Nederlandse Orde van Advocaten

'Indringend toezicht van minister dreigt'

Hedy Jak
Deken Jan Loorbach uitte in mei al zijn ongenoegen over de wijziging van de Advocatenwet waarin de verordeningen van de Orde door de minister van Veiligheid en Justitie aan preventief toezicht worden onderworpen. Dit voorstel tot wijziging was voor de Orde aanleiding om het advies te vragen aan Leonard Besselink, hoogleraar constitutioneel recht en Ben Schueler, hoogleraar bestuursrecht, beiden aan de Universiteit Utrecht.
Zij brachten hun bevindingen uit in het rapport `Goedkeuring of vernietiging? Ministerieel toezicht op zelfregulering in de advocatuur'. De rechtsgeleerden concluderen onder andere dat voorafgaande goedkeuring een grotere beperking van autonomie oplevert dan de mogelijkheid van vernietiging achteraf. Daarmee wordt de Orde afhankelijk van de medewerking van de centrale overheid. De minister zal eerder voorwaarden verbinden aan het verlenen van goedkeuring dan aan het afzien van een voorgenomen vernietiging. Daarom stellen Besselink en Schueler dat de kans reëel is dat het toezicht indringender wordt. Hoewel dat afhangt van de invulling die de minister eraan zal geven, dient `de wet waarborgen te bevatten tegen te ver gaande inmenging. Met de overgang van repressief naar preventief toezicht worden die waarborgen minder sterk.'

---