ChristenUnie
Bijdrage Cynthia Ortega afschaffen van de beperkte opbouw minimum
vakantierechten tijdens ziekte
woensdag 06 oktober 2010 15:00
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennisgenomen van het
voorliggende wetsvoorstel. Deze leden beseffen dat er rekening gehouden
moet worden met de jurisprudentie van het HvJEG. Wel vragen zij om een
nadere toelichting waarom de regering van mening is dat de voorgestelde
maatregelen tot een evenwichtige balans leiden tussen de opbouw van
minimum vakantierechten en een regelmatige opname van minimum
vakantierechten. Zij willen naar aanleiding van de voorgestelde
wetswijzi-gingen graag nog een aantal andere vragen voorleggen aan de
regering. Deze zijn terug te vinden in het verslag. In hoeverre hebben
andere lidstaten van de Europese Unie de wetgeving over verlof tijdens
periodes van ziekte naar aanleiding van de in de memorie van
toelichting genoemde jurisprudentie van het HvJEG aangepast, zo willen
de leden van de ChristenUnie-fractie graag weten. Deze leden vragen om
toe te lichten op welke wijze de betreffende lidstaten dan aanpassingen
gaan doorvoeren of dit al hebben gedaan.
Stimuleren van vakantieopname
De regering stelt vast dat vakantieopname tijdens ziekte nu ook al wel
mogelijk is, maar dat dit in de praktijk nagenoeg niet voorkomt. Op
welke wijze denkt de regering dat de voorgestelde wijzigingen hierin
veran-dering zullen brengen, zo vragen de leden van de
ChristenUnie-fractie. Deze leden willen weten of de regering nog
aanvullende initiatieven overweegt op bijvoorbeeld het gebied van
informatievoorziening om het opnemen van vakantie tijdens ziekte te
stimuleren. Gaat de regering daarnaast het effect van de wettelijke
wijzigingen nog evalueren, zo vragen deze leden. De regering geeft aan
dat afwijkingen van de minimumvakantie en vervaltermijn die ten gunste
van de werknemer uitvallen individueel en via de cao mogelijk zijn. In
hoeveel van de afgesloten cao's is hier sprake van, zo vragen de leden
van de ChristenUnie-fractie. Worden de mogelijk-heden voor verlofsparen
met een teruggang van de vervaltermijn voor het opnemen van minimum
vakantierechten van vijf jaar naar een half jaar niet te sterk beperkt,
zo willen deze leden weten.
De leden van de ChristenUnie-fractie willen weten hoe de regering de
medische redenen op grond waarvan de minimum vakantieaanspraak niet al
binnen zes maanden komt te vervallen precies definieert. De regering
noemt het voorbeeld van langdurig zieke werknemers die geheel
vrijgesteld zijn van verplichtingen tot re-integratie. Kan de regering
nader toelichten welke andere medische situaties er nog zijn waarbij de
minimum vakantieaanspraken niet komen te vervallen, zo vragen deze
leden.
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen om een toelichting hoe de
inschatting van de extra kostenpost van EUR 30 miljoen Euro dat het
bedrijfsleven door de wetswijziging zal ondervinden tot stand is
gekomen. In welke mate heeft een kortere of langere vervaltermijn voor
het opnemen van de minimumvakantie ook andere kosten voor het
bedrijfs-leven tot gevolg, zo willen deze leden weten. Kan de regering
deze kosten voor het bedrijfsleven verduidelijken aan de hand van
enkele concrete voorbeelden zoals met een vervaltermijn voor het
opnemen van de minimumvakantie van één of twee jaar, zo vragen deze
leden. In de memorie van toelichting wordt gesteld dat het de
verantwoorde-lijkheid van partijen zelf is hoe met het maken van
individuele afspraken of afspraken binnen cao's wordt omgegaan, in het
licht van de doelstelling die aan de minimumvakantie ten grondslag
ligt.
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen aan de regering om dit
nader te concretiseren. Wordt dit ook meegenomen in de afweging van de
regering bij het algemeen verbindend verklaren van cao's, zo vragen
deze leden.
Artikel III
De leden van de ChristenUnie-fractie wanneer de regering er naar
streeft om het wetsvoorstel in werking te laten gaan.
Cynthia Ortega