Politiebond ACP

18 november 2010

Uit het landelijk overleg (18/11)

De landelijke politiebonden hebben vandaag, donderdag 18 november, het maandelijkse overleg (CGOP) gehad met minister Opstelten van Veiligheid en Justitie. Namens de ACP waren voorzitter Gerrit van de Kamp en beleidsmedewerker Alie Nijboer aanwezig. Tijdens het overleg werd onder meer gesproken over het wetgevingsoverleg van afgelopen maandag 15 november en de rangonderscheidingstekens van aspiranten. De landelijke politiebonden hebben vandaag, donderdag 18 november, het maandelijkse overleg (CGOP) gehad met minister Opstelten van Veiligheid en Justitie.

De landelijke politiebonden hebben vandaag, donderdag 18 november, het maandelijkse overleg (CGOP) gehad met minister Opstelten van Veiligheid en Justitie.

Minister Opstelten bevestigde vandaag wat hij afgelopen maandag tijdens de commissievergadering van Veiligheid en Justitie van de Tweede Kamer al aangaf: de huidige operationele sterkte van 49.500 politiemedewerkers blijft de komende vier jaar gehandhaafd. Er komen dus geen extra collega's bij, maar er zullen ook geen ontslagen vallen in de operationele sterkte. Het is echter onduidelijk wat de consequenties van wijzigingen in het politiebestel, de oprichting van het Politiedienstencentrum (PDC), zullen zijn voor collega's in de ondersteunende functies (ATH). De ACP zal de beantwoording van openstaande vragen en processen nauwlettend volgen. Het is voor de ACP belangrijk dat de collega's goed begeleid worden in het gehele proces. De ACP vindt het in ieder geval van belang dat, mochten banen op de tocht komen te staan, collega's op een goede manier van werk naar werk worden begeleid. Onze leden kunnen voor vragen en hulp bij dit traject altijd bij de ACP terecht.

Onderscheidingstekens aspiranten

Daarnaast is vandaag gesproken over het toekennen van hogere onderscheidingstekens aan aspiranten. Aspiranten worden vooral in de grote steden regelmatig geconfronteerd met negatieve uitlatingen van de burger, gerelateerd aan het dragen van één streep (galon) als rangonderscheidingsteken. Daarnaast zou het dragen van één streep binnen verschillende korpsen tot gevolg hebben dat het onvoldoende duidelijk is in hoeverre de aspirant operationeel kan worden ingezet. De politiekorpsen Amsterdam-Amstelland, Rotterdam-Rijnmond, Haaglanden en Hollands Midden formuleerden daarom een aanvullend beleid over de rangonderscheidingstekens. Op basis daarvan is ook bij de commissie van het Centraal Georganiseerd Overleg Politie (CGOP) een verzoek ingediend om landelijk hogere onderscheidingstekens toe te kennen aan aspiranten. Dit voorstel is vandaag aangenomen, maar de ACP ziet het als een tijdelijke oplossing.

Weerbaarheid

De ACP vraagt zich af of het toekennen van hogere onderscheidingstekens aan aspiranten de geschetste problemen kan oplossen. Belangrijker dan de aankleding en de daaraan verbonden status is dat politiemensen leren professioneel op te treden en weerbaarheid ontwikkelen. Desondanks heeft de ACP ingestemd met het voorstel om tijdelijk hogere rangonderscheidingstekens toe te kennen aan aspiranten. Volgend jaar wordt het politieonderwijs en het rangenstelsel onder de loep genomen. Dan zal ook de discussie over de rangonderscheidngstekens van aspiranten weer geopend worden. De ACP hoopt dan een andere oplossing te hebben voor de problematiek die aspiranten ervaren.
---