OM eist gevangenisstraffen wegens mensenhandel tegen leden
`Sneep-bende'
11 november 2010 - Landelijk Parket
Het Openbaar Ministerie (OM) heeft bij de rechtbank Almelo woensdag en
donderdag wegens mensenhandel gevangenisstraffen van zes maanden tot
zes jaar geëist tegen negen leden van de zogenoemde `Sneep-bende'. Vijf
andere verdachten horen de komende tijd nog welke straf het OM gepast
vindt.
Een van de leiders van de misdaadorganisatie is de tot tweemaal toe
veroordeelde en tussen twee strafprocessen door naar Turkije gevluchte
Saban B. De slachtoffers van de pooiersbende zijn op een gruwelijke
wijze gedwongen tot prostitutie. Ze werden door de verdachten aan
elkaar cadeau gegeven, gebrandmerkt met tatoeages, ondergingen
borstvergrotingen om zo nog meer geld te verdienen en werden
mishandeld met honkbalknuppels. Om blauwe plekken tegen te gaan werden
ze in koud water gegooid of met ijs gekoeld.
Het strafproces in Almelo is een vervolg op de zaak `Sneep I', die in
de zomer van 2008 door de rechtbank is behandeld. De slachtoffers in
het onderzoek naar mensenhandel werden tewerkgesteld in de rosse
buurten van Amsterdam, Alkmaar, Utrecht, Antwerpen en in het Duitse
Ruhrgebied.
De leiders van de Sneep-bende, de broers Saban en Hasan B. zijn in 1998
voor het eerst door de politie in Nederland gesignaleerd. Onder de
dekmantel van een café in Amsterdam ontplooiden zij hun criminele
activiteiten en veroorzaakten overlast, drugscriminaliteit en meldingen
over gedwongen prostitutie.
Innestelen
De broers nestelden zich in de rosse buurten en breidden hun
organisatie uit met pooiers en bodyguards. De vrouwen stonden 24 uur
per dag onder toezicht. Het verdiende geld moesten zij nagenoeg in z'n
geheel afdragen aan hun pooiers. Vrouwen die veel geld verdienden,
kregen een voorkeursbehandeling en werden `prinsesjes'. Zij werkten
niet alleen als prostituee, maar inden ook de verdiensten van andere
vrouwen en hielden bovendien een oogje in het zeil.
De organisatie groeide zo groot dat in Vinkenveen met groepskorting een
bungalowpark werd gehuurd. De hiërarchisch strak georganiseerde,
internationale misdaadorganisatie telde 50 leden, die zo'n 120 vrouwen
voor zich lieten werken. De bendeleden voorzagen elkaar van valse
identiteiten, wapens en kogelvrije vesten. Een van hen beschikte zelfs
over een valse politielegitimatie. Om afluisteren door de politie tegen
te gaan, gebruikten ze veel telefoons, die vaak werden gewisseld.
Geen enkel respect
De officieren van justitie van het landelijk parket verweten de
verdachten dat zij geen enkel respect hadden voor de vrouwen die zij
voor zich in de prostitutie lieten werken. Het was een vorm van moderne
slavernij. "Een aantal verdachten heeft vrouwen gepaaid, hun vertrouwen
gewonnen en dat vervolgens beschaamd. Ook moesten de vrouwen zeer
vernederende handelingen en bejegeningen ondergaan", aldus de
officieren van justitie in hun requisitoir.
De verdachten boezemen een aantal vrouwen nog steeds angst in. De
vrouwen vrezen voor zichzelf en hun familie voor represailles. "De
vrouwen verdienen het langdurig tegen hun uitbuiters beschermd te
worden. Het opleggen van lange gevangenisstraffen aan de verdachten kan
de slachtoffers helpen hun leven weer een beetje op de rails te
krijgen."
He strafproces wordt de komende weken voortgezet. De uitspraak van de
rechtbank wordt 19 januari 2011 verwacht.
Openbaar Ministerie