Mensenrechtentulp voor Hondurese mensenrechtenverdedigster Bertha Oliva
Nieuwsbericht | 18 november 2010
De Mensenrechtentulp 2010 gaat naar Bertha Oliva de Nativi uit
Honduras. Zij krijgt de mensenrechtenprijs van de Nederlandse regering
voor haar jarenlange strijd voor de rechten van verwanten van mensen
die tussen 1979 en 1989 verdwenen in Honduras. De jury koos haar uit
ruim 170 voorgedragen kandidaten. Minister Rosenthal (Buitenlandse
Zaken) reikt vrijdag 10 december, Internationale Mensenrechtendag, de
prijs aan haar uit op het ministerie van Buitenlandse Zaken.
Bertha Oliva is algemeen coördinator van COFADEH (Comité de Familiares
de Detenidos Desaparecidos en Honduras), het comité van verwanten van
verdwenen Hondurezen in detentie. Na de arrestatie en verdwijning van
haar echtgenoot in 1981 groeide zij uit tot een symbool van verzet
tegen de verdwijningen in geheel Midden-Amerika.
Met andere vrouwen die hun geliefden verloren richtte zij in 1982
COFADEH op, om gerechtigheid en compensatie te zoeken voor de families
van 184 dissidenten die tussen 1979 en 1989 zonder enig spoor uit hun
leven verdwenen.
In haar rapport benadrukt de jury dat de prijs een erkenning is van de
jarenlange zoektocht van Bertha Oliva naar de waarheid over de dood van
haar man en het lot van andere spoorloos vermiste personen.
De Nederlandse regering reikt de Mensenrechtentulp sinds 2008 uit aan
een man of vrouw die uitzonderlijke moed heeft getoond bij het
beschermen en bevorderen van de rechten van zijn of haar medeburgers.
Oliva en haar medewerksters zijn van meet af aan geïntimideerd en
bedreigd.
Bertha Oliva krijgt het bronzen beeldje van de Mensenrechtentulp en een
bedrag van 10.000 euro. Bovendien kan zij een voorstel indienen ter
waarde van 100.000 euro voor een project dat bijdraagt aan haar werk
als mensenrechtenverdediger.
Ministerie van Buitenlandse Zaken