* 60 jaar SER
18 november 2010
Als Nederland nu investeert in de biobased economy, zijn er veel kansen
voor economische groei en verduurzaming van de samenleving. De SER
roept het kabinet daarom op stevig in te zetten op de ontwikkeling van
de biobased economy. Met zijn ontwerpadvies `Meer chemie tussen groen
en groei' reikt de SER het kabinet daarvoor een integrale strategie
aan. De SER pleit ervoor verduurzaming van biomassa wereldwijd te
bevorderen, innovatie structureel te stimuleren, te kiezen voor
hoogwaardige toepassing van biomassa en werknemers goed voor te
bereiden op nieuwe werkwijzen.
In een biobased economy wordt biomassa (groene grondstoffen zoals
gewassen en planten) gebruikt als grondstof voor allerlei non-food
producten. Zo kan van vlas bioplastic worden gemaakt en kunnen algen
worden verwerkt in cosmetica. Ook afvalstromen (snijafval, mest) kunnen
worden gebruikt in producten. Door de snel toenemende technologische
kennis groeit het aantal toepassingsmogelijkheden enorm. Biomassa kan
eindige grondstoffen vervangen en een economie zonder afval dichterbij
brengen. Nederland is bij uitstek een land dat op dit gebied een
belangrijke rol kan vervullen. Een aantal sleutelsectoren, zoals de
agro-industrie, papier, chemie en de logistieke sector, is in Nederland
sterk ontwikkeld.
Duurzame randvoorwaarden
Op dit moment heeft met name de teelt van biomassa echter nog vaak
negatieve gevolgen. De teelt kan voedselproductie verdringen,
biodiversiteit bedreigen of plaatsvinden onder slechte sociale
omstandigheden. Om deze negatieve effecten tegen te gaan, vindt de
SER-commissie dat Nederland zich moet blijven inzetten voor
internationale duurzaamheidsafspraken. Op korte termijn is echter
aanvullend beleid nodig. Dat kan in de vorm van steeds scherpere
(Europese) duurzaamheidsnormen voor biomassa en commitment van het
bedrijfsleven aan het gebruik van aanvullende duurzaamheidscriteria. De
overheid moet zorgen voor aanvullend beleid daar waar
duurzaamheidscriteria niet voldoende zijn om risico's tegen te gaan.
Biomassa voor hoogwaardige producten
De overgang naar een meer op biomassa gebaseerde economie vraagt om
duidelijke keuzes. De commissie vindt dat de nadruk moet liggen op
hoogwaardige toepassingen in vooral chemie en materialen. Juist daar
liggen voor Nederland economische kansen. Het huidige
stimuleringsbeleid is vooral gericht op energietoepassingen zoals
biobrandstoffen. Hoogwaardiger toepassingen worden daarmee onvoldoende
benut.
Om de kansen te verzilveren, moet de rijksoverheid proactief de
volgende punten oppakken:
* pak innovatie structureel aan, bij voorkeur in samenhang met
Europees beleid (de EU2020-strategie). Een structurele
innovatieaanpak moet gebaseerd zijn op steeds scherpere normen,
financiering (van idee tot uitvoering) voor veelbelovende
technologieën, en ruimte voor experimenten;
* bevorder samenwerking tussen diverse sectoren om tot nieuwe
toepassingen te komen. Dat vraagt ook om goede afstemming met
onderzoek en onderwijs en samenwerking tussen de verschillende
ministeries;
* stem regionale initiatieven af met nationale ambities. In diverse
regio's liggen goede kansen, vooral in het gebruik van reststromen;
Begeleiding werknemers
Om de overgang naar een meer op biomassa gebaseerde economie soepel te
laten verlopen moeten ook de sociale aspecten worden betrokken. Daarbij
gaat het bijvoorbeeld om een goede begeleiding van werknemers naar
nieuw werk en nieuwe werkwijzen. Werkgevers dienen werknemers bij deze
overgangen zoveel mogelijk te betrekken. Ook in de productieketen
moeten rekening worden gehouden met de sociale omstandigheden.
De SER zal een werkconferentie organiseren om met name in de
sleutelsectoren chemie, (agro)industrie, papier, logistiek en energie
te inventariseren hoe een op biomassa gebaseerde economie zo duurzaam
mogelijk vorm kan krijgen. Doel is om te komen tot een kwaliteitsagenda
waarin afspraken worden gemaakt over onder meer de kwaliteit van arbeid
en begeleiding van werknemers naar nieuwe werkwijzen.
Procedure
Het ontwerpadvies is een reactie op een adviesaanvraag van de
toenmalige minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Het
advies is voorbereid door de SER-commissie Duurzame Ontwikkeling onder
voorzitterschap van drs. J.F. van Duyne. Op dit moment wordt het
besproken in de achterbannen van de organisaties van sociale partners.
Het is de bedoeling het advies in de openbare raadsvergadering van 17
december 2010 vast te stellen.
---
Sociaal-Economische Raad