Geachte voorzitter,
Bijgaand doe ik u mede namens de Minister van Economische Zaken,
Landbouw en Innovatie de antwoorden op de vragen van het lid
Blanksma-van den Heuvel (CDA) over het artikel in het Financieele
Dagblad "Hypotheek duur voor klant" toekomen. Ook treft u de antwoorden
aan op de vragen die de leden Weekers (VVD), Sap (GroenLinks) en
Plasterk (PvdA) ter aanvulling hierop hebben gesteld.
Hoogachtend,
de minister van Financiën,
mr. drs. J.C. de Jager
2010Z11510
Vragen van het lid Blanksma-van den Heuvel (CDA) aan de ministers van Financiën en
van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over het artikel "Hypotheek duur voor
klant". (Ingezonden 10 augustus 2010)
1
Heeft u kennis genomen van het artikel "Hypotheek duur voor klant"? 1)
Ja.
2
Wordt in dit artikel gerefereerd aan onderzoek dat is uitgevoerd door het Centraal
Bureau voor de Statistiek (CBS)? Heeft het CBS becijferd op basis van de Nationale
Rekeningen dat de forse omzetstijging van de Nederlandse banken naar 24 miljard euro
voor een substantieel deel te danken is aan de hogere marges op hypotheken? In
hoeverre kunt u deze bevindingen onderschrijven? In hoeverre vindt u deze ontwikkeling
wenselijk?
In het artikel waarnaar u verwijst wordt inderdaad gerefereerd aan onderzoek dat is uitgevoerd
door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het CBS heeft berekend dat de toegevoegde
waarde van het Nederlandse bankwezen in 2009 met bijna 50 procent is gestegen naar ruim 24
miljard euro. Volgens het CBS is de belangrijkste oorzaak van deze stijging van de
productiewaarde van banken gelegen in de forse daling van de beleidsrente van de Europese
Centrale Bank (ECB) in 2009. Deze bedroeg 4,25 procent in begin oktober 2008, maar is gedaald
tot 1 procent vanaf mei 2009.
Het CBS geeft in haar berichtgeving overigens wel aan dat er geen onderscheid gemaakt wordt
tussen hypothecaire kredieten en andere kredieten. Ook speelt de wijze van berekening van de
productiewaarde een grote rol. Het CBS meldt dat bij de toegevoegde waarde van banken geen
rekening is gehouden met de feitelijke rentestromen, met de kosten die zijn verbonden aan het
afdekken van risico's en met voorzieningen.
De Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) heeft naar aanleiding van de berichtgeving over dure
hypotheken bekend gemaakt dat zij momenteel onderzoek doet naar de hypotheekmarkt.
Inmiddels heeft zij het eerste deel van dit onderzoek, een quick scan naar de ontwikkelingen van
de hypotheekmarges, afgerond. De quick scan geeft meer duidelijkheid over de ontwikkelingen van
de hypotheekmarges in Nederland. Uit de quick scan van de NMa blijkt dat de marges na medio
2009 hoog zijn in historisch en internationaal perspectief. Om tot deze conclusie te komen heeft de
NMa drie verschillende berekeningsmethodes gehanteerd. Bij de berekening heeft de NMa rekening
gehouden met de mogelijke kostenstijging van banken. Ook heeft de NMa meegenomen dat
hypotheken over het algemeen niet uitsluitend met kortlopende leningen worden gefinancierd.
Hoewel er nog een diepgaander vervolgonderzoek naar de ontwikkelingen van de
concurrentieomstandigheden op de hypotheekmarkt en mogelijke gebreken in de marktwerking
komt, vormen de eerste uitkomsten reeds een serieus signaal. Ik ben dan ook zeer benieuwd naar
de bevindingen uit het tweede deel van het onderzoek. Het eerste deel van het onderzoek van de
NMa geeft wel aanleiding tot nadenken, ik wil dan ook niet afwachten tot het voorjaar en zal op
korte termijn in overleg treden met verschillende partijen om te bezien hoe er opvolging gegeven
moet worden aan deze signalen. Ook geeft de NMa banken en andere stakeholders de gelegenheid
te reageren op de resultaten uit de quick scan. De reacties zullen belangrijke aanknopingspunten
vormen voor het tweede deel van het onderzoek naar de hypotheekmarkt. De NMa verwacht de
uitkomsten hiervan in het voorjaar van 2011 te kunnen presenteren. Mijn collega van Economische
Zaken, Landbouw en Innovatie zal u dit tweede onderzoek doen toekomen zodra het afgerond is.
3
Is het niet zo dat banken zelf weinig tot geen inzicht in de opbouw van hun
hypotheektarieven geven? Vindt u dat banken hierin meer inzicht zouden moeten geven?
Zo ja, wat bent u van plan hieraan te gaan doen? Zo nee, waarom niet?
Voor consumenten die overwegen een hypothecaire kredietovereenkomst met variabele rente te
sluiten, is het essentieel dat zij beseffen hoe de rente is opgebouwd en dat ze te maken zullen
krijgen met fluctuerende maandlasten. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft onderzoek
gedaan naar de toereikendheid van de informatieverstrekking door financiële dienstverleners aan
consumenten voor het sluiten van een hypotheek met variabele rente. Uit het onderzoek kwam
naar voren dat de verstrekte informatie consumenten onvoldoende inzicht geeft in de fluctuatie en
de opbouw van het in rekening gebrachte variabele rentepercentage. Hierdoor kunnen
consumenten de risico's die zij lopen door fluctuatie van de variabele rente niet goed inschatten.
Gelet op de uitkomsten van dit onderzoek acht ik het stellen van nadere regels aan de
informatieverschaffing door aanbieders wenselijk. Ik heb eerder aangekondigd op korte termijn
over te gaan tot de consultatie van een Algemene Maatregel van Bestuur inzake de transparantie
van variabele rente. De eerste resultaten van het NMa onderzoek hebben mij echter doen besluiten
om in een breder kader te kijken naar de ontwikkelingen op de hypotheekmarkt. Zoals ik eerder
heb aangegeven zal ik hiertoe op korte termijn in overleg treden met marktpartijen en andere
stakeholders, waaronder de AFM.
4
Wordt in het artikel ook gesteld dat banken de lagere rentes op de geldmarkt van de
afgelopen jaren slechts zeer geleidelijk doorrekenen naar de hypotheektarieven voor
consumenten? In hoeverre vindt u dat wenselijk? In hoeverre bent u van plan hier wat
aan te doen? Wat zou u hier aan kunnen doen?
Omdat in de cijfers die het CBS heeft gepubliceerd geen onderscheid wordt gemaakt tussen
hypothecaire kredieten en andere kredieten, kunnen hieruit geen duidelijke conclusies worden
getrokken over de mate waarin banken lagere rentes op de geldmarkt doorberekenen naar
hypotheektarieven voor consumenten. Uit het eerste deel van het onderzoek van de NMa blijkt wel
dat de hypotheekmarges na medio 2009 hoog zijn in historisch en internationaal perspectief.
Voor het overige verwijs ik u naar het antwoord op vraag 2.
5
Wordt in het artikel ook gesuggereerd dat er sprake zou zijn van beperkte concurrentie
op de hypotheekmarkt in Nederland? Zou dit kunnen leiden tot gedragsafstemming van
de banken? In hoeverre is hiervan volgens u sprake?
Op de Nederlandse hypotheekmarkt is een beperkt aantal ondernemingen actief dat gezamenlijk
een groot marktaandeel heeft. Omdat dit het concurrentieproces kwetsbaar maakt, vormen de
financiële markten, waaronder de markt voor hypotheken, een speerpunt in het toezicht van de
NMa en is de sector daarom als aandachtsveld opgenomen in de "NMa-Agenda 2010-2011". Ook de
veelheid aan ontwikkelingen naar aanleiding van de financiële crisis geven voor de NMa aanleiding
extra aandacht te besteden aan het toezicht op de naleving van de Mededingingswet in die sector.
Hierbij kijkt de NMa ook naar mogelijke gedragsafstemming tussen banken, wat onder
omstandigheden een overtreding kan vormen van het kartelverbod.
Uit de quick scan van de NMa komt niet naar voren dat er sprake is van gedragsafstemming bij
banken. Ook heeft de NMa aangegeven niet te vermoeden dat banken prijsafspraken maken. Het in
kaart brengen van de concurrentieomstandigheden op de hypotheekmarkt en het identificeren van
mogelijke gebreken in de marktwerking maken deel uit van het bredere onderzoek. Ik wacht dit
onderzoek dan ook met interesse af.
1) Financieele Dagblad, 6 augustus 2010
2010Z11541
Vragen van het lid Weekers (VVD) aan de ministers van Financiën en van Economische
Zaken, Landbouw en Innovatie over het niet doorberekenen van lage marktrentes aan
klanten. (Ingezonden 11 augustus 2010)
1
Bent u bekend met het bericht "Hypotheek duur voor klant"? 1)
Ja.
2
Deelt u de analyse van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) dat de stijging van
de verdiensten van banken met 50% in 2009 vooral te danken is aan de hoge marges op
hypotheken? Deelt u daarnaast de analyse dat het inkomensverlies door de kosten van
hoge spaarrentes hiermee ruimschoots zijn goedgemaakt?
Zoals ik ook heb geantwoord op vragen van het CDA, is volgens het CBS de belangrijkste oorzaak
van de door hem berekende stijging van de productiewaarde van banken gelegen in de forse daling
van de beleidsrente van de ECB in 2009. Het vermeldt in zijn berichtgeving echter ook dat de
sterke toename van de toegevoegde waarde van het bankwezen niet per definitie hoeft te wijzen
op hoge marges op hypotheken. Er kunnen op basis van deze informatie geen duidelijke conclusies
worden getrokken over hoe deze marges zich verhouden tot de kosten die gepaard gaan met hoge
spaarrentes.
Het eerste deel van het NMa-onderzoek geeft meer duidelijkheid over de ontwikkelingen van de
hypotheekmarges in Nederland. Uit de quick scan van de NMa blijkt dat de de marges na medio
2009 hoog zijn in historisch en internationaal perspectief. Om tot deze conclusie te komen heeft de
NMa drie verschillende methodes gehanteerd. Bij de berekening heeft de NMa rekening gehouden
met de mogelijke kostenstijging van banken. Ook heeft de NMa meegenomen dat hypotheken over
het algemeen niet uitsluitend met kortlopende leningen worden gefinancierd.
Hoewel er nog een diepgaander vervolgonderzoek komt, vormen de eerste uitkomsten reeds een
serieus signaal. Ik ben dan ook zeer benieuwd naar de bevindingen uit het tweede deel van het
onderzoek. De resultaten van de quick scan geven wel aanleiding tot nadenken. Ik wil dan ook
niet afwachten tot het voorjaar en zal op korte termijn in overleg treden met verschillende partijen
om te bezien hoe er opvolging gegeven moet worden aan deze signalen. Ook geeft de NMa banken
en andere stakeholders de gelegenheid te reageren op de resultaten uit de quick scan. De reacties
zullen belangrijke aanknopingspunten vormen voor het tweede deel van het onderzoek naar de
hypotheekmarkt.
3
Deelt u de analyse van hoogleraar Eichholtz dat de hoge marges te wijten zijn aan de
beperkte concurrentie op de Nederlandse hypotheekmarkt? Zo ja, ziet u aanleiding om
de NMA te verzoeken om een onderzoek in te stellen naar oneigenlijk gebruik van de
machtsconcentratie van banken in Nederland? Zo nee, hoe verklaart u dan dat de rente
op nieuwe hypotheken in Nederland minder snel is gedaald dan in het eurogebied als
geheel?
Zoals ook is geantwoord op vragen van het CDA kenmerkt de Nederlandse hypotheekmarkt zich als
een markt waarop een relatief beperkt aantal ondernemingen gezamenlijk een groot marktaandeel
heeft. Omdat dit het concurrentieproces kwetsbaar maakt en omdat als gevolg van de financiële
crisis er veel ontwikkelingen in de sector plaatsvinden, is het belangrijk dat de NMa extra aandacht
besteedt aan het toezicht op de naleving van de Mededingingswet. Hieronder valt, naast het
toezicht op mogelijk verboden gedragsafstemming tussen banken, ook het toezicht op en de
handhaving van het verbod op misbruik van een economische machtspositie.
Om deze redenen vormen de financiële markten, waaronder de markt voor hypotheken, één van
de speerpunten in het toezicht van de NMa en is de sector daarom opgenomen als aandachtsveld in
de "NMa-Agenda 2010-2011". In het kader hiervan heeft de NMa recentelijk aangegeven de
Nederlandse hypotheekmarkt momenteel op twee manieren te onderzoeken.1 In de quick scan, die
inmiddels is gepubliceerd, heeft de NMa de ontwikkelingen van de hypotheekmarges die banken
hanteren in kaart gebracht. De quick scan geeft ook inzicht in de hoogte van de Nederlandse
hypotheekrentes in verhouding tot andere landen. De NMa concludeert dat in internationaal
perspectief, rekeninghoudend met verschillen in financieringsmix tussen landen, de marges op
hypotheken in Nederland op dit moment hoog zijn. De concurrentieomstandigheden op de
hypotheekmarkt en het identificeren van mogelijke gebreken van de marktwerking maken deel uit
van het bredere onderzoek. Ik wacht dit onderzoek dan ook met interesse af.
4
Kunt u inzicht geven in de mate waarin in het buitenland de lagere marktrente is
doorberekend naar de hypotheekrente die aan klanten wordt aangeboden ten opzichte
van de ontwikkeling in Nederland?
De NMa heeft in de quick scan de marges op hypotheekrente vergeleken met de marges in
Duitsland, België en Frankrijk. Hieruit komt naar voren dat in 2004 en 2005 de marges op
hypotheken met een variabele rente in Nederland laag waren in vergelijking met de ons
omringende landen. Vanaf medio 2009 zijn de marges op hypotheken met een variabele rente in
Nederland relatief hoog in vergelijking met België en Duitsland. Voor hypotheken met een
rentevaste periode van 5 tot 10 jaar lag tot medio 2009 de marge in Nederland op een
vergelijkbaar niveau als in België en Duitsland. Vanaf medio 2009 ligt de marge in Nederland voor
hypotheken met een rentevaste periode tussen vijf en tien jaar op een hoog niveau, zowel in
historisch perspectief als in vergelijking met België, Duitsland en Frankrijk.
5
Kunt u uiteenzetten hoe de crossborder-concurrentie zich sinds het ontstaan van de
financiële crisis heeft ontwikkeld op de Nederlandse hypotheekmarkt? Is deze
concurrentie afgenomen, dan wel gelijk gebleven? Kunt u ook toelichten welke oorzaken
ten grondslag liggen aan deze ontwikkeling en of er sprake is van nationalistische of
protectionistische motieven?
Op dit moment is voor mij onvoldoende informatie beschikbaar om duidelijke conclusies te trekken
over de wijze waarop de concurrentie vanuit het buitenland op de Nederlandse hypotheekmarkt
zich sinds het ontstaan van de financiële crisis heeft ontwikkeld, en welke eventuele oorzaken en
motieven hieraan ten grondslag liggen. Mijn collega van Economische Zaken, Landbouw en
Innovatie en ik verwachten over meer informatie te beschikken zodra de NMa het tweede deel van
haar onderzoek heeft afgerond. Dit onderzoek zal mijn collega van Economische Zaken, Landbouw
en Innovatie u dan doen toekomen.
1) Financieele Dagblad, 6 augustus 2010
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Blanksma-van den Heuvel
(CDA), ingezonden 10 augustus 2010, vraagnummer (2010Z11510)
1 http://www.nmanet.nl/nederlands/home/Actueel/Nieuws_Persberichten/Webberichten/24-
10_Reactie_van_de_NMa_op_de_discussie_over_de_rente_op_de_hypotheekmarkt.asp.
2010Z11583
Vragen van het lid Sap (GroenLinks) aan de minister van Financien over te dure
hypotheken. (ingezonden 13 augustus 2010)
1
Bent u bekend met het bericht 'Hypotheek duur voor klant' en het bericht 'Dure huizen,
geen spaargeld'? 1)
Ja.
2
Hoe beoordeelt u over het algemeen het verdienmodel van de Nederlandse financiële
sector?
3
Deelt u de mening dat het verdienmodel in de sector waarbij banken geld verdienen aan
hypotheken en over het algemeen bijleggen op betaalrekeningen gedragsafstemming in
de hand zou kunnen werken?
4
Bent u bereid met banken te gaan praten over een herziening van het verdienmodel
zodat dat meer in de pas is met het verdienmodel in andere Europese landen?
Het is in beginsel een bedrijfsmatige keuze welk verdienmodel financiële instellingen hanteren.
Hierbij dienen zij zich wel te houden aan regels die vanuit de overheid zijn opgelegd, waaronder in
het kader van het financieel en het mededingingstoezicht. Het is voorts aan de betreffende
toezichthouder om te beoordelen of die regels in individuele gevallen worden nageleefd. Zo is het
aan de NMa om te beoordelen of het verdienmodel dat Nederlandse financiële instellingen hanteren
gedragsafstemming in de hand werkt en of dit een overtreding vormt van de Mededingingswet.
5
Bent u bereid te onderzoeken hoe het aanbod van hypotheken tegen variabele rentes en
voor kortlopende rentevaste periodes zich verhoudt tot het aanbod in andere Europese
landen?
De NMa heeft in de quick scan de marges op hypotheken vergeleken met de marges in Duitsland,
België en Frankrijk. Hieruit komt naar voren dat in 2004 en 2005 de marges op hypotheken met
een variabele rente in Nederland laag waren in vergelijking met de ons omringende landen. Vanaf
medio 2009 zijn de marges op hypotheken met een variabele rente in Nederland relatief hoog in
vergelijking met België en Duitsland.
6
Kunt u ook uiteenzetten welk deel van de hypotheken in ons land wordt afgesloten tegen
een variabel tarief? Wanneer dit substantieel afwijkt van omringende landen, kunt u dan
uiteenzetten of informatieasymmetrie daarbij wellicht een rol speelt en de
mogelijkheden onderzoeken hoe banken de consumenten beter zouden kunnen
voorlichten over de voor- en nadelen van verschillende rentevaste periodes?
Uit cijfers van DNB blijkt dat in Nederland ruim 20% (de NMa spreekt in de quick scan van 25%)
van het aantal hypotheken wordt afgesloten met een variabel rentetarief. Hierbij wordt als
variabele debetrentevoet aangemerkt een rente die voor een krediet verschuldigd is, uitgedrukt in
een percentage op jaarbasis, waarbij de rentevaste periode korter is dan één jaar. Uit
onderstaande figuur, die is opgesteld op basis van cijfers van DNB over de eerste 6 maanden van
2010, blijkt dat de gemiddeld gekozen rentevaste looptijd per land verschilt.
0
0,2
0,4
0,6
0,8
1
1,2
België Duitsland Nederland eurogebied
Over 10 years
Over 5 and up to 10 years
Over 1 and up to 5 years
Up to 1 year
Bron: DNB
Zoals ik heb geantwoord op vragen van het CDA is uit onderzoek van de AFM naar voren gekomen
dat consumenten op dit moment onvoldoende inzicht hebben in de fluctuatie en de opbouw van het
in rekening gebrachte variabele rentepercentage. Hierdoor kunnen consumenten de risico's die zij
lopen door fluctuatie van de variabele rente niet goed inschatten. Ik heb eerder aangekondigd op
korte termijn over te gaan tot de consultatie van een Algemene Maatregel van Bestuur inzake
variabele rente. De eerste resultaten van het onderzoek van de NMa hebben mij echter doen
besluiten om in een breder kader te kijken naar deze ontwikkelingen op de hypotheekmarkt. Zoals
ik eerder heb aangegeven zal ik hiertoe op korte termijn in overleg treden met marktpartijen en
andere stakeholders, waaronder de AFM.
7
Kunt u uiteenzetten hoe de recente monetaire verruimingen van de Europese Centrale
Bank (ECB) zich verhouden tot de relatief hoge hypotheekrentes in combinatie met het
lage risico van wanbetaling op Nederlandse hypotheken? Zouden meer hypotheken met
kortere rentevaste periodes of variabele rentes hierbij uitkomst kunnen bieden?
Het NMa-onderzoek geeft meer duidelijkheid over de ontwikkelingen van de hypotheekmarges in
Nederland. Uit de quick scan van de NMa blijkt dat de marges na medio 2009 hoog zijn in
historisch perspectief.
Het type contract speelt een belangrijke rol bij het bepalen van de rentetarieven. Zo worden voor
hypotheken met korte rentevaste periodes (of variabele rentes) doorgaans lagere tarieven
gehanteerd dan voor hypotheken met een lange rentevaste periode. Consumenten die kiezen voor
een hypotheek met een variabele rente kunnen wel te maken krijgen met fluctuerende
maandlasten. Het is aan de consument om te bepalen bij welke aanbieder hij het contract naar
keuze onder de gunstigste voorwaarden kan afnemen.
Ook andere factoren kunnen bepalend zijn voor de hoogte van hypotheekrentes. U stelt
bijvoorbeeld terecht dat de inschatting van de risico's voor een bank een grote rol spelen. De NMa
vermeldt in de quick scan het debiteurenrisico, het pijplijnrisico en het prepayment risico. Het is
echter ook mogelijk dat andere specifieke omstandigheden in Nederland ten grondslag liggen aan
de hoogte van de rentetarieven. Het tweede deel van het onderzoek van de NMa zal de
concurrentieomstandigheden op de hypotheekmarkt in kaart brengen en de mogelijk gebreken van
de marktwerking identificeren. Overigens blijkt uit de quick scan van de NMa als wordt gekeken
naar het verschil van de gemiddelde marge vóór en na augustus 2009, dat deze verschillen groter
zijn voor hypotheken met een variabel rentepercentage. Het is dus maar de vraag of meer
hypotheken met een kortere rentevaste periode hier uitkomst kunnen bieden. Om daar een beter
beeld van te krijgen moet het bredere onderzoek van de NMa worden afgewacht.
8
Is het niet zo dat de combinatie van het prijsopdrijvend effect van de
hypotheekrenteaftrek en relatief weinig spaargeld om uit te lenen er juist voor zorgt dat
hypotheken duurder worden, en daarmee de rentes hoger worden? Zou u via een studie
kunnen uitzoeken welk deel van het totale bedrag aan hypotheekrenteaftrek hierdoor
terecht komt bij de banken en bijvoorbeeld het Centraal Plan Bureau (CPB) kunnen
verzoeken deze studie te verrichten?
Zoals ik heb geantwoord op eerdere vragen doet de NMa op dit moment onderzoek naar de hoogte
en ontwikkelingen van de hypotheekrentes. De quick scan is inmiddels openbaar, maar er volgt
nog een breder onderzoek waarvan de NMa de resultaten in het voorjaar van 2011 hoopt te
presenteren. Voor wat betreft de hypotheekrenteaftrek merk ik op dat het CPB, in het kader van de
werkgroep Heroverweging Wonen, betrokken is geweest bij onderzoek naar interventie van de
overheid op de woningmarkt, waarbij ook de fiscale stimulering van eigenwoningbezit is
meegenomen. Ik acht het op dit moment dan ook niet nodig het CPB te verzoeken aanvullend
onderzoek uit te voeren naar hypotheekrentes.
1) Financieele Dagblad, 6 en 11 augustus 2010
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid lid Blanksma-van den
Heuvel (CDA), ingezonden 10 augustus 2010 (vraagnummer 2010Z11510) en het lid Weekers
(VVD), ingezonden 11 augustus 2010 (vraagnummer 2010Z11541)
Vragen van het lid Plasterk (PvdA) aan de minister van Financiën over hypotheekrentes.
(Ingezonden 14 september 2010)
1
Kent u het 'Onderzoek hypotheekrentes' van de Consumentenbond en de uitzending van
Kassa van 11 september 2010? 1)
Ja.
2
Is het waar dat banken bij hypotheken met een variabele rente op dit moment gemiddeld
een opslag van 2,5% boven euribor berekenen? Is het waar dat de gemiddelde marges
voor de variabele hypotheekrente en de tien jaar vaste hypotheekrente hoog blijven of
zelfs stijgen? Welk deel van de Nederlandse hypotheekmarkt is in handen van de vier
grootste spelers, inclusief dochters?
Uit onderstaande figuur, die is opgesteld op basis van cijfers van De Nederlandsche Bank (DNB),
blijkt dat het verschil tussen de interbancaire rente, waarvoor het Euribor-tarief representatief is,
en de variabele rente voor nieuw af te sluiten hypotheken in het tweede kwartaal van 2010
ongeveer 2,5 procentpunt bedroeg. Hierbij wordt als variabele debetrentevoet aangemerkt een
rente die voor een krediet verschuldigd is, uitgedrukt in een percentage op jaarbasis, waarbij de
rentevaste periode korter is dan één jaar.
0,00
1,00
2,00
3,00
4,00
5,00
6,00
7,00
2005K1 2005K4 2006K3 2007K2 2008K1 2008K4 2009K3 2010K2
Hypotheekrentes nieuwe contracten tm 1
jaar vast
Hypotheekrentes nieuwe contracten 1 tm
5 jaar vast
Hypotheekrentes nieuwe contracten 5 tm
10 jaar vast
Euribor 1 mnd
Euribor 12 mnd
Bron: DNB
Het NMa-onderzoek geeft meer duidelijkheid over de ontwikkelingen van de hypotheekmarges in
Nederland. Uit de quick scan van de NMa blijkt dat de de marges na medio 2009 hoog zijn in
historisch en internationaal perspectief. Om tot deze conclusie te komen heeft de NMa drie
verschillende methodes gehanteerd. Bij de berekening heeft de NMa rekening gehouden met de
mogelijke kostenstijging van banken. Ook heeft de NMa meegenomen dat hypotheken over het
algemeen niet uitsluitend met kortlopende leningen worden gefinancierd.
Ook geeft de quick scan van de NMa meer inzicht in de het marktaandeel van de vier grootste
spelers. Het gezamenlijke marktaandeel van de vier grootste banken bedroeg in 2008 ongeveer
80% en in 2009 ongeveer 75%.
3
Is het waar dat deze vier grootste spelers enkele jaren geleden hypotheken onder de
kostprijs hebben verstrekt? Wilt u de Nederlandse Mededingingsautoriteit verzoeken in
haar onderzoek naar de hypotheekmarkt na te gaan of nieuwe toetreders door deze lage
prijzen van de markt zijn gedrukt?
Het onderzoek van de NMa laat zien dat de marges op hypotheken in de periode 2005-2008 laag
waren en mogelijk zelfs negatief. De NMa stelt dat op basis van de hypotheektariefcalculatiemethode
geconcludeerd lijkt te kunnen worden dat gedurende een aantal jaren sprake
was van negatieve marges op de hypotheekmarkt. De NMa maakt hier geen onderscheid tussen de
grootste vier spelers en de andere spelers op de markt. Hierover kan ik dan ook geen uitspraken
doen. De NMa heeft aangegeven in het bredere onderzoek onder andere te kijken naar de
aanwezigheid van mogelijke toetredingsdrempels voor nieuwe spelers, waaronder die
voortkomende uit (prijs)gedrag van de gevestigde partijen.
4
Is het waar dat consumenten gemiddeld elke zeven jaar de rentevaste periode van hun
hypotheek vernieuwen? Is het waar dat er een groot verschil is in de rente voor nieuwe
klanten en de (hogere) rente voor klanten die hun hypotheek verlengen? Wordt dit de
hypotheekverstrekkers mogelijk gemaakt door de kosten die een klant zou moeten
maken als hij naar een andere hypotheek wil overstappen? Vind u dit een goede
behandeling van de vaste klant?
5
Is het waar dat het voor hypotheekverstrekkers lucratiever is om de tarieven bij deze
bestaande klanten hoog te houden dan werkelijk te concurreren op prijs?
Exacte cijfers van wanneer consumenten hun rentevaste periodes vernieuwen zijn niet
voorhanden. Vaste renteperiodes kunnen uiteenlopen van 5 tot 30 jaar. Er zijn wel aanwijzingen
dat er meer korter durende rentevaste periodes dan zeer lange rentevasteperiodes worden
overeengekomen tussen hypotheekaanbieders en consumenten.
Ik vind het belangrijk dat consumenten kunnen overstappen naar een andere aanbieder. In het
tweede deel van het onderzoek dat de NMa momenteel uitvoert naar de hypotheekmarkt zal ook
worden gekeken naar gedragingen die de marktwerking kunnen verstoren. Aan de hand van de
uitkomst van het onderzoek zal ik mij bezinnen op het nemen van maatregelen.
6
Is het waar dat de marges ook verhoogd worden bij hypotheken die verstrekt worden
met de Nationale Hypotheek Garantie, terwijl een bank daar nauwelijks risico loopt?
7
Deelt u de mening dat banken hun klanten meer tijd moeten geven om te beslissen over
verlenging, bijvoorbeeld door een vooraankondiging enige maanden voordat de nieuw te
offreren rente bekend is?
Het is aan hypotheekverstrekkers zelf om hun tarieven te bepalen. Hierbij speelt bijvoorbeeld de
inschatting van de risico's voor de bank een grote rol. Het is voorts aan de consument om te
bepalen bij welke aanbieder hij het contract naar keuze onder de gunstigste voorwaarden kan
afnemen. Ik hecht er daarbij wel aan dat consumenten voldoende inzicht hebben in het
hypothecaire krediet. Ik ben hierover ook in gesprek met de AFM.
Daarnaast dienen banken zich te onthouden van mededingingsbeperkende gedragingen,
bijvoorbeeld door gezamenlijk af te spreken dat zij hoge hypotheektarieven zullen hanteren. Hierop
wordt toegezien door de NMa. Zoals is aangegeven bij de antwoorden op eerdere vragen vormt de
hypotheekmarkt, waar de Nationale Hypotheek Garantie deel van uitmaakt, momenteel onderwerp
van onderzoek door de NMa en zal naar verwachting meer informatie over overstapdrempels en de
tarieven die banken hanteren voor de verschillende klanten beschikbaar worden zodra zij haar
tweede onderzoek heeft afgerond.
8
Bent u bereid om deze situatie te beëindigen door ofwel maatregelen te nemen die
werkelijke concurrentie opleveren in de hypotheekmarkt, danwel door net als uw collega
uit het Verenigd Koninkrijk afspraken te maken met de hypotheekverstrekkers?
Hoewel er nog een vervolgonderzoek komt, vormen de eerste uitkomsten van het onderzoek van
de NMa reeds een serieus signaal. Ik wil dan ook niet afwachten tot het voorjaar en zal op korte
termijn in overleg treden met verschillende partijen om te bezien hoe er opvolging gegeven moet
worden aan deze signalen en tegelijk zal voor meer definitieve conclusies het tweede onderzoek
betrokken moeten worden.
1) http://www.consumentenbond.nl/test/geld-verzekering/wonen/hypotheken/extra/onderzoekhypotheekrentes/
en http://kassa.vara.nl/tv/afspeelpagina/aflevering/kassa-f40528c8a8/speel/1/
Ministerie van Financiën