Rijksoverheid
18 november 2010
Richtlijn patiëntenrechten bij grensoverschrijdende zorg
Geachte voorzitter,
Met uw brief met het kenmerk 21501)31)222/2010D40009 vraagt u om een
stand)van)zakenbrief over de tweede lezing van de concept)Richtlijn
patiëntenrechten bij grensoverschrijdende zorg. Daarbij vraagt u om informatie
over de Europese wetgevingsprocedure en om de door Nederland in te nemen
positie ter zake.
Tijdens de Raad Werkgelegenheid, Sociaal beleid, Volksgezondheid en
Consumentenbescherming van 8 juni 2010 is er een politiek akkoord bereikt.
Tijdens de discussie in de Raad bleek dat, ondanks kanttekeningen, een grote
meerderheid van lidstaten kon instemmen met de oplossingen die het Spaanse
voorzitterschap had voorgesteld. Daardoor werd een politiek akkoord over deze
ontwerprichtlijn een feit. Vervolgens is er nog een aantal taal/juridische
procedures afgehandeld waardoor op 13 september 2010 de Raad Algemene
Zaken de tekst formeel heeft kunnen vaststellen. Eerder heb ik u deze tekst
toegezonden.
Nu is de weg vrij voor het Belgisch voorzitterschap om de onderhandelingen met
het Europees Parlement (EP) en de Europese Commissie in te gaan met de inzet
binnen maximaal vier maanden een tweede lezing akkoord te bereiken.
Het Belgisch voorzitterschap zal samen met de Rapporteur van het EP moeten
proberen een compromistekst op te stellen.
Het EP heeft op 23 april 2009 ingestemd met een door haar geamendeerde versie
van het Commissievoorstel. Het EP heeft een 120)tal amendementen
aangenomen. Inmiddels is er een nieuw EP aangetreden. Zoals te doen
gebruikelijk heeft het nieuwe EP op 27)28 oktober 2010 opnieuw in de Commissie
Milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid (ENVI) gestemd over een
nieuw rapport van Rapporteur Françoise Grossetête (EPP).
Vervolgens is het aan het Belgisch voorzitterschap om onderhandelingen namens
de Raad met het EP en de Europese Commissie te starten. In de week van 8
november zal het voorzitterschap daar de eerste stappen in zetten.
Het Belgisch voorzitterschap zal met regelmaat in Coreper hiervoor een mandaat
aan de lidstaten moeten vragen.
Een aantal onderwerpen zal naar verwachting centraal komen te staan in de
onderhandelingen met het EP: het voorkomen dat patiënten moeten overgaan tot
directe betalingen, de versoepeling van de mogelijkheden voor lidstaten om
voorafgaande toestemming te vragen en de uitbreiding van rechten op
vergoeding. Op deze punten liggen de opvattingen van de Raad en het EP tamelijk
ver uit elkaar. De tegenstelling zit er vooral in dat het EP op een aantal punten op
de stoel van de lidstaten gaat zitten en uitbreiding van rechten wil, waarvan de
Raad vindt dat de lidstaten daar zelf over gaan.
De Nederlandse inzet bij de onderhandelingen met het EP is er nog steeds op
gericht dat met deze richtlijn de jurisprudentie van het Europees Hof over
patiëntenrechten bij grensoverschrijdende zorg wordt gecodificeerd. Daarbij blijf ik
kijken of de interpretatie van de jurisprudentie zoals Nederland die heeft
gehanteerd bij de Zorgverzekeringswet, overeind blijft en bevestigd wordt. De
door de Raad in juni 2010 vastgestelde tekst weerspiegelt deze interpretatie.
Op dit moment kan ik u nog niets inhoudelijks melden over de actuele
onderhandelingen met het EP, omdat de onderhandelingen nog niet gestart zijn.
Mocht er aanleiding toe zijn vóór het Algemeen Overleg van 2 december, dan zal
ik u hierover schriftelijk informeren.
Ik vertrouw erop dat ik u met deze brief voor het moment voldoende heb
geïnformeerd.
Hoogachtend,
de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
mw. drs. E.I. Schippers