Oratie
Titel oratie
Hersenen en emoties: van reflex tot cognitie
---
Leerstoel:
Biologische en Cognitieve Psychologie, in het bijzonder de
psychofysiologie van cognitie en emotie
Datum
12 november 2010 16:00
---
Locatie:
Woudestein, aula
---
Faculteit
Faculteit der Sociale Wetenschappen (FSW)
Hersenen reageren sterk op emotionele prikkels
Emoties beïnvloeden waarneming en geheugen
Hoe reageren de hersenen op emotionele prikkels en wat voor invloed
heeft dat op waarnemen en geheugen? Daarop gaat prof.dr. Jan van Strien
in in zijn oratie Hersenen en emoties: van reflex tot cognitie, waarmee
hij het ambt aanvaardt als bijzonder hoogleraar Biologische en
Cognitieve Psychologie, in het bijzonder de psychofysiologie van
cognitie en emotie, in de Faculteit der Sociale Wetenschappen. Hij
spreekt zijn rede uit op vrijdag 12 november 2010.
Van Strien doet onderzoek naar de snelle, deels onbewuste processen in
de hersenen die de interne lichamelijke reacties op emoties aansturen.
Kennis van de wijze waarop de hersenen emoties verwerken biedt
aanknopingspunten voor de behandeling van emotionele stoornissen, en
bijvoorbeeld ook voor het cognitief functioneren van ouderen. Ouderen
blijken emotionele informatie anders te verwerken dan jongeren, en die
wetenschap zou gebruikt kunnen om leeftijdsgerelateerde cognitieve
achteruitgang te compenseren.
Uit Electroencefalogram- (EEG-) onderzoek in het Erasmus Behavioral Lab
blijkt dat de hersenen zeer snel (in minder dan één-tiende van een
seconde) de positieve of negatieve emotionele waarde van een prikkel
registreren. De aandacht voor emotionele prikkels wordt niet alleen
snel opgeroepen maar ook lang volgehouden. Deze emotionele
aandachtseffecten kunnen zowel tot verbetering als tot verslechtering
van cognitieve prestaties leiden. De onderzoekers ontdekten dat
proefpersonen emotionele stimuli beter onthouden in zowel het korte als
lange termijn geheugen. Op andere taken doen ze het juist slechter,
doordat de emotionele aandacht interfereert met de taakuitvoering.
Verder werd aangetoond dat de linker hersenhelft meer betrokken is bij
positieve emoties, sociale emoties en de regulering van emoties. De
rechter hersenhelft blijkt meer betrokken bij negatieve emoties en het
waarnemen van bedreigende situaties.
Voor de toekomst verwacht Van Strien veel van de integratie van
onderzoekstechnieken. Hij is samen met het Instituut voor Psychologie
en de afdeling Radiologie van het ErasmusMC bezig met de coregistratie
van EEG en fMRI. De snelle reacties van de hersenen op emotionele
stimuli kunnen dan nog nauwkeuriger in kaart gebracht worden.
Prof.dr. Jan van Strien (1954) is vanaf 2002 verbonden aan het
Instituut voor Psychologie van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hij
doet psychofysiologisch onderzoek naar de invloed van emoties op
perceptie en cognitie. Hierbij is hij vooral geïnteresseerd in de
ontwikkeling en lateralisatie van de hersenen en de rol van hormonen.
Naast cognitieve experimenten maakt hij gebruik van beeldvormende
technieken als EEG en functionele MRI. Zijn onderzoek vindt plaats
zowel bij kinderen als -in het kader van verouderingsonderzoek- bij
jongere en oudere volwassenen. Bij het Instituut voor Psychologie
verzorgt Van Strien het onderwijs in de Biologische Psychologie en de
Cognitieve en Affectieve Neurowetenschappen.
Erasmus Universiteit Rotterdam