Nederlandse Vereniging van Journalisten

Looneis 2 procent gerechtvaardigd

donderdag 18 november 2010 | Voor de NVJ is behoud van koopkracht het uitgangspunt en daarom is een structurele loonsverbetering van 2 procent gerechtvaardigd. Aldus het arbeidsvoorwaardenbeleid, dat op 17 november werd besproken tijdens de NVJ Verenigingsraad. De NVJ sluit aan bij FNV die eerder deze week de looneis voor 2011 vaststelde op 2 procent.

Daarbovenop wil de NVJ afspraken voor investeringen in de sector en modernisering van arbeidsvoorwaarden. Ook is een collectieve investering nodig in ideële kanten van journalistiek met een bijdrage voor een persvrijheidsfonds. Vanwege het grote belang van deze onderdelen wil de NVJ hiervoor 1 procent arbeidsvoorwaardenruimte.

Om werkgelegenheid bij de media in de toekomst te verzekeren, is modernisering van arbeidsvoorwaarden noodzakelijk. De NVJ wil hieraan bouwen om iedereen perspectief te bieden in de journalistiek. Jong talent moet zorgen voor nieuwe vitaliteit. De NVJ maakt zich sterk voor instroomprojecten om nieuwe journalisten aan werk te helpen. `Die projecten willen we voortzetten vanwege het succes en daarnaast willen we investeren in de arbeidspositie van ouderen', aldus vice-voorzitter Bert de Jong. De NVJ bepleit modernisering, waarbij arbeidsvoorwaarden gericht zijn op individuele keuzes die langer doorwerken mogelijk maken, bijvoorbeeld via deeltijdwerk. Leeftijdsbewust loopbaanbeleid biedt de mogelijkheden om tussen 20 en 65 jaar een evenwicht te vinden tussen werk, inkomen en vrije tijd. `Per leeftijdsfase kijk je waar je op dat moment behoefte aan hebt.' Dat kan ondermeer scholing zijn. Dit onderwerp vindt de NVJ van groot belang om zo de inzetbaarheid van werknemers te vergroten en de mobiliteit te bevorderen.

Gelijk loon voor gelijk werk, flexibel werken mag geen verslechtering zijn. De positie van de zelfstandige werkers in de journalistiek moet beter. Ze hebben recht op ondermeer makkelijker toegang tot collectieve pensioenregelingen en ruimere faciliteiten voor scholing.