Rijksoverheid


Bijlage met antwoorden Kamervragen begrotingsstaten ministerie van Veiligheid en Justitie

Kamerstuk | 15-11-2010 | VenJ

32 500 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2011
Nr. ...
VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN
ANTWOORDEN
Vastgesteld ........ 2010

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties1, belast met het voorbereidende onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.
De op 27 oktober 2010 voorgelegde vragen zijn, bij brief van ......….. 2010, beantwoord door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid. De fungerend voorzitter van de commissie,
Van Beek
De waarnemend griffier van de commissie,
Hendrickx
115 Kunt u de toename van personele kosten verklaren van 362.229 naar 372.075 als we ervan uitgaan dat er een loonstop is voor politiemensen? Graag een gedetailleerd overzicht. 91
Antwoord:
Het vermelde bedrag van personele kosten voor het jaar 2010 is afkomstig uit de vastgestelde begroting 2010 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2009-2010, 32 124 hoofdstuk VII, nr.2). Dit bedrag is in het voorjaar 2009 berekend op basis van het prijspeil 2009. De stijging is voornamelijk het gevolg van actualisering op het juiste prijspeil en conform de gemaakte afspraken uit de politie CAO.
116 In hoeverre wordt de ontwikkeling van de afschrijvingskosten en de rentekosten door ingebruikname van de nieuwe luchtvloot? Graag specificeren en dat ook graag voor de vervanging van interceptieapparatuur? Gaarne ook voor de daling van aantal vaartuigen. 92
Antwoord:
De helikopters kennen een afschrijvingstermijn van 20 jaar. De avionica (politieopsporingsapparatuur) kent een afschrijvingstermijn van ca 7 jaar. Het interieur van de politiehelikopter (bijvoorbeeld stoelen) kent een afschrijvingstermijn van 10 jaar. Conform deze gegevens zijn de kapitaallasten verwerkt in de begroting vanaf het moment dat contracten zijn gesloten in 2007.
De vervanging van de interceptie-apparatuur was noodzakelijk omdat het benodigde onderhoud niet langer gegarandeerd werd door de leverancier vanwege de ouderdom van het systeem. Vitale onderdelen waren niet langer door de leverancier te leveren. De situatie ontstaat dan dat de taak niet meer uitgeoefend kan worden. Het nieuwe interceptiesysteem kent een afschrijvingstermijn van 5 jaar. De leverancier garandeert het onderhoud tot 7 jaar. Er heeft een reductie plaatsgevonden van het aantal boten door de aanschaf van een ander type boot, zonder dat de politietaak wordt aangetast. De afschrijvingstermijn bedraagt 10 jaar en is op die wijze verwerkt in de begroting.
130 Wat gaat u doen aan korpsen die bonnenquota hanteren? 1000 Antwoord:
Op 4 november heb ik de korpsbeheerders per brief dringend verzocht per direct uitvoering te geven aan de afspraak in het Regeerakkoord dat bonnenquota verdwijnen. Bonnen mogen geen doel op zich zijn. De politie dient de ruimte te hebben om op basis van vakmanschap en gezaghebbend optreden zelf te bepalen wanneer het uitschrijven van een bon noodzakelijk is. Burgers moeten weten dat zij alleen een bon krijgen als hun gedrag hiertoe aanleiding geeft, waarbij iedere schijn vermeden moet worden dat het behalen van een streefcijfer hierbij een rol speelt. Het sturen op bonnen wordt sinds 2007 al niet meer landelijk gedaan, en de korpsen zullen hier ook onmiddellijk mee moeten stoppen. 131 Wordt er nog subsidie verstrekt voor (de uitrol van) het Keurmerk Veilig Ondernemen voor Bedrijventerreinen? Zo ja, hoeveel en op welke begrotingspost staat die subsidie? Zo nee, waarom niet?
1000
Antwoord:
Gezien de financiële situatie zijn er vanaf 2011 geen gelden meer gereserveerd voor het Keurmerk Veilig Ondernemen. Het Nationaal Platform Criminaliteitsbeheersing (NPC) heeft mij op 1 november 2010 verzocht dit te heroverwegen. Daar beraad ik me op. 132 Is het mogelijk voortaan de Vakvereniging Brandweer Vrijwilligers (VBV) te betrekken bij beleidsontwikkeling aangaande de brandweer? Zo nee, wat zijn de redenen en/of overwegingen om dit niet te doen?
1000
Antwoord:
Door vertegenwoordigers van V&J wordt regulier overlegd met het bestuur van de VBV. Daarnaast is de VBV betrokken bij landelijke beleidsontwikkelingen zoals het besluit veiligheidsregio, het besluit kwaliteit personeel veiligheidsregio's en het project voertuigbezetting. Tevens is de VBV door middel van een brief onder de aandacht gebracht van bestuurders en het brandweerveld.
133 Is bij het vertrek van de directeur van de VtsPN een vertrekregeling van toepassing geweest? Heeft hij hierbij een vertrekpremie, gouden handdruk of anderszins een financiële beloning gekregen? Zo ja, hoe hoog was deze?
1000
Er zijn geen afspraken gemaakt over een vertrekpremie of een gouden handdruk. Bij het terugtreden van betrokkene is afgesproken dat de vts PN en betrokkene gericht zoeken naar een nieuwe passende functie en dat 4 jaar lang de rechtspositionele afspraken onverkort in tact blijven (met uitzondering van de auto met chauffeur). Dit betekent dat ­ indien nodig - de vts PN het verschil overbrugt tussen het oorspronkelijke salaris en het nieuwe salaris. Betrokkene is met ingang van 1 mei 2010 formeel benoemd tot Directeur Politie bij het KLPD. Het gaat om een tijdelijke benoeming; in deze functie is betrokkene gedetacheerd vanuit de vtsPN bij het KLPD tot 1 januari 2013. Dit is een functie die salarieel lager wordt gewaardeerd dan de functie van Algemeen Directeur van de vts PN, het verschil wordt door de vts PN, zoals afgesproken, overbrugd.
134 Waarom worden er 500 agenten specifiek aangesteld als animal cops? Betekent dit geen overlap met inspecties? Ligt het niet meer voor de hand om deze agenten in de eerste plaats voor de opsporing van andere misdrijven aan te stellen? 1000
Antwoord:
In het regeerakkoord is afgesproken om harder te gaan optreden tegen dierenverwaarlozing en dierenmishandeling door onder meer de aanstelling van animal cops. Het op de juiste manier kunnen omgaan met de opsporing van dierenverwaarlozing en dierenmishandeling vergt specifieke kennis. Bovendien blijken daders van dierenmishandeling ook vaak andere delicten te plegen. Daarom wordt hier een specifieke voorziening voor getroffen. Om overlap met de inspecties te voorkomen zullen goede afspraken moeten worden gemaakt tussen de diverse handhavingsinstanties.
135 Op welke manier wordt voorkomen dat bij de invoering van de nationale politie de lokale zeggenschap van burgemeesters en gemeenteraden kracht verliest? 1000
Antwoord:
Het gezag over de politie wijzigt niet en blijft in handen van de burgemeester en de officier van justitie. Op deze wijze blijft verzekerd dat de politiezorg is afgestemd op lokale wensen en behoeften. Om de band tussen politie en lokaal gezag sterker te maken ben ik voornemens de volgende extra maatregelen te treffen:
* Wettelijk wordt vastgelegd dat de burgemeester en de politie afspraken maken over de bijdrage van de politie aan het lokale veiligheidsbeleid. Op deze manier wordt nadrukkelijker aan de voorkant voor afstemming gezorgd tussen de lokale wensen en de te leveren inzet en prestaties door de politie in een bepaalde gemeente.
* Wettelijk wordt vastgelegd wat de rol en taken van de lokale gezagsdriehoek zijn. In de driehoek stemmen de burgemeester en het OM hun opdracht aan de politie onderling af, zetten zij de lokale beleidslijn uit en bepalen zij de lokale prioriteiten.
* Wettelijk wordt geregeld dat de burgemeester verantwoording verschuldigd is aan de gemeenteraad expliciet over de uitoefening van zijn gezag over de politie.
* Geregeld wordt dat de lokale gezagsdragers zwaarwegende invloed hebben op de benoeming van de lokale politiechef.
Daarnaast zullen alle burgemeesters uit een regio met elkaar afstemmen over het regionale politiebeleid, prioriteiten en de daarbij behorende capaciteitsverdeling. 136 Is het waar dat het grondvlak niet betrokken is bij de aanschaf van nieuwe portofoons voor de brandweer? Waarom is dat niet gebeurd?
1000
Antwoord:
De brandweer was vertegenwoordigd bij de totstandkoming van de selectiecriteria die gehanteerd worden door de landelijke inkoopcombinatie LARA (Landelijke Aanbesteding Randapparaten).
Ten tijde van de aanbesteding randapparatuur (onder de zogenaamde LARA2) is de brandweer samen met de overige disciplines onderdeel geweest van zowel een Expertgroep als een Technische commissie. De Expertgroep heeft het aanbestedingstraject begeleid, terwijl de Technische commissie het plan van eisen met betrekking tot de functioneel technische specificaties van de randapparatuur heeft samengesteld. Ook is door de beheerder van het C2000-netwerk (Voorziening tot Samenwerking Politie Nederland) een klantenpanel ingericht. Deze groep met vertegenwoordigers uit de vier disciplines (waaronder de Brandweer) brengt advies uit over de portofoons die in de catalogus moeten komen waaruit het veld kan kiezen. 137 Kunt u aangeven welke 9 veiligheidsregio's momenteel aan de basisvereisten voldoen en welke 16 niet? En in welke 3 (van de 16) regio's zullen wellicht maatwerkmaatregelen? Kunt u nader ingaan op deze maatwerkmaatregelen ?
1006
Antwoord:
De bron van de tekst in de beleidsagenda is de IOOV rapportage 'Staat van de rampenbestrijding' (Kamerstukken 29 517 nr. 40). Voor deze rapportage heeft de IOOV gekeken naar een aantal deelaspecten van de Wet veiligheidsregio's en het Besluit veiligheidsregio's, waaronden o.a. de zogenaamde basisvereisten. De term 'basisvereisten' is een informele term die wordt gebruikt om de bepalingen uit hoofdstuk 2 van het Besluit veiligheidsregio's aangaande alarmering, opschaling en informatiemanagement van de regionale crisisorganisatie te duiden. De vermelding dat regio's voldoen aan de basisvereisten betekent dus enkel dat de IOOV bij haar rapportage over dit deelaspecten van het Besluit veiligheidsregio's heeft geconstateerd dat negen regio's in behoorlijke mate voldoen aan deze deelaspecten. Het betreffen de veiligheidsregio's Rotterdam-Rijnmond, Kennemerland, Twente, Noord- en Oost-Gelderland, Gelderland-Midden, Noord-Holland- Noord, Zuid-Holland-Zuid, Brabant-Zuidoost en Zuid-Limburg. Een paar regio's behoren tot de achterhoede. Dit betreft de regio's Drenthe, Zeeland en Zaanstreek-Waterland. Deze zijn weliswaar druk bezig, maar hebben naar verwachting erg veel moeite om werkelijke verbeteringen door te voeren en ook vast te houden. De beleidsmatige inspanning zijn gericht op een permanente dialoog met alle regio's over de implementatie van de Wet veiligheidsregio's, waaronder ook het drietal uit de achterhoede. Het treffen van zogenaamde maatwerkmaatregelen is nog niet aan de orde. De wet kent namelijk een overgangsperiode van 1 jaar waarbinnen de regio's een gemeenschappelijke regeling, een risicoprofiel, een beleidsplan en een crisisplan dienen vast te stellen. Op 1 oktober 2011 dient dit allemaal gereed te zijn. Gedurende deze overgangsperiode wordt de vooruitgang van de regio's gemonitord door de beleidsdirectie van Veiligheid en Justitie, worden voortgangsgesprekken met de regio's gevoerd en wordt ondersteuning geboden bij de interpretatie van de Wet en de besluiten. De IOOV heeft door middel van de rapportage 'Staat van de rampenbestrijding' inzichtelijk gemaakt welke verbeteringen door de regio's dienen te worden doorgevoerd. De regio's stellen hiertoe verbeterplannen op en delen deze met het ministerie van VenJ. Verder zal de IOOV gedurende deze periode de voortgang van de regio's blijven volgen en eind 2012/begin 2013 wederom een rapportage 'Staat van de rampenbestrijding' opleveren.
138 Wat zijn in en na 2011 de concrete doelstellingen uitgedrukt in een percentage en een streefjaar als het gaat om de reductie van criminaliteit dan wel verbetering van de veiligheid?
1006
Antwoord:
Maatregelen om de criminaliteit te reduceren en de veiligheid te verhogen zijn opgenomen in het regeerakkoord. Deze worden de komende periode verder uitgewerkt. 139 Wat houden de maatwerkmaatregelen in die bij drie veiligheidsregio's zonodig getroffen zullen worden? Waarom is hier maatwerk nodig?
1006
Antwoord:
Alle regio's hebben 2010 en 2011 nodig om aan eisen uit de Wet veiligheidsregio's te kunnen voldoen. Echter een drietal regio's behoort tot de achterhoede. Deze zijn weliswaar druk bezig, maar hebben naar verwachting erg veel moeite om werkelijke verbeteringen door te voeren en ook vast te houden. Het treffen van zogenaamde maatwerkmaatregelen is nu nog niet aan de orde. De wet kent namelijk een overgangsperiode van 1 jaar waarbinnen de regio's een gemeenschappelijke regeling, een risicoprofiel, een beleidsplan en een crisisplan dienen vast te stellen. Op 1 oktober 2011 dient dit allemaal gereed te zijn. Gedurende deze overgangsperiode wordt de vooruitgang van de regio's gemonitord, worden voortgangsgesprekken met de regio's gevoerd en wordt ondersteuning geboden bij de interpretatie van de Wet en de besluiten. De IOOV heeft door middel van de rapportage 'Staat van de rampenbestrijding' inzichtelijk gemaakt welke verbeteringen door de regio's dienen te worden doorgevoerd. De regio's stellen hiertoe verbeterplannen op en delen deze met VenJ. De IOOV zal daarnaast deze regio's begeleiden bij het invullen van hun wettelijke oefenverplichting zodat zij daarin de geconstateerde tekortkomingen nadrukkelijk als oefendoel opnemen. Verder zal de IOOV gedurende deze periode de voortgang van de regio's blijven volgen en eind 2012/begin 2013 wederom een rapportage 'Staat van de rampenbestrijding' opleveren.
140 In hoeverre betreft de invoering van 50 extra forensisch assistenten en 500 extra wijkagenten een papieren werkelijkheid? Waaruit blijkt dat deze mensen ook extra gekomen zijn, bovenop de bestaande formatie?
1006
Antwoord:
Eind 2007 is een nulmeting gedaan van het aantal wijkagenten. De forensisch assistent is een nieuwe functie. De korpsen leveren zelf jaarlijks deze gegevens aan. Op basis van deze aanlevering van de Politie-personeelsgegevens die in het PolBIS-systeem worden bijgehouden, wordt door het ministerie van VenJ vastgesteld hoeveel fte's er bij zijn gekomen. In de jaarrekening leggen de politieregio's verantwoording af over de besteding van de bijzondere rijksbijdragen voor de realisatie van extra wijkagenten en van forensisch assistenten. Ook worden deze gegevens indien hiertoe aanleiding is besproken in de jaarlijkse voortgangsgesprekken met de korpsen.
141 Wat is het gevolg van het voornemen om tot een nationale politie te komen voor de vorming van een Politiedienstencentrum?
1007
Antwoord:
Met de komst van nationale politie is het doel van het kabinet om de politie efficiënter, effectiever en flexibeler te laten opereren zodat de politie voldoende toegerust zal zijn om de uitdagingen van de toekomst aan te kunnen. De politie zal een grotere eenheid worden op het terrein van het beheer. Dit zal de kwaliteit van het politiewerk vergroten. De vorming van nationale politie zal een positief effect hebben op het voornemen om te komen tot een Politiedienstencentrum.
142 Hoe kan het dat de asielgerelateerde kosten opgehoogd zijn? Is er een toenemende instroom van asielzoekers te verwachten (of al ontstaan)? Is dit in overeenstemming met het regeringsbeleid, nu wordt gemeld dat '... de raming van de asielgerelateerde kosten van de politie is opgehoogd op basis van de recente inzichten over de instroom van asielzoekers.'? 1008
Antwoord:
Het volumecijfer van 10.500 dateert uit eerdere Justitiebegrotingen en betreft een modelmatige aanname die niet werd gebaseerd op de gerealiseerde aantallen in de afgelopen jaren.
De begroting werd in die systematiek gedurende het jaar bijgesteld bij de Voor - en Najaarsnota. Met ingang van de begroting 2011 is in overleg met de minister van Financiën een meer realistische raming van 17.000 opgenomen. De ophoging van de asielgerelateerde kosten is gerelateerd aan de meer realistische raming van 17.000. 143 Kunt u concreet aangeven of inderdaad kan worden aangenomen dat de benodigde instroom van minimaal 1600 aspiranten voor het jaar 2011(en de jaren daarop) zal worden gehaald? 1009
Antwoord:
De instroom van aspiranten is bedoeld om de sterkte van de politie op peil te houden. De sterkteambitie van dit kabinet is hoger, dan die van het vorige. Wat dit precies betekent voor de hoeveelheid aspiranten die moet instromen, wordt op dit moment nader uitgewerkt. 144 Voor handhaven van de capaciteit bij de politie (vergrijzing) wordt de meerjarenraming met ¤ 14 mln. structureel verhoogd. Bent u er zeker van dat dit genoeg is, ook ten aanzien van de 500 extra wijkagenten ?
1009
Antwoord:
Ja, ik schat op dit moment in, dat dit structurele bedrag voldoende is om de extra kosten van de vergrijzing op te vangen.
Voor de 500 extra wijkagenten is een apart budget gereserveerd. 145 Kunt u het terrein (van Innovatie Veiligheid) 'opereren in netwerken' nader toelichten? 1009 Antwoord:
Binnen de overheid bestaan verschillende ketens, bijvoorbeeld rond strafrecht en vreemdelingen, rampen- en crisisbestrijding, grenstoezicht etc. Beschikbaarheid van alle relevante informatie binnen die ketens maakt een efficiëntere en effectievere uitvoering van taken mogelijk. Het thema 'opereren in netwerken' streeft naar een effectieve en efficiënte samenwerking tussen de vele partijen en verschillende niveaus ten behoeve van een veiliger Nederland. Hierbij staat volledig interoperabel optreden centraal; het laten samenwerken van systemen, organisaties én mensen door de juiste informatie op het juiste moment bij de juiste personen beschikbaar te stellen.
Het gaat hierbij om het verbinden van meerdere werelden met hun eigen taal, standaarden en procedures, waarbij iedereen elkaar moet kunnen en willen begrijpen om tot een effectieve en efficiënte samenwerking te komen. Om tot interoperabiliteit van de deelnemende partijen te komen moeten uitdagingen op de volgende onderwerpen worden opgelost: procedures/standaarden; procedures en standaarden bij de betrokken partijen zijn verschillend en sluiten niet op elkaar aan. Wet- en regelgeving zorgen daarnaast ook vaak voor blokkades in effectief en efficiënt optreden. organisatie; De huidige inrichting van organisaties is (solitair) gericht op eigen bedrijfsvoering. Bij een veranderende wijze van samenwerking moet de inrichting van de afzonderlijke organisaties worden afgestemd op het werken in de keten. besluitvorming/sturing: Bij veranderende procedures/standaarden, organisaties en technologische ondersteuning moet besluitvorming/sturing hoogstwaarschijnlijk ook veranderen.
training en opleiding; Voor een effectieve en efficiënte samenwerking zal men ook gezamenlijk moeten opleiden en trainen.
techniek; technische systemen zullen interoperabel moeten worden gemaakt. personeel; personeel moet in staat zijn/worden gesteld om te werken met nieuwe middelen en werkwijzen en bereid zijn om samen te werken. 146 Kunt u meer in detail aangeven waar de ¤ 12 mln die structureel is ingeboekt voor veiligheid en bestuur als gevolg van de transitie van de BES-eilanden aan zal worden besteed ? 1010
Antwoord:
Dat zal in hoofdzaak worden besteed aan het beheer van het politiekorps van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en het beheer van het brandweerkorps van Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Op grond van de Rijkswet politie en de veiligheidswet BES berust het beheer van deze korpsen bij de minister. Het spreekt voor zich dat een substantieel deel van het budget gerelateerd is aan de personele uitgaven voor politie en brandweer op deze eilanden. 147 Welke spelers zijn betrokken bij het Nationale Crisis- en Veiligheidsbeleid? Kunt u aangeven op welke wijze een adequate communicatie en samenwerking wordt gerealiseerd tussen de diverse spelers die betrokken zijn bij het Nationale Crisis- en Veiligheidsbeleid? 1011 13
Antwoord:
Voor het Nationale Crisis- en Veiligheidsbeleid wordt er samengewerkt met alle departementen en inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Daarnaast wordt er afhankelijk van het onderwerp dat aan de orde is samengewerkt met het bedrijfsleven (vitale sectoren), veiligheidsregio's, maatschappelijke organisaties, kennisinstellingen, planbureaus en universiteiten. In internationaal verband wordt er samengewerkt met de EU en intergouvernementele organisaties zoals de OECD en de NAVO. 148 Hoeveel wordt uitgetrokken voor de 'Denk Vooruit' campagne voor 2011 en verdere jaren? 1011 14 Antwoord:
De 'Denk Vooruit' campagne, sinds 2010 'Goed voorbereid zijn heb jezelf in de hand', zal in 2011 gericht zijn op de introductie van het alarmeringssysteem NL-Alert. Het budget voor de campagne is nog niet definitief vastgesteld maar zal naar verwachting circa 1,5 miljoen euro bedragen. Dit bedrag is voor de landelijke publiekscampagne en specifieke communicatie-uitingen in de regio's. Per jaar wordt bezien óf er een landelijke campagne nodig is en zo ja op welke wijze daaraan invulling wordt gegeven. 149 Wat is de stand van zaken ten aanzien van de financiering van de Amber Alert? Wordt hieraan nog steeds een rijksbijdrage gegeven?
1011 14
Antwoord:
Zoals ik in antwoord op vragen van het lid Van der Staaij (2009Z10056) aangaf ben ik van mening dat het publieke belang van Amber Alert dusdanig groot is dat het ontvangen van sms-jes voor de burger kostenloos moet zijn. Daarom draag ik die kosten. 150 Hoeveel departementen zijn inmiddels aangehaakt bij de NCC-academie? 1011 15 Antwoord:
Alle ministeries nemen deel aan het programma van de NCC academie. Het betreft een speciaal voor de rol van crisismanager uitgewerkte programma van opleidingen, trainingen en oefeningen.
151 Kunt u nader uiteenzetten hoe de verantwoordelijkheid om veiligheid te (helpen) bieden door het nieuwe kabinet wordt ingevuld (kaders en normen, ondersteuning etc)? 1011 18
Antwoord:
Veiligheid is een kerntaak van de overheid, 100% veiligheid kan echter niet worden gegarandeerd. Het kabinet stimuleert veiligheid op verschillende manieren. Dit gaat van krachtig aanpakken van criminaliteit en veiligheid in wijken tot beschermen van de nationale veiligheid. De overheid doet wat ze vanuit haar taken en verantwoordelijkheden moet doen. Dit kabinet draagt daarom zorg voor een adequate politiezorg door vorming van een nationale politie, het versterken van de strafrechtketen en verder professionaliseren van de veiligheidsregio's. Dit ontslaat burgers en bedrijven er echter niet van ook zelf verantwoordelijkheid te nemen voor de eigen veiligheid. Zo kunnen burgers de overheid ondersteunen in de opsporing met behulp van burgernet en sms-alert en stimuleert de overheid de zelfredzaamheid van burgers. Bedrijven spelen een belangrijke rol in bijvoorbeeld de bescherming van de vitale infrastructuur. Overheid en bedrijfsleven werken hierin nauw samen. Met betrekking tot vergunningplichtige commerciële evenementen van incidentele aard is het kabinet van mening dat de verhouding tussen private baten en publieke lasten niet in balans is. Om deze reden komt het kabinet met een voorstel omtrent doorberekening van veiligheidskosten aan deze organisatoren. 152 Wat is de reden dat er met een aantal veiligheidsregio's geen convenanten zijn gesloten met 1011 18 aanvullende afspraken?
Antwoord:
Er zijn alleen convenanten met regio's afgesloten die overgingen tot regionalisering van de brandweer. Aangezien regionalisering geen verplichting was onder het toenmalige kabinet, kon niet met alle regio's een convenant worden afgesloten. 153 Wat betekent het terugdringen van het aantal politieregio's voor de veiligheidsregio's zoals we recent hebben ingevoerd en die op dezelfde schaal zijn georganiseerd? 1011 18
Antwoord:
Op 1 oktober jl is de Wet op de Veiligheidsregio's (WVR) in werking getreden. Alle veiligheidsregio's zijn volop doende invulling te geven aan de veiligheidsregio en de eisen die de nieuwe wet stelt. Het kabinet steunt deze ontwikkeling, de veiligheidsregio is immers ingesteld om burgers beter te beschermen tegen de risico's van brand, rampen en crises en om de burger betere hulpverlening en nazorg te kunnen geven na een brand, ramp of crisis. De buitengrenzen van de 25 veiligheidsregio's zijn congruent aan de grenzen van de voorziene 10 regionale politie-eenheden, waarbij de grenzen van de tien arrondissementen van de gerechtelijke kaart leidend zijn.
De vorming van de nationale politie en de schaalvergroting van de regionale eenheden vraagt om een aanpassing van de relatie tussen de politieorganisatie en de veiligheidsregio. De politie moet en zal uiteraard haar bijdrage blijven leveren aan de veiligheidsregio. Het is essentieel dat er heldere afspraken zijn over de politie-inzet en ­aanpak op het terrein van de veiligheidsregio.
Teneinde een goede operationele en bestuurlijke koppeling mogelijk te maken, is denkbaar voor de indeling van de toekomstige politie-regionale eenheden in districten uit te gaan van de indeling van de veiligheidsregio's.
Bij de evaluatie van de WVR, voorzien in 2012, kan worden bezien, of en in hoeverre verdere afstemming tussen de politie en de veiligheidsregio's wenselijk is. 154 Op welke wijze beoogt de minister van Justitie en Veiligheid een balans aan te brengen in capaciteitsverdeling bij de politie enerzijds en aandacht van de politie voor openbare orde en opsporing anderzijds?
1011 18
Antwoord:
De inrichting van een korps is in het huidige bestel de verantwoordelijkheid van de korpsbeheerder, die hierover overleg pleegt met het regionale college. De samenstelling van een korps en de werkzaamheden die het uitvoert zijn eerst en vooral gebaseerd op de regionale veiligheidssituatie.
Het kabinet stelt landelijke prioriteiten voor de politie vast en hiervan afgeleid, kunnen specifieke budgetten ter beschikking gesteld worden voor specifieke capaciteiten. Dit is in het verleden bijvoorbeeld gebeurd met wijkagenten. 155 Wat valt precies onder 'apparaat' in tabel 23? 1011 19 Antwoord:
De personele en materiële uitgaven van de onder artikel 23 ressorterende programma's worden uit dit budget gefinancierd (medewerkers directie Politie en Veiligheidsregio's en bureau Korpsbeheerder en Relatiebeheer Agentschappen). 156 Is in het overzicht van Veiligheidsregio's en Politie (Tabel 23), waarin de budgettaire gevolgen van beleid worden weergegeven, rekening gehouden met de overgang naar tien veiligheidsregio's? Zo ja, kunt u dit verder specificeren ? 1011 19
Antwoord:
Nee. Het bedrag dat is vermeld bij onderdeel 23.4 is het bedrag dat ter beschikking is gesteld voor de uitkering van een bijdrage aan de 25 veiligheidsregio's op grond van artikel 8 van het Besluit veiligheidsregio's. Er is thans geen sprake van dat deze zullen overgaan naar tien veiligheidsregio's.
157 Waarom is er in de weging van het aantal verdachten dat door de politie aan het OM wordt overgedragen geen factor meegenomen die rekening houdt met aantal en de ernst van de strafbare feiten die een verdachte heeft begaan?
1011 20
Antwoord:
De landelijke doelstelling bepaalt dat een korps het afgesproken aantal verdachten OM dient te behalen. Als dat niet (helemaal) wordt gerealiseerd dan werd op basis van de geldende hardheidsclausule secundair gekeken naar de zaakzwaarte in termen van de strafmaat. In