Rijksoverheid
Geachte voorzitter,
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Van Gerven (SP)
over verkoop van geneesmiddelen via internet (2010Z15192).
Hoogachtend,
de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
mw. drs. E.I. Schippers
Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Van Gerven over verkoop van
geneesmiddelen via internet.
(2010Z15192)
1
Wat is uw oordeel over de steekproef voor wat betreft zelfzorgvoorlichting van
drogisten en apothekers? 1)
De uitzending van Tros Radar van 4 oktober jl. maakt duidelijk dat de advisering
over zelfzorggeneesmiddelen veel te wensen over laat, vooral in drogisterijen. Een
grote meerderheid van de drogisterijen (72%) ging in deze steekproef niet
zorgvuldig om met de verkoop van ibuprofen. Apotheken scoorden beter met
40%, hoewel ook dit natuurlijk nog veel beter zou moeten.
Uit mystery+shopping onderzoek van de Consumentenbond komt naar voren dat
de advisering in drogisterijen tekortschiet.
Ik vind het teleurstellend dat in de drogisterijsector, die al vele tientallen jaren
nagenoeg het monopolie heeft op opleidingen, examens en verkoop van UAD+
geneesmiddelen, nog steeds niet zorgvuldig wordt geadviseerd over
zelfzorggeneesmiddelen.
2
Deelt u de mening dat de kassacheck altijd moet worden uitgevoerd, de juiste
vragen worden gesteld, zoals naar het gebruik van andere geneesmiddelen, en
het juiste advies moet worden gegeven? Zo ja, gaat u hierover contact opnemen
met de Centraal Bureau Drogisterijbedrijven (CBD) en de Koninklijke Nederlandse
Maatschappij ter bevordering der Pharmacie (KNMP)?
De Geneesmiddelenwet bepaalt in artikel 62 dat in drogisterijen "verantwoorde
zorg" wordt geleverd. Volgens de wet houdt dit in dat de terhandstelling van UAD+
geneesmiddelen geschiedt onder verantwoordelijkheid en onder toezicht van een
drogist, en dat alleen een (assistent) drogist de bedoelde voorlichting mag geven.
Over de zogenaamde "kassacheck" heerst een misverstand. De kassacheck is niet
verplicht. Bij de plenaire behandeling van de Geneesmiddelenwet was
aanvankelijk een kassacheck voorgesteld in de toelichting bij amendement Van
der Vlies 1. Mijn ambtsvoorganger heeft toen de opsteller van het amendement
verzocht zijn amendement aan te passen. De minister bracht daarbij de vrees
over van het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL) dat een kassacheck
zou leiden tot irritatie bij klanten en personeel omdat de meeste mensen geen
behoefte hebben aan advies, en omdat het in een rij bij de kassa vaak niet goed
mogelijk is zelfzorgklachten te bespreken2. Daarop is een gewijzigd amendement
ingediend waarin de toelichting duidelijk aangeeft dat de voorlichting moet
plaatsvinden bij de drogisterij+afdeling en "niet pas als de koper bij de kassa is
gekomen"3. De toelichting bij het amendement stelt ook dat de winkelier er voor
zorgt dat de koper expliciet verwezen wordt naar de persoon of naar de locatie
waar hij advies kan krijgen. Maar bij voorkeur dus niet bij de kassa.
Het is bekend dat de meeste consumenten geen behoefte hebben aan advies. Veel
aankopen in de drogisterij zijn herhaalaankopen. Tegen deze achtergrond denk ik
dat de sector niet moet inzetten op een zo hoog mogelijk volume aan adviezen of
op het opdringen van adviezen aan mensen die dat niet willen. Het gaat hier
immers om zelfzorggeneesmiddelen. Zelfzorggeneesmiddelen zijn bij gebruik
conform de bijsluiter veilige en verantwoorde geneesmiddelen. De consument kan
zijn informatie overal vandaan halen, van de bijsluiter tot het internet of de
1 TK vergaderjaar 2005+2006, 29359, nr. 84.
2 TK vergaderjaar 2005+2006, 29359, nr. 88
3 TK vergaderjaar 2005+2006, 29359, nr. 87
drogist. Wat ik wel belangrijk vind is dat wanneer mensen advies willen, zij ook
een goed advies krijgen.
3
Heeft het CBD voldoende mogelijkheden om op te treden, indien drogisten
onvoldoende communiceren? Zo nee, wat gaat u daaraan doen?
Het CBD heeft personeel in dienst dat controleert op naleving van de
drogistencertificaten. Dit berust op zelfregulering van de sector zelf en is derhalve
op vrijwillige basis. Certificering is geen wettelijke eis. Daarnaast houden de
Inspectie voor de Gezondheidszorg en de Voedsel+ en Waren Autoriteit toezicht op
de naleving van de wet. Dit toezicht vindt plaats aan de hand van prioritering op
risico's voor de volksgezondheid.
4
Vindt u, indien er geen drogistenwaarborgcertificaat is, dat een drogist AV+ en
UAD+middelen (Algemene Verkoop en middelen die uitsluitend bij apotheek en
drogist verkrijgbaar zijn) mag verkopen? Zo nee, wat is de meerwaarde van een
CBD certificaat?
Het certificaat is niet wettelijk verplicht. Drogisten mogen zelf weten op welke
wijze zij invulling geven aan hun voorlichtende taak. De steekproef van Tros Radar
vond plaats onder 20 gecertificeerde en 20 niet gecertificeerde drogisten. Uit de
steekproef blijkt dat 60% van de gecertificeerde bedrijven ibuprofen verkocht op
een wijze die in strijd is met de eigen zelfregulering. Tros Radar vroeg zich mijns
inziens terecht af wat de meerwaarde is van dit certificaat. Ik wijs er overigens op
dat het drogistendiploma volstaat om UAD+middelen te mogen verkopen. Ik vind
dat de sector meer werk moet maken van de opleiding en examens. Wellicht moet
meer nadruk worden gelegd op adviesvaardigheden. Mijn ambtsvoorganger heeft
in het voorjaar een nieuwe organisatie, Drogisterijcollege, aangewezen die
drogistenexamens zal afnemen, naast de stichting Pharmacon die dit al vele
decennia doet. Ik hoop dat hier een extra prikkel van uitgaat richting de sector.
5
Deelt u de mening dat verkoop via internet van AV+ en zeker van UAD+middelen
zeer onwenselijk is en onmogelijk zou moeten zijn, omdat hierdoor niet aan de
voorwaarden van voorlichting en informatie kan worden voldaan?
De wetgeving maakt geen onderscheid tussen verkoop vanuit een
winkel/apotheek en verkoop via internet. Dit geldt ook voor
receptgeneesmiddelen, mits uiteraard aan alle wettelijke regels wordt voldaan. Ik
vind wel dat er ook bij de verkoop van UAD+middelen via internet altijd de
mogelijkheid moet zijn van on+line of telefonische advisering onder
verantwoordelijkheid van drogist of apotheek. En uiteraard is net als bij
receptgeneesmiddelen, ook bij zelfzorggeneesmiddelen de bijsluiter on+line
beschikbaar via de sites zelfzorg.nl en cbg+meb.nl.
6
Wat is uw oordeel over het feit dat via dokteronline nog steeds het morfineachtige
middel tramadol zonder recept verkrijgbaar is? Is dit wettelijk toegestaan? Zo
nee, wat gaat u hiertegen ondernemen? 2) Zo ja, vindt u dit wenselijk?
Tramadol is uitsluitend op recept van een arts verkrijgbaar (UR). Mijn
ambtsvoorganger heeft de apotheek die in Nederland met de website
dokteronline.com samenwerkte een aanwijzing gegeven op basis van de
Kwaliteitswet Zorginstellingen, die inhield dat de betrokken apotheek de aflevering
van UR geneesmiddelen diende te staken. Voorzover mij bekend zijn er in
Nederland thans geen artsen of apothekers die betrokken zijn bij de aflevering
van UR+geneesmiddelen via dokteronline.com. Mijn ambtsvoorganger is op 23
september jl. in antwoord op Kamervragen ook ingegaan op deze kwestie. Daarbij
is aangegeven dat een onderscheid moet worden gemaakt tussen
(eigenaren/beheerders van) websites enerzijds, en beroepsbeoefenaren in de zorg
in Nederland die daaraan meewerken anderzijds. Die beroepsbeoefenaren zijn
inmiddels effectief aangepakt. Dergelijke veelal vanuit het buitenland opererende
websites zijn echter niet zomaar "uit de lucht te halen".4
7
Bent u bereid onderzoek te laten doen naar het toenemend aantal drogistensites
en andere sites (zoals reprint) dat bijvoorbeeld UAD+middelen aanbiedt via
internet en hiertegen op te laten treden? Zo nee, waarom niet?
Tegen de achtergrond van het totaal aan risico's dat zich voordoet op het terrein
van de geneesmiddelenvoorziening in Nederland, zie ik op dit moment geen reden
om hiernaar onderzoek te laten doen.
8
Hoe zit het met het toezicht van de Inspectie op de verkoop via internet van
receptgeneesmiddelen, en vindt u dit voldoende? 3)
Verkoop van UR geneesmiddelen anders dan via internetsites die aan de hiervoor
geldende eisen5 voldoen, acht ik, in tegenstelling tot de verkoop van AV en UAD
middelen, een groot risico voor de volksgezondheid. De Inspectie voor de
Gezondheidszorg doet wat zij kan, maar zoals eerder aangegeven is het instellen
van opsporingsonderzoek naar illegale websites en het "uit de lucht" halen hiervan
zeer lastig6. Wel is het voor de inspectie mogelijk om op te treden tegen artsen en
apothekers die in Nederland samenwerken met zo'n website en waarvan de
identiteit via open bronnen is te achterhalen. Daarnaast houdt de inspectie
toezicht op reclame van receptgeneesmiddelen op internet. Waar nodig neemt de
inspectie passende maatregelen. In samenwerking met de Douane oefent de
inspectie grenscontroles uit op de illegale invoer van via internet bestelde
geneesmiddelen. Daarbij zijn in oktober van dit jaar bij een internationale
actieweek ongeveer 25.000 illegale geneesmiddelen onderschept.
1) Radar, 4 oktober 2010
2) www.dokteronline.nl
3) Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2008+2009, nr. 2128
4Vragen van het Lid Van Gerven, Tweede kamer, vergaderjaar 2010+2011,
Aanhangsel, nr 24
5 KNMP+richtlijn Online farmaceutische zorg+ en dienstverlening, 23 april 2008
6Vragen van het Lid Van Gerven, Tweede kamer, vergaderjaar 2010+2011,
Aanhangsel, nr 24