Rijksoverheid
11 november 2010
Uw verzoek inzake SDE+
Met deze brief ga ik in op uw verzoek om meer informatie te geven over de
invulling van de SDE+ regeling (Stimuleringsregeling Duurzame Energie) in 2011.
Nederland heeft zich verbonden aan de verplichte EU!doelstelling voor duurzame
energie. Voor Nederland betekent dit dat het percentage duurzame energie moet
stijgen van ruim 4% nu naar 14% in 2020. Om de 14%!doelstelling binnen bereik
te brengen, zal dit kabinet moeten investeren in de uitrol van kosteneffectieve
duurzame opties. De economische crisis noopt daarbij tot een rationele
benadering.
Zoals in het Regeerakkoord is aangekondigd, zal de SDE die sinds 2008 in werking
is, per 1 januari 2011 worden stopgezet. De regeling wordt geleidelijk omgevormd
naar een efficiëntere SDE+. De SDE+ moet een kosteneffectievere regeling
worden, die robuust is en tegelijkertijd flexibel om technologische ontwikkeling en
ondernemerschap de ruimte te geven. Over de voorgestelde wijzigingen zal ik uw
Kamer op korte termijn nader informeren. De SDE+ zal mede hierdoor iets later
worden opengesteld dan gebruikelijk (medio 2011), maar ook langer openblijven
dan gebruikelijk (tot eind 2011).
Voor de wijzigingen waaraan wordt gewerkt om de SDE om te vormen naar de
SDE+, is vooralsnog geen wijziging van het besluit SDE nodig. Wel zullen de
ministeriële regelingen die de SDE+ in 2011 open stellen, anders worden
vormgegeven dan voorheen. Over deze regelingen zal ik uw Kamer in het voorjaar
informeren.
De SDE+ zal worden gefinancierd vanuit een opslag op de energierekening en
mogelijk voor een deel een kolen! en gasbelasting. Hiermee komt er een directe
link tussen het gebruik van energie en de investeringen in de verduurzaming van
de energievoorziening. De opslag maakt het voor de energiegebruiker
inzichtelijker welke uitgaven verbonden zijn aan de verduurzaming. Daarnaast
biedt de opslag meer zekerheid over de langjarige beschikbaarheid van middelen
om duurzame energie te stimuleren. De verdeling van de opslag over burgers en
bedrijven is in lijn met de opbrengst van de energiebelasting (circa 50% burgers
en 50% bedrijven) en evenredig verdeeld over gas en elektriciteit.
Ik bereid hiertoe een wetsvoorstel voor dat ik uiterlijk medio 2011 naar de Kamer
wil sturen. De lopende subsidiebeschikkingen uit de SDE en de MEP
(Milieukwaliteit Elektriciteitsproductie) blijven uit de algemene middelen
gefinancierd. Zodoende zal de opslag slechts geleidelijk oplopen. In totaal wil ik
deze kabinetsperiode voor de MEP, de SDE en de SDE+ committeringen aangaan
die leiden tot maximale uitgaven (inclusief MEP en SDE) van ¤ 1,4 miljard per
jaar in 2015 en verdere jaren.
Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
(w.g.) drs. M.J.M. Verhagen