Provincie Utrecht behoudt voorkeur voor Rijsbruggerwegtracé
Robuust, toekomstvast en veilig. Op basis van deze drie criteria
besluiten Gedeputeerde Staten om vast te houden aan de voorkeur voor
het Rijsbruggerwegtracé, als ontsluiting voor Houten. In 2009
werd hiervoor een Bestuursovereenkomst getekend. Bij de behandeling van
het statenvoorstel om een Inpassingsplan te maken voor het
Rijsbruggerwegtracé (2010), zegde het college toe om te onderzoeken of
dit tracé ook de voorkeur zou hebben als rekening gehouden zou worden
met de Planstudie Ring Utrecht.
Voor dit onderzoek is een Milieu Effect Rapportage (MER)-procedure
gevolgd. Een eerste stap hierin vormde het vrijgeven van de Notitie
Reikwijdte en Detailniveau ( NRD) door het college in augustus 2010. De
zienswijzen die op deze NRD zijn ingebracht zijn betrokken bij het MER.
Dit geldt ook voor het advies van de Commissie m.e.r.
Planstudie Ring Utrecht nauwelijks effect op ontsluitingsprobleem Houten
Ten tijde van het MER-onderzoek was nog geen voorkeursalternatief voor
de Planstudie Ring Utrecht bepaald. Om die reden is uitgegaan van de
voorkeursrichting die bestuurlijk is vastgesteld en die bestaat uit
een tweetal varianten, te weten de variant `sorteren ín de knoop
Lunetten' en de variant `sorteren vóór de knoop Lunetten'. Beide
varianten zijn in de MER bekeken. Kansrijke alternatieven uit het MER
van 2007 zijn wederom doorgerekend in combinatie met één van deze
Planstudievarianten. Uit het onderzoek is gebleken dat de Planstudie
Ring Utrecht nauwelijks effect heeft op de ontsluitingsproblematiek van
Houten. Ook een variant, gebaseerd op één van de Planstudievarianten,
bleek hiervoor geen soelaas te bieden. Op grond van de uitkomsten van
dit MER besluiten Gedeputeerde Staten dan ook om vast te houden aan de
voorkeur voor het Rijsbruggerwegtracé.
Alternatieven Rijsbruggerwegtracé
De alternatieven voor het Rijsbruggerwegtracé zijn op een groot aantal
aspecten beoordeeld. Hierbij zijn vooral de verkeerskundige gevolgen
bekeken, omdat deze bepalend zijn voor de vraag in welke mate het
huidige verkeersprobleem kan worden opgelost. Drie criteria speelden
hierbij een rol:
* Effecten wegennet Houten
* Effecten buitengebied tussen Houten en Bunnik
* Effecten op rijkswegennet
Op grond van de scores op deze criteria gaat de voorkeur uit naar het
Rijsbruggerwegtracé. Op de meeste niet-verkeerskundige aspecten waren
de scores wisselend maar nauwelijks onderscheidend. Alleen op het
criterium 'robuustheid' scoort het Rijsbruggerwegtracé beduidend beter.
Gedeputeerde Van Lunteren (Mobiliteit): ,,De onderbouwing voor onze
keuze is hiermee keihard. Als de Staten deze keuze bekrachtigen, zijn
we weer een stap dichterbij de schop in de grond."
Voor persinformatie: jolande.havenaar@provincie-utrecht.nl, (030) 258
29 97 / 06 - 21 11 78 64
Provincie Utrecht