Rijksoverheid
Toespraak staatssecretaris Teeven slachtoffercongres
Toespraak | 18-11-2010
Toespraak van staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie
gehouden tijdens het congres Samen voor het slachtoffer, op 18 november
2010.
Dames en heren,
Wat zou ik aan deze verhalen van de heren Geelen en Duijnmaijer nog
kunnen toevoegen? Zulke schrijnende gebeurtenissen doen je beseffen dat
het leed dat geweldslachtoffers is aangedaan, nauwelijks voorstelbaar
is, je verstand bijna te boven gaat. In het verleden heb ik als
officier van Justitie vergelijkbare zaken behandeld en ik herinner me
hoe "armoedig" ik me dan voelde, omdat Justitie het slachtoffer zo
weinig te bieden had.
Veel mensen - in de samenleving maar ook in de politiek - vinden dat
het strafrecht te weinig rekening houdt met de slachtoffers. Dat vind
ik ook, en dat is een van de reden waarom ik politiek actief geworden
ben. Zeker, er is vooruitgang geboekt. Zo weten we dat het wettelijk
spreekrecht voor slachtoffers en nabestaanden, dat sinds 1 januari 2005
bestaat, gunstig uitpakt. Slachtoffers voelen zich erkend en serieus
genomen. Er is ook veel waardering voor het werk van de casemanagers
van Slachtofferhulp Nederland voor nabestaanden.
Er is dus aanwijsbare progressie op dit terrein en die ontwikkeling
gaat door met de Wet versterking positie slachtoffers die 1 januari van
kracht wordt. Slachtoffers of nabestaanden kunnen straks - als zij daar
prijs op stellen - van begin af aan op de hoogte worden gehouden van
het verloop van `hun' strafzaak. En die informatievoorziening houdt
niet op bij de veroordeling van de dader. Slachtoffers willen
bijvoorbeeld niet onverhoeds met de dader worden geconfronteerd als die
op verlof gaat, of wanneer zijn straf er op zit. Dan moeten ze dat wel
op tijd weten.
Een tweede winstpunt is de voorschotregeling. Als de rechter een
schadevergoeding toewijst en de veroordeelde komt niet bijtijds over de
brug, dan betaalt de overheid het schadebedrag aan het slachtoffer of
de nabestaanden. Die hoeven dan niet meer eindeloos op het geld te
wachten. De overheid neemt hen deze zorg uit handen en verhaalt het
bedrag vervolgens weer op de dader. Invoering van deze wet vergt veel
van velen: van politie, OM, rechtspraak, het CJIB en DJI. Het vergt
samenwerking met Slachtofferhulp en het Schadefonds Geweldsmisdrijven.
En dan bedoel ik dat niet alleen in technisch- juridische opzicht. En
het gaat ook niet alleen om aanpassing van werkprocessen. Die zijn
natuurlijk nodig.
Daarom noem ik als derde punt uit de wet het zorgdragen voor een
correcte bejegening van slachtoffers. Het is een belangrijk onderdeel
van de wet en onmisbaar bij de ondersteuning van slachtoffers. Want je
kunt nog zoveel regelen voor slachtoffers, als ze niet correct en
behoorlijk tegemoet worden getreden, zijn ze nog niet geholpen.
Correcte bejegening is vóór alles mensenwerk. Het gaat om houding, om
attitude, om cultuur. Het gaat erom slachtoffers én hun rechten te
respecteren.
Ik verwacht dat deze vernieuwingen de positie van slachtoffers en
nabestaanden daadwerkelijk ten goede komen. Ik verwacht veel. Ik
verwacht een strafrechtspleging die slachtoffers erkent als
slachtoffer, die hun schade - materieel en immaterieel - compenseert,
die hen in staat stelt hun rechten eenvoudig te effectueren en hen
daarbij helpt. Ik heb er alle vertrouwen in dat ons dat gaat lukken.
Tegelijkertijd besef ik dat er nog veel te winnen valt. En ook daar
gaan we werk van maken. Ik noem een paar zaken.
Ten eerste de slachtofferloketten. De gebundelde dienstverlening aan
slachtoffers vanuit de slachtofferloketten functioneert naar grote
tevredenheid. In 2008 zijn we met een pilot begonnen. In Den Haag,
Utrecht, Amsterdam, Rotterdam, Breda en Maastricht werken de
medewerkers van het OM, de politie en Slachtofferhulp Nederland vanuit
een centrale locatie daadwerkelijk en praktisch samen om het
slachtoffer te helpen. Deze best practice gaan we landelijk uitrollen.
Ook in de andere arrondissementen worden voorbereidingen gestart om een
slachtofferloket in te richten, zodat er in de loop van 2011 een
landelijk dekkend netwerk ontstaat. Dit is met recht: slachtoffers
centraal.
Ten tweede noem ik de beslagtitel voor slachtoffers in het strafproces.
De politie moet al in een vroeg stadium bij personen die verdacht
worden van een ernstig misdrijf, beslag kunnen leggen op hun geld en
goederen. Daaruit kan dan de schade van de slachtoffers worden vergoed.
De dader moet voor de kosten opdraaien, niet het slachtoffer.
Dan het slachtoffer dat zich in eigen huis of bedrijf verdedigt tegen
een inbreker of een overvaller. Die moet niet het risico lopen zelf als
dader te worden aangehouden. Behalve als er duidelijke aanwijzingen
zijn van eigenrichting; dat is en blijft uiteraard verboden. We
formuleren momenteel de precieze criteria en we zullen die ook goed
communiceren, zodat iedereen - slachtoffer, politie, OM, dader -
duidelijk weet waar hij aan toe is.
Dames en heren,
Het slachtofferbeleid waar ik me de komende jaren sterk voor ga maken,
rust op twee pijlers. De eerste is een steviger positie van het
slachtoffer in het strafproces waar de nieuwe wet - we hadden het er
zojuist over - een forse bijdrage aan levert.
De tweede pijler is de ondersteuning van het slachtoffer bij het te
boven komen van gevolgen van het delict. Op dat punt gaan we de
dienstverlening uitbreiden en verbeteren. Meer maatwerk en meer
bundeling in de dienstverlening via het slachtofferloket. Maar ook door
goede en makkelijk bereikbare informatie over de rechten van en
mogelijkheden voor slachtoffers.
Aan dat laatste hebben communicatieadviseurs van uw organisaties de
afgelopen maanden hard gewerkt. Het resultaat mag er zijn!
Om te beginnen is er een gezamenlijke, ketenbrede website: een
informatieportaal. Voorlopig nog een zogenaamde statische site. Het zou
mooi zijn als die op den duur dynamischer kan worden, een site waarop
slachtoffers, met behulp van een eigen inlogcode online het verloop van
hun aangifte of zaak kunnen volgen. De eerste stap op weg daar naartoe
laat ik u nu graag zien, het digitale loket voor slachtoffers:
www.slachtofferloket.nl (beamer laat webpagina zien).
Een van de informatiebronnen die u via deze website kunt downloaden is
de vernieuwde brochure `slachtoffers en Justitie'. Die beschrijft de
verschillende fasen in het strafproces, van aangifte tot
tenuitvoerlegging van de straf, en - per fase - de verschillende
rechten van de slachtoffer.
Vandaag geven we u een papieren exemplaar mee. U krijgt dit aan het
eind van de dag. Maar ik wil er nu vast een overhandigen aan de zes
coördinatoren van de eerste slachtofferloketten. Zij hebben het
afgelopen jaar hard gewerkt aan de vernieuwde samenwerking tussen OM,
politie en Slachtofferhulp Nederland en zij gaan ook fungeren als
vraagbaak voor de loketten die in de andere arrondissementen starten.
Er is een film gemaakt die laat zien hoe die drie partijen die betere,
snellere dienstverlening aan slachtoffers hebben vormgegeven. Daar gaan
we zo meteen naar kijken. Maar voor het zover is, wil ik u een
inspirerende en vruchtbare dag toewensen. Zoals gezegd, het gaat om
bejegening, om houding, om attitude, om de manier hoe we slachtoffers
correct tegemoet treden. Dat moet tussen je oren zitten. Dat is - naast
alle wetten, regels, voorschriften en aanwijzingen - vooral een kwestie
van doen. Eén congresdag is daarvoor uiteraard niet voldoende maar het
is een goed begin. En u bent voor een groot deel leidinggevenden en
daarmee in de positie om het goede voorbeeld te geven. Ik reken op u.
Dan zou ik nu de coördinatoren willen uitnodigen naar voren te komen.
Afzender
* Ministerie van Veiligheid en Justitie
Voor vragen aan de Rijksoverheid bel Postbus51: 0800-8051