De Nederlandse Bank
Interview Wellink: 'Bazel III-akkoord is grote stap voorwaarts'
Nieuwsbericht
Datum 12 november 2010
De regeringsleiders van de G20 landen hebben vandaag in Seoul het
hervormingspakket van het Bazels Comité voor het bankentoezicht
bekrachtigd. Dit pakket aan maatregelen is het antwoord van het Comité
op de crisis en betekent een substantiële versteviging van het toezicht
wereldwijd. 'Een grote stap voorwaarts', zegt DNB-president Nout
Wellink, tevens voorzitter van het Bazels Comité in een vraaggesprek.
Wat houden de nieuwe kapitaaleisen in en waarom zijn deze nodig?
Banken moeten meer kapitaal gaan aanhouden, hogere buffers dus voor als
het mis gaat, en bovendien moet dat kapitaal van hoge kwaliteit zijn.
Het moet meer dan voorheen zoveel mogelijk bestaan uit aandelenkapitaal
en reserves, zodat bij grote verliezen niet allerlei derden beslag
kunnen leggen op dit kapitaal. Aandelenkapitaal en reserves staan
permanent tot de beschikking van de bank, kennen geen contractuele
uitkeringen en voldoen hier dus aan. Dit in tegenstelling tot allerlei
vormen van kapitaal die eerder wél meetelden in de buffer maar die als
het puntje bij het paaltje kwam minder waard bleken dan we dachten.
Verder moeten banken tegenover complexe activiteiten en producten,
zoals securitisaties en ingewikkelde handelsboekproducten, ook meer
reserves aanhouden. Eventuele verliezen die bij dit soort activiteiten
optreden kunnen dan uit deze reserves worden gedekt.
Wat merken de banken hiervan en wat merk ik er als consument
uiteindelijk van? Kan ik als consument of als ondernemer nog wel
gemakkelijk krediet krijgen? En wat is de schade aan de economische
groei?
De consument en ondernemer zullen vooral in de overgangsfase merken dat
banken zich aanpassen aan Bazel III. Banken zullen hun eigen vermogen
proberen aan te vullen, bijvoorbeeld door vergroting van rentemarges.
Dit kan leiden tot lagere rentes op spaarrekeningen en hogere
rentetarieven voor leningen. Ook kunnen hogere kapitaaleisen leiden tot
strengere voorwaarden bij het verlenen van een krediet. Maar als de
banken eenmaal hun buffers op een hoger niveau hebben gebracht, heeft
dit ook merkbare voordelen. Banken met hogere buffers zijn beter in
staat bedrijven en gezinnen door slechte tijden heen te helpen. Dat
draagt bij aan een stabielere economische groei.
Zijn deze kapitaaleisen voldoende om een nieuwe crisis te voorkomen?
Je weet nooit precies hoe een volgende crisis eruit gaat zien, want een
kenmerk van een crisis is altijd dat er onverwachte nieuwe dingen in
zitten. Maar voor zover we nu weten hoe een volgende crisis eruit zal
zien zeg ik: ja, met deze regels kunnen we een herhaling voorkomen.
Maar het is wel een 'ja' met een voorbehoud. Er is namelijk nog veel
meer te doen. De cruciale volgende stappen moeten nog worden gezet, en
dan heb ik het over de implementatie bij de banken en de invulling die
ook de toezichthouder aan de nieuwe regels gaat geven. Want hoe stevig
de nieuwe standaarden ook zijn en hoe deze de stabiliteit en veerkracht
van banken en het financiële systeem ook zullen verbeteren, zonder
goede implementatie en zonder naleving onder dwang van de
toezichthouder, op nationaal en in ons geval op Europees niveau, wordt
dat doel niet bereikt.
Werd de noodzaak van nieuwe kapitaaleisen al ingezien voordat de crisis
in alle hevigheid toesloeg? Of is er eerst altijd een crisis nodig?
Een crisis helpt altijd als je regels wilt aanscherpen, maar veel van
de nieuwe elementen uit Bazel III stonden in feite al hoog op de agenda
vóórdat de crisis in alle hevigheid losbarstte. Toen ik aantrad bij het
comité in het najaar van 2006 hadden zaken als de aanscherping van de
definitie van kapitaal en de leverage ratio al de revue gepasseerd bij
de totstandkoming van Bazel II, de voorganger van wat er nu op tafel
ligt. Maar het werk was vaak niet of nog maar nauwelijks opgestart, en
dat gold bijvoorbeeld ook voor de nieuwe liquiditeitsstandaarden, die
banken ertoe zullen dwingen voldoende liquide middelen aan te houden en
zichzelf op een stabiele wijze te financieren. Nu maken ze wél
onderdeel uit van Bazel III, en dat is een grote stap voorwaarts.
Overigens hebben we in het Comité altijd gezegd dat Bazel II een
'living document' was, en dat zal wellicht ook met het nu voorliggende
Bazel III-akkoord zo zijn: het zal in de toekomst aangepast moeten
worden aan de financiële innovatie die in de markten plaatsvindt, dus
aan alle nieuwe ontwikkelingen die we in de toekomst weer gaan zien. En
dat was ook al zo: al vóór het uitbreken van de crisis hadden we
bijvoorbeeld onze twijfels bij de toen geldende regels voor marktrisico
en handelsboek, en toen al zijn we begonnen aan nieuwe regels voor
marktrisico en complexe producten. In juli 2009 heeft het Bazels Comité
een verzwaring aangekondigd van de solvabiliteitseisen voor complexe
activiteiten en posities in het handelsboek. Deze nieuwe standaarden
worden eind 2011 ingevoerd.
Wat waren de moeilijkste dossiers? Hoe heeft u uiteindelijk een
compromis weten te bereiken? Welke tactiek heeft u daarbij gebruikt?
Het moeilijkst was het uitwerken van de standaarden voor liquiditeit,
vooral omdat het hier volledig nieuwe wereldwijde standaarden betrof.
Wij hadden ze wel in Nederland, maar in de rest van de wereld kwamen ze
nog weinig voor. Het introduceren van een nieuwe set van standaarden is
op zich al complex, maar voor de vereisten aan de liquiditeit is,
anders dan voor de vereisten aan kapitaal waar we al ruime ervaring mee
hebben, nog weinig informatie voorhanden waarmee we een aanvaardbaar
niveau kunnen vaststellen. Het Comité wil zorgvuldig te werk gaan bij
het afronden van dit onderdeel en heeft er daarom voor gekozen de
nieuwe liquiditeitsstandaarden pas in te voeren na een
observatieperiode. Tijdens deze periode zal de impact van de nieuwe
standaarden in de gaten worden gehouden om er zeker van te zijn dat de
uiteindelijke liquiditeitstandaarden zullen uitwerken zoals ze bedoeld
waren.
Welk punt vindt u jammer dat niet is binnengehaald?
Innovaties gaan altijd sneller dan wetgevers en toezichthouders kunnen
reageren, maw moet er binnenkort weer aan Basel IV worden gewerkt.
Zoals gezegd geldt ook voor Bazel III dat het een `living document' is,
en de kans is zeker aanwezig dat we snel weer achter de feiten
aanlopen. Financiële innovaties gaan snel en het is heel goed mogelijk
dat het raamwerk voor marktrisico, handelsboek en complexe producten op
de middellange termijn niet meer up-to-date zal zijn. In dat verband
kan ik bijvoorbeeld zeggen dat het Comité nu al weer werkt aan een
fundamentele herziening van de eisen voor het handelsboek om uit te
sluiten dat er arbitrage mogelijkheden aanwezig zijn tussen het
handelsboek en het bankenboek. We willen er immers voor zorgen dat
banken niet opnieuw de kans krijgen om via de mazen in de regels de
kapitaaleisen te omzeilen.
---