Directie grootste struikelblok bij innovatie


EINDHOVEN/DEN HAAG, 20101118 -- Bij succesvol ontwikkelen en op de markt brengen van innovaties, worden bedrijven vooral gehinderd door de eigen organisatie. Dit blijkt uit de tweede editie van het onderzoek `Het Oog op Innovatie' van Six Fingers en DBMI. Het zijn niet de klanten, niet de overheid, niet de concurrenten of de leveranciers die een sta-in-de weg zijn, maar opvallend genoeg vormt de eigen directie het grootste struikelblok bij organisaties op het gebied van innovatie. 41% van de innovatieprofessionals van minder succesvolle organisaties, wijst de directie aan als zondebok. En dat terwijl leiderschap de belangrijkste factor is die bepaalt of organisaties succesvol innoveren.

Klantbehoeften belangrijkste motivaties voor innovatie

Het beter in kunnen spelen op behoeften van de klant vormt voor Nederlandse organisaties de belangrijkste motivatie om te innoveren. Daarnaast is ook kostenbesparing een belangrijke motivatie, vooral de afgelopen tijd. Of dit zo'n goede motivatie is, is echter de vraag. Organisaties die minder succesvol zijn op het gebied van innovatie, noemen namelijk vaker deze reden om te innoveren. Ook de motivaties `duurzaamheid' en `de concurrent' worden vaker genoemd als motivatie door de minder succesvolle organisaties.

Klanten, andere branches en eigen werknemers zijn goede bronnen voor ideeën

Ideeën voor innovaties komen uit vele bronnen. Succesvolle bedrijven werken goed samen met klanten aan nieuwe ideeën via co-creatie en kijken minder naar concurrenten, maar leren juist van ontwikkelingen in andere branches. Ook een interne innovatie afdeling is een goede bron voor succesvolle ideeën.

Een model: hoe kunnen Nederlandse organisaties succesvoller worden op het gebied van innovatie?

Onderdeel van het onderzoek was een model waarmee het succes op het gebied van innovatie voorspeld kan worden. Zeven factoren werden geïdentificeerd als kenmerken van succesvol innoverenden organisaties.

Leiderschap blijkt de belangrijkste dimensie die succes bepaalt. Succesvolle innovators worden gekenmerkt door management dat zelf ondernemerschap uitdraagt, een duidelijke visie heeft waarin innoveren centraal staat en deze visie op een inspirerende manier weet over te brengen op haar werknemers. Een tekort aan ondernemerschap en dominant `spreadsheet management' zorgt er bij veel organisaties voor dat creativiteit en vernieuwing niet worden gestimuleerd. Leiderschap bepaalt voor 18% het succes op het gebied van innovatie.

De tweede belangrijke dimensie is `beloning'. Een
organisatie is idealiter zodanig ingericht dat iedereen die zich bezighoudt met innoveren en vernieuwen, daar ook voor wordt beloond én gewaardeerd. Waarderen blijkt overigens nog belangrijker te zijn dan belonen. Innovatie moet dus niet alleen terugkomen in de bedrijfsdoelstellingen, maar ook in de persoonlijke doelstellingen van werknemers. Zo wordt helder waarop zij beoordeeld worden en wordt het belang van innovatie benadrukt.

De derde dimensie is `organisatiecultuur'. De cultuur bepaalt voor een groot deel hoe werknemers omgaan met innovatie. Een goede cultuur kenmerkt zich door het ontbreken van het poldermodel en voorkomt weerstand tegen vernieuwing. Trotse werknemers en een cultuur waarin mislukkingen geaccepteerd worden, completeren de belangrijke elementen van organisatiecultuur.

Het plaatje van een succesvol innoverende organisatie wordt gecompleteerd door de aanwezigheid van voldoende goede ideeën, een goed vastgelegd proces voor innovatietrajecten, een externe focus van de hele organisatie en tot slot beschikbare middelen, zowel geld als tijd als kennis.
Op basis van de uitkomsten hebben de onderzoekers een checklist ontwikkeld die bedrijven helpt om succesvoller te worden. Deze checklist is gratis te downloaden op www.oogopinnovatie.nl

De rol van de overheid

Uit het onderzoek blijkt dat de stimuleringsmaatregelen die de overheid aanbiedt, succes hebben. De `Wet Bevordering Speur en Ontwikkelingswerk' is de meest populaire innovatiestimuleringsregeling onder zowel succesvolle en minder succesvolle bedrijven. Het is echter niet zo dat het gebruik van deze regeling een direct verband heeft met het innovatiesucces van de organisatie. Dit is wel het geval voor de innovatievouchers, innovatiekredieten en Innovatie Prestatie Contracten. Organisaties die hier gebruik van maken, zijn succesvoller. Overigens is het gebruik van stimuleringsregelingen geen noodzakelijke voorwaarde voor succes. 40% van de succesvolle organisaties maakt geen gebruik van een stimuleringsregeling.

Om bedrijven verder te helpen op het gebied van innovatie, hoeft de overheid volgens veel deelnemers niet eens zoveel te doen, als wel zaken mogelijk maken. Bijvoorbeeld kapitaal eenvoudiger beschikbaar stellen en regelgeving zodanig inrichten dat deze niet beperkt, maar juist mogelijk maakt.
Alom wordt ingezien dat de beschikbare kennis in Nederland beter zou moeten gekoesterd en ingezet voor innovatie. Belangrijke voorwaarde hiervoor is dat kenniscentra voor eenieder toegankelijk zijn. Nu kunnen vaak slechts een beperkt aantal organisaties er gebruik van maken.

Veel deelnemers aan het onderzoek ten slotte geven aan dat de overheid op zich genoeg doet, maar dat de procedures en regelingen vaak onduidelijk zijn. Deze onduidelijkheid zorgt ervoor dat het moeilijk is om gebruik te maken van de regelingen. Ook zijn er veel regelingen waarvoor bedrijven niet in aanmerking komen vanwege administratieve zaken.

Over het onderzoek `Het Oog op Innovatie'

`Het Oog op Innovatie' is een jaarlijks onderzoek naar de stand van innovatie in Nederland. In 2010 werd de editie gehouden. Het is een initiatief van marktonderzoekbureau DBMI en innovatiebureau Six Fingers. In totaal hebben 257 innovatie professionals deelgenomen aan dit online onderzoek. voor meer informatie kunt u kijken of de website www.oogopinnovatie.nl

DBMI/Six Fingers





Ingezonden persbericht