houden. Maar tegelijk wil ik oplossingen zien voor de gaten die er vallen. Ik wil kunnen zien en proeven dat de kwaliteit van het beroepsonderwijs omhoog gaat. Het zou fijn zijn om mee te maken dat er geen lesuitval meer is en dat de lessen worden gegeven door bevoegde en bekwame docenten.

Maar de minister lijkt onderscheid te maken tussen verzuim en lesuitval en dat terwijl lesuitval net zo goed verzuim inhoudt. Ik lees niets over maatregelen om verlengde stages tegen te gaan die slechts zijn bedoeld om te kunnen voldoen aan het aantal normuren.

Begeleiden stagiaires

Het beroepsonderwijs is nog lang niet klaar. Wij blijven vertrouwen hebben in het beroepsonderwijs, wij zullen blijven knokken om het imago van het beroepsonderwijs te verbeteren. Wij willen een beroepsonderwijs waar leerlingen, docenten en de bedrijven elkaar begrijpen en waar maximaal wordt samengewerkt en maatwerk wordt geleverd.

Tussen de regels door heb ik enkele harde woorden gebruikt. Ik heb de hoop dat het veld deze woorden ziet als feedback van een goede vriend en in voldoende mate zelfreflectie toont om de gaten te dichten.


3.
De kwaliteit van het onderwijs staat of valt met de man of vrouw voor de klas. Dat vereist dat er ook voldoende vakbekwame docenten beschikbaar moeten zijn. Weliswaar vermeldt het regeerakkoord dat het programma Leerkracht van Nederland wordt voortgezet, maar ondertussen wordt de aantrekkelijkheid van het lerarenberoep ondermijnd door hun salarissen niet langer de ontwikkelingen in het bedrijfsleven te laten volgen.

Natuurlijk moet ik toegeven:
het zou wat karig zijn als docenten zich alleen met een loonzakje laten motiveren, maar ook op andere punten gebeurt er onvoldoende.

Vooral in het voortgezet onderwijs loopt het lerarentekort de komende jaren ernstig op. Dan past een gevoel van urgentie maar ik moet helaas concluderen dat deze urgentie niet blijkt uit het regeringsbeleid.

Aan welke maatregelen denkt de minister om het lerarentekort te bestrijden? Welke stappen kunnen we van de minister verwachten om de kwaliteit van de leraren te verhogen? Is de minister bereid eisen te stellen aan nieuwe leraren en dus aan de lerarenopleiding?

Nu het kabinet ook kiest voor prestatiebeloning, betekent de ingezette 0-lijn, dat de prestatiebeloning voor de één wordt bekostigd met een loonsverlaging voor de ander. Dit is cynisme ten top.

Voorzitter,
Grote waardering en veel respect voor onze docenten. Het is geen gemakkelijk beroep, en niet altijd een dankbaar beroep, maar veel hebben we te danken aan de man of vrouw voor de klas, die er alles aan doet om alles uit een kind te halen. Met veel trots buig ik voor onze docenten die zich verantwoordelijk voelen en een belangrijke bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de leerlingen.

Voorzitter, tegelijkertijd moet ik helaas constateren dat er ook leraren zijn die om wat voor reden dan ook geen zin meer hebben om van hun lessen wat te maken. Op de één of andere manier zijn zij de motivatie kwijt om hun verantwoordelijkheid maximaal te nemen. Leraren die minder tijd reserveren voor het begeleiden van leerlingen en zich minder inspannen om de kwaliteit van het onderwijs te waarborgen.

De PvdA wil dat alle leraren zich verantwoordelijk voelen voor de prestaties en ontwikkeling van hun leerlingen. De verantwoordelijkheid houdt niet op bij de muur van het schoolgebouw maar strekt zich ver tot het huis van de leerlingen en de deur van de bedrijven waar zij stage lopen. Maximaal bijdrage leveren aan de ontwikkeling van zijn of haar leerlingen. Wij willen af van de parkeerplaatsen waar leraren die er geen zin meer in hebben alsnog de kans krijgen om andere dingen te doen, bijvoorbeeld schoolleider worden of les geven op de lerarenopleiding, en dat terwijl zij de motivatie van het lesgeven volledig kwijt zijn.

Ik constateer dat het regeerakkoord aanstuurt op een beroepsregister dat een periodiek bijscholingsvereiste oplegt aan de leraren. Dat is een prima zaak, die wij van harte kunnen ondersteunen. Maar is er voor dit voornemen voldoende geld gereserveerd binnen het regeerakkoord?

Kortom voorzitter, wij willen dat het lerarentekort wordt tegengegaan en ingezet wordt op goed opgeleide docenten. Wij willen alles uit de kast halen om de kwaliteit van het onderwijs en van het onderwijspersoneel te waarborgen. Maak het lerarenberoep aantrekkelijker door de inspiratie terug te brengen in het vak en de bureaucratie en verantwoordingslasten terug te brengen tot het noodzakelijke.

Resumerend:
Dit rechtse kabinet waar rechts Nederland zijn vingers van kon aflikken doet het onderwijs meer kwaad dan goed. Kansen om het beroepsonderwijs te verbeteren worden niet aangegrepen. De keuze voor het lerarenberoep wordt ontmoedigd.
Zorgleerlingen worden tussen de wal en het schip gedouwd en het onderwijsland wordt zonder perspectief naar huis gestuurd.

De meerjarenramingen voor de onderwijsdeelname worden na 2011 op hetzelfde niveau gehouden terwijl er juist nu fors geïnvesteerd zou moeten worden om niet alleen de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren maar vooral ook het vertrouwen te krijgen van de leerlingen, leerkrachten en ouders.

De prikkels om extra hard te lopen om aan de doelstellingen van de kamer te voldoen worden teniet gedaan door structureel 83 miljoen per jaar te korten vanaf 2012.

Tot slot
Vandaag krijgt Nederland in Genève kritiek omdat onze kinderen nauwelijks iets leren over mensenrechten. Dit is niet de eerste keer. Deze zomer bleek uit een internationaal onderzoek dat Nederlandse leerlingen laag scoren op kennis van de rechtsstaat en van mensenrechten. De verklaring ligt in de invulling van het burgerschapsonderwijs, de onderwijsinspectie sprak hierover al een paar keer haar zorg uit. Ik wil mij de komende tijd sterk maken voor aandacht voor democratisch burgerschap in het burgerschapsonderwijs. In de regeringsverklaring staat dat scholen de kernwaarden van de rechtsstaat moeten uitdragen. Mijn vraag aan de minister is hoe zij er de komende jaren voor wil zorgen dat dit ook echt gebeurt.