Rijksoverheid
Reactie op onderzoek Dronkers over relatie met lerarentekort
Hierbij zend ik u mijn reactie op het artikel van de heer Dronkers over zijn
onderzoek: 'De relatie tussen leerkrachtentekort en de taal" en
natuurkundekennis en vaardigheden van 15 jarige leerlingen', zoals verzocht door
de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (2010D37785). Deze
reactie is in lijn met de beantwoording van de vragen van het lid Van der Ham
d.d. 27 september over dit onderzoek (2010Z13142).
Met belangstelling heb ik kennis genomen van het bovengenoemde artikel van De
heer Dronkers. Ik onderschrijf evenals hoogleraar Jaap Dronkers het belang van
voldoende en goed gekwalificeerde leraren voor de kwaliteit van ons onderwijs.
Met het doorzetten van het actieplan Leerkracht van Nederland door dit kabinet
wordt verder geïnvesteerd in de aanpak van het kwantitatieve en kwalitatieve
tekort op de onderwijsarbeidsmarkt. De investeringen op basis van het actieplan
Leerkracht nemen ieder jaar toe, tot ¤ 1 miljard structureel in 2020. Naast de
investeringen in extra beloningsmaatregelen gaat het om investeringen in
scholing (lerarenbeurs) en de kwaliteit van de lerarenopleidingen.
In het actieplan en de convenanten die daarover per sector zijn gesloten met de
sociale partners, staat vastgelegd dat schoolbesturen extra geld krijgen om meer
leraren in een hogere schaal te kunnen belonen. Dit vergroot de
loopbaanmogelijkheden en de aantrekkelijkheid van het lerarenberoep. Bovendien
drukken betere salarissen de maatschappelijke waardering uit voor docenten. En
het werkt. In het voortgezet onderwijs in de Randstad is het afgelopen jaar het
aandeel leraren dat betaald wordt in een hogere schaal met 9 procentpunt
gestegen.
De meest recente arbeidsmarktramingen laten zien dat vooral in het voortgezet
onderwijs de komende jaren nog veel nieuwe leraren nodig zijn. In deze sector
ontstaat door de uitstroom van oudere leraren de komende acht jaar een tekort
van circa 3.000 voltijdbanen. Zonder de beloningsmaatregelen uit het actieplan
Leerkracht zou het verwachte tekort in het voortgezet onderwijs echter twee keer
zo hoog zijn. Met de nieuwe maatregelen uit het Regeerakkoord " waaronder
prestatiebeloning" beoogt het kabinet het (verwachte) tekort verder terug te
dringen.
Een goede Nederlandse score op PISA is ook voor dit kabinet erg belangrijk. Dit
past in onze ambitie om tot de top 5 van kenniseconomieën te behoren, onder het
motto: de basis op orde en de lat omhoog. De heer Dronkers geeft aan dat
leerlingen waarschijnlijk beter scoren op de PISA"vakken als er voldoende goed
opgeleide leraren voor de klas staan. Hoeveel de gemiddelde PISA"scores van
Nederland omhoog zouden gaan bij een verdere verlaging van het kwalitatieve en
kwantitatieve lerarentekort valt echter niet precies te bepalen. Overigens werd in
het PISA"rapport 2006, waarbij Science het hoofdonderwerp was, duidelijk dat 3
procent van de leerlingen in Nederland te maken heeft met vacatures in de
science"vakken. Dit lijkt gering, maar 3% staat gelijk aan 30.000 leerlingen. En
iedere leerling is er één te veel. We moeten er daarom alles aan doen om er goed
opgeleide leraren voor terug te krijgen.
De heer Dronkers benadrukt de grote rol van het ouderlijk opleidingsniveau bij
het bepalen van de schoolprestaties. Daarnaast is de kwaliteit van de leraar ook
een zeer belangrijke factor. Lesgeven aan kinderen met een achterstand vraagt
om specifieke kennis. Er gebeurt op dit moment al veel om leraren hiervoor toe te
rusten. Scholing is hierbij van groot belang. Dat kan zowel via de initiële
lerarenopleiding als via nascholing. Eén van de (wettelijk vastgelegde)
bekwaamheidseisen voor leraren waartoe de lerarenopleiding opleidt, is het
kunnen omgaan met diversiteit binnen de leerlingenpopulatie en met verschillen
in (culturele) achtergronden. Deze eis krijgt een nadere invulling in de generieke
kennisbasis voor de lerarenopleiding, zoals die de komende jaren ingevoerd zal
worden. Door middel van nascholing kunnen leraren deze specifieke bekwaamheid
onderhouden en/of extra aandacht besteden aan deze bekwaamheid. Werkgevers
kunnen met het oog op de samenstelling van hun leerlingpopulatie in het kader
van het personeels" en scholingsbeleid besluiten dat nascholing van leerkrachten
op dit terrein nodig is. Hiervoor kunnen ze de middelen die ze hiertoe in de
lumpsum ontvangen aanwenden.
Ik hoop u via deze weg voldoende te hebben geïnformeerd.
de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Marja van Bijsterveldt"Vliegenthart