Ingezonden persbericht


Persbericht
18 november 2010

Aansluiting Maasstad Ziekenhuis op toekomstig warmtenet

Bouwwerkzaamheden warmtenet 'nieuwe stijl' gestart

Op donderdag 18 november 2010 is de start van het warmtenet 'nieuwe stijl' gemarkeerd met de aansluiting van het Maasstad Ziekenhuis in Rotterdam-Zuid. De komende twee jaar legt het Warmtebedrijf INFRA N.V. een nieuw warmtenet aan voor de levering van industriële restwarmte voor de verwarming van woningen en gebouwen in Rotterdam. Afvalenergiecentrale AVR, onderdeel van de Van Gansewinkel Groep, in Rozenburg is het eerste bedrijf dat restwarmte levert aan het warmtenet. Het Maasstad Ziekenhuis is in 2013 één van de eerste gebruikers van de warmte.

Warmtenet 'nieuwe stijl'
De afgelopen jaren is intensief onderzocht hoe industriële restwarmte efficiënt en economisch voordelig kan worden ingezet voor de verwarming van de stad. Dit heeft geleid tot de oprichting van het warmtenet 'nieuwe stijl', waarbij de aanleg van de infrastructuur voor een warmtenet en de exploitatie daarvan zijn ondergebracht in twee verschillende bedrijven: het Warmtebedrijf INFRA N.V. en het Warmtebedrijf EXPLOITATIE N.V. Eneco en Nuon sluiten de gebruikers van restwarmte aan op het warmtenet en zorgen er voor dat deze gebruikers de restwarmte ontvangen.

Nieuwe warmteproducenten en -gebruikers
In de toekomst kan het warmtenet worden uitgebreid met nieuwe warmteproducenten en warmtegebruikers. Het Warmtebedrijf biedt expertise over warmtevraagstukken en onderzoekt samen met potentiële producenten en gebruikers de mogelijkheden van het warmtenet. Co Hamers, directeur van het Warmtebedrijf: "Wij staan open voor alle commerciële initiatieven. Momenteel wordt een aantal daarvan serieus onderzocht."

Economische groei zonder extra milieubelasting
Het gebruik van industriële restwarmte is interessant voor alle partijen in de warmteketen van Rotterdam. Bedrijven krijgen de kans om hun bedrijfsprocessen energie-efficiënter en dus economischer in te richten. Rotterdam kan door de inzet van industriële restwarmte de uitstoot van CO2 met circa 71 tot 81 kiloton per jaar verminderen, dat overeenkomt met de jaarlijkse uitstoot van 16.000 huishoudens met een gemiddeld gas- en elektriciteitsverbruik. Bovendien verbetert de luchtkwaliteit door minder uitstoot van NOx met circa 105 ton per jaar in 2020. Rotterdam kan hierdoor beter voldoen aan Europese wetgeving, waardoor economische groei mogelijk blijft. Tenslotte komt er voor Rotterdammers duurzame restwarmte beschikbaar , voldoende om circa 50.000 huishoudens mee te verwarmen.

Flexibel
Een flexibele opzet van het warmtenet maakt een verdere CO2 reductie in de toekomst mogelijk. Ten eerste kunnen meerdere warmtebronnen van industriële restwarmte worden aangesloten, waardoor meer CO2 reductie wordt bereikt. Zo kan een regionaal warmtenetwerk ontstaan. Naast industriële restwarmte kan het warmtenet in de toekomst ook worden aangesloten op andere duurzame energiebronnen, zoals aardwarmte, biomassa en zonne-energie. Ook is het warmtenet technisch geschikt voor nieuwe ontwikkelingen, zoals de opwekking en levering van koeling voor gebouwen. De uiteindelijke hoeveelheid CO2 reductie hangt af van de mate waarin en de snelheid waarmee nieuwe warmtebronnen én gebruikers op het warmtenet worden aangesloten én de snelheid waarmee nieuwe technieken voor bijvoorbeeld koudeopslag worden ontwikkeld.



Ingezonden persbericht