Rijksoverheid
Antwoorden BES 1/6
32 500 H Vaststelling van de begrotingsstaat van het BES-fonds voor het jaar 2011
Nr. Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden
Vastgesteld...november 2010
De vaste commissie voor Koninkrijksrelaties 1), belast met het voorbereidend onderzoek van dit
wetsvoorstel, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen.
De door de regering gegeven antwoorden zijn hierbij afgedrukt.
De fungerend voorzitter van de commissie,
Van Beek
De griffier van de commissie,
De Gier
Nr Vraag Blz
van tot
1 Hoe - formeel en qua timing - zal het regeerakkoord in deze begroting verwerkt worden?
Hoe wordt een zorgvuldige en integrale beoordeling van de begroting BES fonds 2011 door
de Tweede Kamer gewaarborgd?
Antwoord
Het regeerakkoord heeft geen beleidsmatige en financiële consequenties voor de begroting
2011. Een zorgvuldige en integrale beoordeling door de Kamer is op basis van deze
begroting mogelijk.
0
2 Wat zijn de gevolgen voor de BES eilanden en het bijbehorende fonds als besloten wordt
specifieke taken van het Rijk naar de gemeenten over te hevelen?
Antwoord
De overheveling van een specifieke taak van het Rijk naar gemeenten betekent niet
automatisch dat deze taak ook naar de openbare lichamen wordt overgeheveld. Zo worden
bijvoorbeeld de uitkeringen voor onderstand op de BES-eilanden verstrekt door het
ministerie van SZW, terwijl Nederlandse gemeenten zelf de uitkeringen voor bijstand
verstrekken. Uiteraard kan het voorkomen dat een departement besluit om een taak te
decentraliseren naar de BES-eilanden. In dat geval regelt artikel 87 van de Wet Financiën
Openbare Lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (FINBES) dat het betreffende
0
Antwoorden BES 2/6
departement rekenschap geeft van de financiële gevolgen hiervan. Dit kan betekenen dat de
vrije uitkering wordt verhoogd (en dus het BES-fonds), maar ook kan worden gekozen voor
een departementale bekostiging door middel van een bijzondere uitkering.
3 Hoe wordt, gezien de recente intrekking van het voorstel tot regeling van het
Solidariteitsfonds wegens het vervallen van de grondslag voor het fonds, de doelstelling
van een behoorlijk bestuursniveau van de BES eilanden opgenomen in het nieuwe
staatsbestel?
Antwoord
De openbare lichamen verkrijgen na transitiedatum inderdaad geen middelen meer uit het
solidariteitsfonds. Hiervoor in de plaats verkrijgen zij een vrije uitkering uit het BES-fonds
en eventueel departementale bijzondere uitkeringen. De doelstelling van een behoorlijk
bestuursniveau geldt hierbij onverkort. Dit is uiteraard een eerste verantwoordelijkheid van
de openbare lichamen zelf, waarbij de Wet Openbare Lichamen Bonaire, Sint Eustatius en
Saba (WOLBES) en FINBES wettelijke waarborgen bieden.
0
4 Is het genoemde bedrag van 21.300.000 in dollars of in euro's?
Antwoord
In euro's.
3
5 Is het genoemde bedrag de uitkering voor de drie BES eilanden samen?
Antwoord
Ja
3
6 Waarom is de vrije uitkering niet voor ieder van de openbare lichamen vermeld, zoals
bepaald in de wet FinBES, artikel 88 eerste lid?
Antwoord
In het BES-fonds wordt begrotingstechnisch uitgegaan van één geldstroom. Dit doet echter
niet af aan het principe dat de openbare lichamen elk recht hebben op een eigen vrije
uitkering (art. 88, lid 1 FinBES). Met de eilanden worden jaarlijks bestuurlijke afspraken
gemaakt over de omvang van de vrije uitkeringen in relatie tot het takenpakket. Deze
afspraken worden vervolgens verwerkt in de begrotingsstaat van het BES-fonds.
3
7 Wat is het bedrag van de vrije uitkering per eiland?
Antwoord
Per brief d.d. 7 oktober 2010 zijn Bonaire, Sint Eustatius en Saba geïnformeerd over de
hoogte van de vrije uitkering 2011. Bonaire ontvangt 30,2 miljoen NAf (16,9 miljoen US
dollar, 12,1 miljoen euro), Sint Eustatius ontvangt 13,3 miljoen NAf (7,5 miljoen US
dollar, 5,3 miljoen euro) en Saba ontvangt 9,4 miljoen NAf (5,3 miljoen US dollar, 3,8
miljoen euro).
3
8 Is het College Financieel Toezicht (CFT) betrokken bij het bestuurlijk overleg over het
wijzigen van de hoogte van de vrije uitkering?
Antwoord
Het CFT heeft geen wettelijke rol bij het bestuurlijke overleg tussen de minister van BZK
en de openbare lichamen. De rol van het CFT bij het bestuurlijk overleg met de BESeilanden
wordt nog bezien in overleg met de bestuurscolleges van de BES-eilanden en het
4
Antwoorden BES 3/6
CFT. Het is geen automatisme dat het CFT bij het overleg aanwezig zal zijn, evenmin als
de provinciale toezichthouder dat is bij het bestuurlijk overleg met gemeenten.
Tegelijkertijd zou het praktisch kunnen zijn dat het CFT bij het overleg aanschuift.
9 Wat zijn per eiland de lasten met betrekking tot het vastgestelde eilandelijke takenpakket?
Antwoord
Bij de berekening van de vrije uitkering is gekeken naar de toekomstige eilandelijke taken
en bijbehorende lasten. Dit heeft geresulteerd in een vrije uitkering ter hoogte van de
bedragen genoemd bij het antwoord van vraag 7. Samen met de eilandbelastingen en andere
eilandbaten worden de openbare lichamen geacht hiermee om de lasten over het jaar 2011
te kunnen bekostigen.
4
10 Waarom wordt de wet pas vijf jaar na de het verkrijgen van de nieuwe staatsrechtelijke
positie geëvalueerd, terwijl de bedragen jaarlijks kunnen worden aangepast?
Antwoord
Met de besturen van de drie eilandgebieden is afgesproken dat na vijf jaar binnen de nieuwe
staatsrechtelijke positie binnen het Nederlandse staatsbestel, de uitwerking van de nieuwe
staatkundige structuur door Nederland en de drie eilanden wordt geëvalueerd. Op dat
moment kan worden bezien wat het staatsrechtelijke eindmodel voor de eilanden zal zijn.
Mogelijk kunnen de openbare lichamen groeien naar de situatie die nu geldt voor
gemeenten. Een evaluatie na een termijn van vijf jaar is gebruikelijk, zeker na zo'n
ingrijpende structuurwijziging. Na die termijn zijn er nieuwe verkiezingen geweest, en
heeft het bestuurscollege één volledige periode gezeten.
5
11 Welke systematiek wordt gehanteerd voor de verdeling van de vrije uitkering over de
eilanden? Gaat het om een vaste systematiek en zo ja, waar is deze vastgelegd?
Antwoord
De vrije uitkering is per eiland apart vastgesteld rekening houdend met de nieuwe
taakverdeling tussen eilanden en Rijk en de daarbij behorende kosten. Ook is rekening
gehouden met het feit dat een deel van de lasten uit de eigen inkomsten wordt gegenereerd.
De systematiek van de verdeling is dus niet vastgelegd omdat het feitelijk drie aparte
geldstromen zijn. Een verlaging van de een betekent niet automatisch een verhoging van de
ander (solidariteitsgedachte), zoals bij gemeenten. Evenmin zijn er verdeelmaatstaven zoals
bij het gemeentefonds.
5
12 Is het CFT betrokken bij de besluitvorming over de verdeling? Is het CFT betrokken bij
wijzigingen in de hoogte van de vrije uitkering en is het advies van het CFT hierin
bindend?
Antwoord
Het CFT heeft geen wettelijke rol bij de besluitvorming over de hoogte van de vrije
uitkering. Van een bindend advies kan dus geen sprake zijn. Uiteraard zal waar gewenst
gebruik worden gemaakt door de minister van BZK van de adviezen van het CFT.
5
13 Is het kabinet bereid om voortaan bij de begroting inzake het BES fonds als bijlage op te
nemen een overzicht van de bedragen die aan de begrotingen van de ministeries worden
toegevoegd, opdat de Tweede Kamer een totaaloverzicht van de uitgaven voor de BES
eilanden heeft? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Met ingang van 10-10-10 draagt elk departement eigen beleidsverantwoordelijkheid voor
de uitgaven op de BES. Het BES-fonds geeft een overzicht van de vrije uitkeringen aan de
6
Antwoorden BES 4/6
openbare lichamen. Hieronder vallen niet de departementale uitgaven aan de BES. Deze
zijn opgenomen in de individuele begrotingen van de departementen en vallen onder de
verantwoordelijkheid van de ministeries.
14 Welk beleid zal worden gevoerd als het gaat om het instellen van bijzondere uitkeringen?
Wanneer zal worden overgegaan tot het instellen van bijzondere uitkeringen?
Antwoord
In artikel 91 van de FINBES is geregeld dat een bijzondere uitkering onder voorwaarden
kan worden verstrekt voor een publieke taak. Ook is het derde lid van dit artikel een
overlegverplichting met de ministers van BZK en Financiën om te borgen dat de openbare
lichamen worden overspoeld met veel bijzondere uitkeringen en daarbij behorende
verantwoordingslasten. Interdepartementaal is een beleidskader afgesproken om
gezamenlijke spelregels van de bijzondere uitkeringen te formuleren.
Beleidsvoornemens van het Rijk kunnen financiële gevolgen hebben voor de openbare
lichamen. Het is primair aan het betreffende ministerie om aan te geven op welke wijze de
openbare lichamen deze taken moeten bekostigen. Naast verhoging van de vrije uitkering is
het verstrekken van een bijzondere uitkering hier een mogelijkheid. Op dit moment hebben
vrijwel alle ministeries besloten om de aan het Rijk toebedeelde taken zelf uit te voeren. Zie
verder het antwoord gegeven bij vraag 21.
7
15 Wordt de besteding van de bijzondere uitkeringen gecontroleerd door het CFT of door de
betrokken ministeries?
Antwoord
Het openbaar lichaam verantwoordt de bijzondere uitkering door middel van de
jaarrekening waarin het openbaar lichaam zich verantwoord voor de eilandraad. Over deze
jaarrekening vindt ook accountantscontrole plaats. Ook heeft het CFT een formele rol in het
verantwoordingsproces. De betrokken vakdepartementen stellen vervolgens de bijzondere
uitkering vast en verantwoorden deze via de departementale jaarrekening..
7
16 Welke ministeries overwegen nog een bijzondere uitkering in 2011 en om welke taken en
bedragen gaat het?
Antwoord
Het ministerie van Veiligheid en Justitie verstrekt een bijzondere uitkering voor de taken
van de organisatie van de rampenbestrijding en de crisisbeheersing, en de brandweerzorg.
Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap verstrekt een bijzondere uitkering
voor regionale meld- en coördinatiecentra, een bijzondere uitkering voor sociale
kanstrajecten voor jongeren, en een bijzondere uitkering voor de kosten van de huisvesting
van de scholen op de BES-eilanden op het gebied van de scholen voor primair onderwijs,
voorgezet onderwijs, beroepsonderwijs en de instanties die de kinderopvang verzorgen. De
hoogte van deze bijzondere uitkeringen is nog niet bekend.
Verder denken enkele departementen nog na over het verstrekken van een bijzondere
uitkering. Het is niet uit te sluiten dat er over het jaar 2011 nog één of meerdere bijzondere
uitkeringen zullen worden verstrekt. Immers, de transitie heeft geleid tot de nodige
wijzigingen in wetten en beleid waarbij mogelijk nog niet alle financiële consequenties
voor de eilanden in beeld zijn gebracht. Het primaire afwegingsproces hiervoor ligt bij de
verschillende vakdepartementen. Jaarlijks wordt uiterlijk op de derde woensdag van mei
een overzicht van de bijzondere uitkeringen gepubliceerd.
Jaarlijks wordt op de derde woensdag van mei door de minister van BZK en Financiën een
overzicht verstrekt van de bijzondere uitkeringen met bijbehorende bedragen over het
lopende jaar (conform artikel 94 van de Wet).
7
17 Welke kosten zijn gemoeid met de aan het Rijk toebedeelde taken van de verscheidene 7
Antwoorden BES 5/6
ministeries?
Antwoord
Deze kosten zijn opgenomen in de individuele begrotingen van de ministeries. Na transitie
draagt elk departement de eigen verantwoordelijkheid voor de uitgaven. In het BES-fonds
zijn alleen de kosten opgenomen voor de vrije uitkeringen aan de openbare lichamen.
18 Is het jaarlijkse bedrag van eilandelijke inkomsten van 15 miljoen euro correct?
Antwoord
Nee, het betrof hier een raming. Nader onderzoek heeft verschuivingen zowel aan de batenals
aan de lastenkast laten zien. Dat is de reden dat de vaststelling van de definitieve vrije
uitkering zal afwijken van de eerder vastgestelde voorlopige vrije uitkering.
Daarnaast is het precieze bedrag aan eilandelijke inkomsten uit eilandsbelastingen vanwege
de verschuiving in het pakket aan belastingen voor 2011 nog niet geheel duidelijk. De
eilanden zijn vrij om al dan niet een belasting in te voeren. Wel is er bij de berekening van
de vrije uitkering rekening gehouden met het feit dat de eilanden wel een deel van de
algemene middelen uit eilandbelastingen moeten genereren.
7
19 Is dit bedrag van eilandelijke inkomsten gebaseerd op de nieuwe belastingwetten voor de
BES eilanden? Zo nee, wat is het bedrag aan inkomsten als hiermee wel rekening wordt
gehouden?
Antwoord
Dit is het geval. Bij het bepalen van het bedrag aan eilandelijke baten is alleen rekening
gehouden met de baten die de openbare lichamen hebben na de transitiedatum.
7
20 Wat zijn de eilandelijke inkomsten per eiland?
Antwoord
De eilanden bezitten autonomie om zelf belastingen te heffen. Momenteel is nog niet
bekend welke belastinginkomsten de eilanden zullen ontvangen. In de eilandelijke
begrotingen 2011 zal een besluit worden genomen over de invulling van nieuw te heffen
belastingen. De begrotingsbehandelingen waarbij de belastingverordeningen en de
tarifering worden vastgesteld vinden momenteel plaats op de eilanden.
7
21 Welke ministeries hebben ervoor gekozen om vooralsnog per transitiedatum de aan het Rijk
toebedeelde taken zelf uit te voeren, zonder tussenkomst van de openbare lichamen? Welke
redenen liggen daaraan voor hen ten grondslag? Op wat voor termijn kan verwacht worden
dat deze taken wel met tussenkomst van de openbare lichamen zullen worden uitgevoerd?
Antwoord
Zie de gegeven antwoorden bij vraag 14 en 16. Alleen de ministeries van Veiligheid en
Justitie en OCW hebben ervoor gekozen om bijzondere uitkeirngen te verstrekken voor het
uitvoeren van een rijkstaak. De redenen hiervoor zijn divers en kunnen per departement
verschillen. Dit is verder primair aan het vakdepartement.
7
22 Op welke wijze zal bij het instellen van een bijzondere uitkering rekening worden
gehouden met het belang van de BES eilanden om tijdig te weten over welke taken,
verantwoordelijkheden en middelen zij beschikken? Wat wordt als een tijdig moment
beschouwd en hoe verhoudt dit zich tot de opvatting van de BES eilanden hierover?
Antwoord
Het uitgangspunt is dat de openbare lichamen jaarlijks in mei worden geïnformeerd over de
7
Antwoorden BES 6/6
bijzondere uitkeringen over het volgende jaar, zodat zij tijdig over de betreffende
informatie beschikken (vergelijkbaar met de meicirculaire voor het gemeentefonds). In
uitzonderingssituaties (bijvoorbeeld omdat nog niet duidelijk is of de budgetten door de
Tweede Kamer ter beschikking worden gesteld) zullen de openbare lichamen later
geïnformeerd worden. Dit is primair een verantwoordelijkheid van de departementen, maar
de minister van BZK zal als systeemverantwoordelijke en op grond van de
overlegverplichting (zie artikel 91 van de wet) waken voor tijdige informatievoorziening
aan de eilanden. Zie voor de bijzondere uitkeringen over het jaar 2011 het antwoord
gegeven bij vraag 16.