Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC)

Costridium difficile in ziekenhuizen

Europees onderzoek naar Costridium difficile in ziekenhuizen

Publicatiedatum: 16 november 2010 | PERSBERICHT Aandachtsgebieden: Patiënt en zorg, Research

De bacterie Clostridium difficile komt overal in Europa frequent voor in ziekenhuizen, zo blijkt uit onderzoek onder leiding van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) en het Centrum voor Infectieziektebestrijding (CIb) van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en milieu (RIVM) onder honderden Europese ziekenhuispatiënten. De resultaten staan vandaag in The Lancet.

De darmbacterie Clostridium difficile zorgt wereldwijd regelmatig voor infecties onder ziekenhuispatiënten. Infectie leidt tot diarree en in het uiterste geval tot een ernstige dikkedarmontsteking, waaraan verzwakte patiënten soms overlijden. Vanaf 2003 traden er in de VS, Groot-Brittannië en sinds 2005 in Nederland meerdere grote uitbraken van deze ziekte in ziekenhuizen op. De uitbraken werden veroorzaakt door één zogenaamde `hypervirulente' stam, type 027. Er werd gevreesd dat deze stam in korte tijd heel Europa zou veroveren. Onderzoekers brengen nu in The Lancet in kaart hoe vaak de infectie in verschillende Europese ziekenhuizen voorkomt, hoe ernstig deze verloopt en welke stammen ervoor verantwoordelijk zijn. In 97 ziekenhuizen in 29 landen werd vastgesteld hoeveel de infectie voorkwam. Er werd gedetailleerde informatie afgenomen van 519 van de patiënten die besmet bleken en fecesmateriaal afgenomen van ongeveer 400 van deze patiënten.

Ernstig beloop
De meeste patiënten die een infectie met C. difficile doormaakten, hadden een hoge leeftijd, een onderliggende ziekte en werden met antibiotica behandeld. Er werd een grote variatie aangetroffen van de incidentie van de ziekte en de verschillende typen C. difficile die in de ziekenhuizen circuleerden. Na drie maanden was 22 procent van de besmette mensen overleden. De sterfte van 40 procent hiervan was ten minste ten dele toe te schrijven aan de darmbacterie. Het hypervirulente type 027 werd minder aangetroffen dan verwacht: bij 5 procent van de patiënten. Ook andere stammen bleken samen te gaan met een ernstig beloop. Eén stam, type 078, bleek veel meer voor te komen dan in 2005. Deze stam vertoont overeenkomsten met type 027, maar veroorzaakt diarree bij jongere patiënten. Recent is dit type ook als een belangrijke verwekker van diarree bij dieren gevonden.

C. difficile
C. difficile kan gifstoffen (toxinen) maken die diarree veroorzaken. Van de bacterie worden meer dan 300 verschillende typen onderscheiden die in de darm aanwezig kunnen zijn zonder symptomen van ziekte. Problemen ontstaan vaak na gebruik van antibiotica waardoor C. difficile kan uitgroeien en toxinen produceert die diarree veroorzaken. De ziekteverwekker kan in en buiten het lichaam lang overleven in een zogenaamde niet actieve sporevorm, die de bacterie ongevoelig maakt voor vele antibiotica en schoonmaakmiddelen. Vanuit de sporevorm kan de bacterie opnieuw groeien als de omstandigheden verbeteren.