Rijksoverheid
Datum 10 november 2010
Antwoorden op vragen van het lid Schouw nr. 2010Z16034
Onze referentie
3097474
Hierbij bied ik u de antwoorden aan op de vragen van het lid Schouw (D66) d.d. 5
november 2010, nr. 2010Z16034.
DE MINISTER!PRESIDENT,
Minister van Algemene Zaken,
Mark Rutte
Pagina 2 van 3
2010Z16034
Vragen van het lid Schouw (D66) aan de minister!president, minister van
Algemene Zaken over de integriteitcode voor bewindspersonen (ingezonden 5
november 2010)
1
Hoe wordt verzekerd dat bewindspersonen door het in hun functie nemen van
besluiten of andere handelingen ! te denken valt aan subsidies, opdrachten en
vergunningen ! de waarde van hun financiële belangen doen stijgen? Vergt het
tegengaan van (schijnbare) belangenverstrengeling niet dat volstrekte openheid
wordt betracht over de belangen van bewindspersonen? Bent u bereid hierover
informatie aan de Kamer te verschaffen?
2
Is er nagedacht over de vraag welke financiële belangen bewindspersonen in het
geheel niet mogen bezitten, ook niet indien zij door derden worden beheerd? Kunt
u een opsomming daarvan, per ministerie, aan de Kamer verstrekken?
3
Bent u bereid nadere informatie te verschaffen over de wijze waarop alle
bewindspersonen met financiële belangen het beheer van die belangen op afstand
hebben geplaatst, opdat beoordeeld kan worden of met de gekozen constructie in
voldoende mate de schijn van belangenverstrengeling wordt vermeden?
4
Is het, gelet op de verwikkelingen met de vakantiewoning van de minister voor
Immigratie en Asiel, nog wel juist om er vanuit te gaan, zoals in bijlage 1, onder
A, van de code wordt gedaan, dat bij roerende en onroerende zaken die niet
commercieel worden geëxploiteerd, geen sprake is van een risico van (schijnbare)
belangenverstrengeling? Welke andere bewindspersonen bezitten onroerende
zaken in het buitenland en in welke land?
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Van Gent
(GroenLinks), ingezonden 4 november 2010 (vraagnummer 2010Z15887)
Pagina 3 van 3
Antwoorden
1. De integriteit van besluitvorming door bewindspersonen wordt verzekerd
door de ministeriële verantwoordelijkheid, de controle van hun handelen
en nalaten door het parlement, de rechterlijke macht en de Nationale
ombudsman, de rol van de media, wet! en regelgeving en voorschriften
met betrekking tot de benoeming en handelwijze van bewindspersonen.
Hierdoor en door het grondrecht van de bescherming van de persoonlijke
levenssfeer wordt de openheid van belangen van bewindspersonen
bepaald.
2. Ja, hierover is nagedacht. Nee, de departementale indeling is niet
bepalend. Voor de bewindspersonen van Financiën gelden striktere criteria
ten aanzien van bepaalde belangen.
3. Nee. Voor zover het geen gegevens betreft die niet reeds openbaar zijn, is
het aan de individuele bewindspersonen om te beoordelen of en in
hoeverre zij verstrekking van gegevens in overeenstemming achten met
het grondrecht op een persoonlijke levenssfeer van henzelf en anderen.
4. Ja. Enkele bewindspersonen bezitten onroerende zaken in het buitenland.