UMC Groningen
Chronische aandoeningen verkleinen kansen van jongeren met intellectuele
beperkingen op de arbeidsmarkt
15 november 2010
Adolescenten met een intellectuele beperking hebben vaak bijkomende
chronische aandoeningen en daarmee een grotere kans op emotionele en
gedragsproblemen. Deze factoren verkleinen hun kans om volwaardig deel
te nemen aan de maatschappij. Dat stelt drs. Barth Oeseburg in zijn
proefschrift, waarop hij woensdag 17 november promoveert.
Van de leerlingen (12 - 18 jaar) met een intellectuele beperking heeft
63 % daarnaast een of meer chronische aandoeningen. Aldus concludeert
Oeseburg in zijn onderzoek. Dit kunnen zowel lichamelijke (zoals
kinderreuma of astma) als mentale (autisme, ADHD en dergelijke)
problemen zijn. Onder leerlingen zonder intellectuele beperking is het
percentage dat een chronische aandoening heeft veel lager (12%).
Zelfstandig
Op verzoek van koepelorganisatie PROREC Noord onderzocht Oeseburg de
leerlingen van scholen voor praktijkonderwijs en de Regionale
Expertisecentra in Groningen en Drenthe. "Adolescenten worden daar
voorbereid op het zelfstandig functioneren in de samenleving", zegt
Oeseburg. "Ze leren er de basale dingen, als boodschappen doen en eten
koken. Maar ook arbeidsvaardigheden om later een kans te maken op een
baan."
Alle leerlingen in zijn onderzoeksgroep hebben in ieder geval een
intellectuele beperking. Met vragenlijsten voor de ouders, mentoren op
school en informatie van de huisartsen van de jongeren stelde Oeseburg
vast welke bijkomende problemen de kinderen hebben. "Hierbij viel op
dat de ouders meer problemen signaleerden dan de mentoren en de
huisartsen van de leerling. Dat kan komen omdat de ouders zelf een
diagnose stellen, maar ook omdat huisartsen en scholen niet alle
informatie kennen."
Gedragsproblemen
Van de leerlingen met een intellectuele beperking die ook een
chronische aandoening hebben, blijkt - afhankelijk van het aantal en de
aard van de chronische aandoeningen - 30 tot 64 % daardoor emotionele
en gedragsproblemen te hebben, zo stelde Oeseburg vast. "Een kind met
een intellectuele beperking en kinderreuma kan bijvoorbeeld door
overbelasting op school vaak last hebben van pijn en vermoeidheid en
daardoor probleemgedrag vertonen. Tot nu toe wordt niet altijd
onderkend dat de problemen door de chronische aandoening worden
veroorzaakt", legt Oeseburg uit. "Maar de emotionele - en
gedragsproblemen verkleinen wel de toch al geringe kans op de
arbeidsmarkt."
In zijn onderzoek zag Oeseburg dat scholen vaak niet goed op de hoogte
zijn van de chronische aandoeningen en de samenhang met emotionele - en
gedragsproblemen van hun leerlingen. "Dat is wel belangrijk, want deze
groep is erg kwetsbaar. Je wilt niet dat ze op hun achttiende thuis op
de bank belanden. Of erger, in de criminaliteit of drugsverslaving
terechtkomen."
Daarom beveelt Oeseburg de scholen voor speciaal en praktijkonderwijs
aan de leerlingen bij binnenkomst nog beter door te lichten en de
ouders concrete vragen voor te leggen. Bijvoorbeeld de vragen die hij
in zijn onderzoek ook gesteld heeft. Zo krijgt de school een beter
beeld van een leerling. "Bovendien is het belangrijk al in een vroeg
stadium een arbeidsmarktdeskundige te betrekken", stelt Oeseburg. "Dan
kun je al vroeg de capaciteiten en interesses van de leerling afstemmen
met de eisen voor bepaalde functies op de arbeidsmarkt. En heeft de
leerling nog genoeg tijd om de juiste vaardigheden te leren voor een
baan die bij hem past."
Curriculum Vitae
Barth Oeseburg (Groningen, 1961) studeerde HBO-V in Groningen. Tijdens
zijn werkzaamheden als verpleegkundige in het UMCG, studeerde hij in de
avonduren sociologie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Nadat hij in
1993 afstudeerde, bleef Oeseburg werkzaam voor het UMCG. Hij was de
eerste verpleegkundig consulent Multiple Sclerose van Nederland en
startte verschillende zorgvernieuwingsprojecten, onder andere over
thuiszorg. In 2001 maakte hij de overstap naar wetenschappelijk
onderzoek bij de afdeling Gezondheidswetenschappen van de RUG.
Inmiddels werkt Oeseburg in het UMCG Wenckebach Instituut als
opleidingscoördinator verpleegkundige vervolgopleiding chronisch
zieken.
Oeseburg promoveert tot doctor in de medische wetenschappen bij
prof.dr. J.W. Groothoff en prof.dr. S.A. Reijneveld. Hij verdedigt zijn
proefschrift, met de titel `Prevalence and impact of chronic diseases
in adolescents with intellectual disability' op woensdag 17 november om
16.15 in het Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen.