Vereniging Nederlandse Gemeenten

Gezond grondbeleid vereist innovatieve aanpak

11.11.2010

Gemeenten lopen 2,4 tot 3 miljard euro mis als gevolg van tegenvallende inkomsten uit het grondbedrijf. Wel blijkt dat de grondexploitaties zuiver zijn opgesteld en dat er geen kostenposten in worden opgenomen die daar niet thuishoren. De omvang van het risicodragend vermogen is fors in verhouding tot de totale gemeentelijke financiën. De komende tijd zullen Rijk en VNG de aanbevelingen uit het rapport samen nader uitwerken.

De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het voormalig ministerie van VROM hebben Deloitte Real Estate Advisory opdracht gegeven de financiële effecten van de crisis op de gemeentelijke grondbedrijven te onderzoeken. Het onderzoek omvat zowel een diepte-analyse bij acht gemeenten, alsook een macro-analyse op basis van CBS-cijfers.

Het onderzoek laat zien dat inkomsten op lopende grondexploitaties teruglopen en nieuwe projecten niet of slechts met vertraging van de grond komen. Doorgerekend leidt dit tot een tekort van 2,4 miljard euro voor alle gemeenten gezamenlijk. De noodzakelijke afwaarderingen op gemeentelijk grondeigendom en de toenemende tekorten op negatieve grondexploitaties worden in het onderzoek becijferd op 1,0 miljard. Voor deze tegenvallers moet de gemeente in haar begroting een extra voorziening treffen die direct ten laste komt van de aanwezige algemene reserves. Daarnaast vallen naar verwachting 1,4 miljard euro aan geraamde, toekomstige inkomsten weg uit positieve grondexploitaties. Voor deze tegenvaller hoeft de gemeente niet direct een voorziening te treffen, maar het beperkt de gemeente op de langere termijn wel in de mogelijkheden tot investeren in de ruimtelijke ordening.

Het onderzoek laat verder zien dat het risicoprofiel van het gemeentelijk grondbedrijf de laatste jaren aanzienlijk is toegenomen. Uit analyse van de CBS-cijfers blijkt dat gemeenten in toenemende mate in bouwgrond investeren. Voor alle gemeenten gezamenlijk is het geïnvesteerde vermogen in grondposities gestegen tot 12 miljard. Tegenover deze investering moeten in de toekomst inkomsten uit grondexploitatie komen te staan, hetgeen door de crisis onzeker is geworden.

Directe gevolgen
Als gevolg van de tegenvallende inkomsten moeten gemeenten hun ruimtelijke ambities bijstellen. Ondanks dat de financiële effecten bij de meeste gemeenten vooralsnog beheersbaar lijken, hebben de tegenvallers gevolgen voor investeringen zoals die in de infrastructuur. Ook kunnen de tegenvallers gevolgen hebben voor de ruimtelijke kwaliteit van lopende en nieuwe plannen, de duurzaamheids-ambities, stedelijke dichtheden en de kwaliteit van de te bouwen woningen. Ten slotte kunnen de tegenvallers leiden tot het stilvallen van de binnenstedelijke herstructurering met gevolgen voor veiligheid, leefbaarheid en integratie.

Aanbevelingen uit het rapport

* Gemeenten moeten de lopende grondexploitaties tegen het licht houden en daarbij beoordelen of de aannames en ambities van de plannen nog realistisch zijn. Ook zijn andere maatregelen denkbaar, zoals het uitstellen van geplande aan- en verkopen van grond en het instellen van een tijdelijke bouwstop.

* Marktpartijen moeten, net als gemeenten, hun bouwprogramma's en
-projecten tegen het licht houden en hun ambities bijstellen naar een marktconform niveau. Verder zijn samenwerkingsverbanden met pensioenfondsen, zorgverzekeraars mogelijkheden om samen met gemeenten rendement uit gebiedsontwikkeling te halen.
* Het Rijk moet met een (al dan niet tijdelijke) wijziging van (fiscale) wet- en regelgeving faciliteren zodat betrokken partijen apart en gezamenlijk de crisis beter te lijf kunnen. Ook is het om de gebiedsontwikkeling een stap vooruit te helpen van belang dat Rijk en VNG onderzoeken of en welke vormen van garantiestelling, dan wel de oprichting van een gebiedsontwikkelingsfonds waar verschillende partijen een beroep op kunnen doen, realistisch zijn.