Algemene Rekenkamer

Nieuwsbrief
17 november 2010

Afstemming van zorg bij chronische ziekten traag op gang

Bijna één op de drie chronisch zieken beoordeelt afstemming zorg negatief

In Nederland zijn 4,5 miljoen mensen chronisch ziek. Zij hebben bijvoorbeeld last van diabetes, artrose, hartziekten en nek- en schouderklachten. De minister van VWS wil betere en goedkopere zorg verlenen. Zorgverleners, zoals huisartsen, diëtisten en verpleegkundigen, moeten de zorg aan chronische zieken onderling afstemmen en zoveel mogelijk dichtbij huis aanbieden. De Algemene Rekenkamer constateert nu dat de toenmalige minister te optimistisch was, toen hij in 2006 veronderstelde, dat die samenwerking vanzelf zou ontstaan. De uitvoering verloopt trager dan verwacht.

Dit concludeert de Algemene Rekenkamer in het onderzoeksrapport Afstemming in de zorg voor chronische aandoeningen; Terugblik 2010, dat zij op 17 november 2010 publiceert. Hierin zijn de bevindingen van onderzoek uit 2006 opnieuw tegen het licht gehouden en is onderzocht wat inspanningen sindsdien hebben opgeleverd.

Nederland telt circa 4,5 miljoen chronisch zieken. Daarvan heeft 1,3 miljoen verschillende ziekten tegelijk. Patiënten met een chronische aandoening hebben veelal met verschillende zorgverleners te maken. Voor deze groep patiënten is het van belang dat er tussen zorgverleners goede afspraken bestaan over zowel de inhoud als de organisatie van de zorg. De kosten van de chronische ziekenzorg bedroegen in 2006 minimaal ¤¬ 18 miljard. Het beleid van de minister van VWS is gericht op 'afstemming' in de zorg voor chronisch zieken en betreft zowel de samenwerking in de organisatie van de zorg als de inhoudelijke afstemming van de behandeling. Daaronder valt onder andere het overbrengen van taken van specialistische zorgverleners naar de huisartsenpraktijk. Maar ook maatregelen die chronische ziekten kunnen voorkomen en zelfmanagement, waarbij de patiënt bijvoorbeeld via internet hulp krijgt bij het toedienen van medicatie, moeten leiden tot goedkopere en tegelijkertijd betere zorg. Zo krijgen mensen met een chronische ziekte minder kans op complicaties en kunnen zij met minder ongemak door het leven gaan.

Patiënten niet positiever over afstemming tussen zorgverleners Uit onderzoek onder de leden van het Nationaal Panel Chronisch Zieken en Gehandicapten blijkt dat zij in 2009 - vergeleken met 2002 en 2005 - niet significant meer tevreden zijnn over de samenwerking en afstemming tussen de zorgverleners met wie zij te maken hebben. Van de ondervraagden beoordeelt bijna één op de drie de samenwerking als matig of slecht. Zorgverleners zijn bijvoorbeeld niet op de hoogte van afspraken van de patiënt met andere zorgverleners of afspraken in één instelling zijn niet op één dag te combineren.

Aanpak diabetes relatief succesvol
In Nederland zijn 1 miljoen diabetespatiënten. In 2003 ontwikkelden patiënten, zorgverleners en wetenschappers een zogenaamde zorgstandaard voor diabetes. In de zorgstandaard is vastgelegd wat goede diabeteszorg inhoudt en hoe deze zorg georganiseerd moet worden ('integrale zorg'). Zorgverzekeraars kunnen diabeteszorg voor hun verzekerden als een totaalpakket inkopen en doen dat ook in toenemende mate. De aanbieders van die zorg moeten dan samenwerken om de zorg integraal aan te bieden.

Afstemming voor andere chronische ziekten moeizaam op gang Voor andere chronische ziekten dan diabetes wordt deze systematiek nog maar mondjesmaat toegepast. Op dit moment zijn drie zorgstandaarden beschikbaar. De ontwikkeling van zorgstandaarden wordt bemoeilijkt door discussies tussen zorgverleners. Zij zijn het bijvoorbeeld oneens over de vraag of begeleiding door de huisarts voldoende is bij chronisch hartfalen, of dat hierbij een specialist betrokken moet worden. Bovendien is onduidelijk hoe de zorg voor mensen met meerdere chronische aandoeningen georganiseerd moet worden.

Hardere afspraken noodzakelijk
De Algemene Rekenkamer beveelt de minister opnieuw aan om het beleid minder vrijblijvend te maken. We constateren net als in 2006 dat zorgverzekeraars en zorgverleners meer geprikkeld moeten worden om samen te werken in de zorg voor chronisch zieken. Daarbij horen meetbare doelstellingen met een duidelijke tijdshorizon zodat voor de minister, de Tweede Kamer, de zorgverleners en de zorgverzekeraars en bovenal voor de patiënten de resultaten van inspanningen zichtbaar zijn. Dat het aantal patiënten zal groeien is zeker: binnen 15 jaar wordt een forse toename van het aantal chronisch zieken verwacht (alleen al voor diabetes een toename van 72 000 patiënten per jaar). In de toekomst dreigt er te weinig afgestemde zorg beschikbaar te zijn.



Algemene Rekenkamer