Vrije-uitloopkippen aantrekkelijke prooi voor roofvogels


Innovatieve proef bij pluimveehouders van start

DRIEBERGEN, 20101112 -- Kippen die vrij rondlopen blijken een aantrekkelijke prooi te zijn voor roofvogels. Om dit probleem van roofvogels aan te pakken, start het Louis Bolk Instituut een proef bij pluimveehouders. Een methode is het gebruik van onzichtbaar gemaakt schrikdraad waardoor roofvogels op afstand te blijven. Het idee om roofdieren af te schrikken is o.m. afkomstig uit een succesvolle Amerikaanse proef waarbij coyotes werden geweerd bij kuddes schapen. Het onderzoek is in samenwerking met de Dierenbescherming, het Faunafonds, het Ministerie van EL&I en ecologische adviesbureau´s opgesteld.

Vrije uitloopkip nieuwe prooi voor roofvogels
In Nederland lopen naar schatting 4,6 miljoen leghennen buiten. Uit onderzoek blijkt dat ca. 40% van de biologisch gehouden kippen last heeft van uitval door roofdieren. Lokaal kan deze uitval oplopen tot honderden dieren per jaar. Naast een economisch verlies voor de pluimveehouder brengt de nabijheid van roofdieren ook veel onrust onder de kippen. Ze durven minder gebruik te maken van de vrije uitloop. In de toekomst nemen de problemen met roofvogels toe, is de verwachting. Dit komt enerzijds door een toename van het aantal uitloopbedrijven en anderzijds doordat de kippenuitloop aantrekkelijker gemaakt wordt. Daardoor hebben kippen de neiging om nog meer buiten te scharrelen en specialiseren lokale roofvogels zich op het eten van hun nieuwe prooi, de vrije-uitloopkip.

Amerikaanse proef succesvol voorbeeld
Het Louis Bolk Instituut uit Driebergen en Cabwim Consultancy uit Assen starten de proef met behandelde kippenkarkassen om zo roofvogels af te leren kippen te vangen en op te eten. De proef is onder meer gebaseerd op een eerdere succesvolle Amerikaanse proef waarbij coyotes geweerd werden bij kuddes schapen. Prooidieren - in dit geval de reeds gestorven kippen van de pluimveebedrijven, - worden vooraf omwikkeld met onzichtbaar gemaakt schrikdraad of behandeld met een misselijk makend zout. De roofvogel die van een dergelijk kippenkarkas eet, gaat naar verwachting deze prooisoort associëren met een schok of met misselijkheid. De onderzoekers hopen dat de roofvogels daardoor de kippen laten lopen en zich weer op hun natuurlijke prooidieren zoals muizen, wormen en vogeltjes gaan richten. Sterker nog, deze roofvogels kunnen een nuttige bondgenoot zijn door ook hun soortgenoten uit de buurt van de kippenuitlopen te weren en hun jongen te leren geen kippen te eten. Op deze manier kunnen roofvogels en pluimveebedrijven in betere harmonie met elkaar voortbestaan.

Zorgvuldige voorbereiding cruciaal
Het Louis Bolk Instituut heeft het onderzoek in nauwe samenwerking met Dierenbescherming, Faunafonds, twee ecologische adviesbureaus, een aantal pluimveehouders en ambtenaren van EL&I opgezet. Projectleider Monique Bestman: "Uit ons overleg blijkt deze aanpak het meest kansrijk. Een zorgvuldige voorbereiding is cruciaal. We willen namelijk alleen dit probleemgedrag van roofvogels bij vrije uitloopkippen aanpakken. Hun natuurlijke gedrag moet niet beperkt worden. Daarom staan diverse experts uit het veld ons bij. Uit het Amerikaanse voorbeeld blijkt dat roofdieren goed in staat zijn terug te keren naar hun oorspronkelijke natuurlijke prooi."

Over het Louis Bolk Instituut
Het Louis Bolk Instituut is een internationale, onafhankelijke onderzoeks- en adviesorganisatie die dankzij haar participatief onderzoek en advies oplossingen biedt voor knelpunten in de biologische en duurzame landbouw, voeding en gezondheidszorg. Bij het Louis Bolk Instituut zijn ongeveer 65 werknemers actief vanuit het hoofdkantoor in Driebergen en kantoren in Accra (Ghana) en Kampala (Oeganda). Belangrijke opdrachtgevers zijn onder andere Provincies en de Europese Commissie en het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (voormalig LNV), financier van dit Biokennisproject.

Louis Bolk Instituut