agenda en de Nederlandse inzet voor de NAVO-top in Lissabon van 19 en
20 november 2010
Kamerbrief inzake agenda en de Nederlandse inzet voor de NAVO-top in Lissabon
van 19 en 20 november 2010
Kamerbrief | 5 november 2010
Geachte Voorzitter,
Hierbij informeren wij u, mede namens de minister-president, over de
agenda van en de Nederlandse inzet voor de NAVO-top die op 19 en 20
november 2010 in Lissabon wordt gehouden. De top is voorbereid in een
gezamenlijke bijeenkomst van de ministers van Buitenlandse Zaken en
Defensie op 14 oktober jl. De resultaten van deze bijeenkomst zijn in
deze brief verwerkt.
De minister van Buitenlandse Zaken,
Dr. U. Rosenthal
De minister van Defensie,
Drs J.S.J. Hillen
Agenda
De definitieve agenda van de NAVO-top in Lissabon is nog niet
vastgesteld. Wel is al bekend dat op 19 november een werksessie van de
Noord Atlantische Raad in de samenstelling van staatshoofden en
regeringsleiders zal plaatsvinden, gevolgd door parallelle werkdiners
van staatshoofden en regeringsleiders, van ministers van Buitenlandse
Zaken en van ministers van Defensie. Op 20 november vindt een
ISAF-bijeenkomst plaats met de Afghaanse President Karzai en
vertegenwoordigers van de VN, de EU en de Wereldbank en ISAF-partners.
Ook is voorzien in een NAVO-Rusland Raad met de Russische President
Medvedev. Nederland zal in Lissabon worden vertegenwoordigd door de
Minister-President, de minister van Buitenlandse Zaken en de minister
van Defensie.
Tijdens de top zullen staatshoofden en regeringsleiders hun goedkeuring
geven aan een nieuw Strategisch Concept voor de NAVO. Daarnaast wordt
een politiek besluit verwacht over bondgenootschappelijke
raketverdediging, over NAVO-hervormingen en over nieuwe prioriteiten op
het gebied van capaciteiten (het "Lisbon Capability Package").
Staatshoofden en regeringsleiders zullen tevens spreken over de
voortgang in Afghanistan en de stappen op weg naar transitie. De
NAVO-top zal ook opdracht zal geven tot verdere intensivering van de
relatie met partners. De top met President Medvedev is gericht op
verbreding van de politieke dialoog en praktische samenwerking in het
kader van de NAVO Rusland Raad.
Nederlandse inzet
Nederland zal zich inzetten voor de goedkeuring van een nieuw
Strategisch Concept dat recht doet aan de visie die wij eerder met uw
Kamer hebben gedeeld. De ontwerptekst voldoet op dit moment in grote
mate aan onze verwachtingen en de Nederlandse inspanningen zijn daarom
vooral gericht op behoud van deze tekst. Daarbij vindt Nederland het
belangrijk dat het Strategisch Concept de noodzakelijke impuls geeft
aan hervormingen, zodat de NAVO als organisatie beter is toegerust op
de veiligheidsuitdagingen van nu. Nederland maakt zich daarom sterk
voor financiële hervormingen en voor hervorming van de NAVO
Commandostructuur en van de NAVO-agentschappen. Tegelijkertijd steunt
Nederland de voorgestelde prioriteiten op het gebied van capaciteiten
voor NAVO-operaties. M.b.t. Afghanistan, naast het Strategisch Concept
het belangrijkste onderwerp van overleg, zal Nederland steun uitspreken
voor het transitieproces en het belang van een krachtig signaal over
lange termijn samenwerking. Op de NAVO-Rusland Raad zal Nederland een
constructieve boodschap afgeven over het belang van de strategische
relatie tussen de NAVO en Rusland.
Strategisch Concept
Op de bijeenkomst van de Noord-Atlantische Raad (NAR) in de
samenstelling van ministers van Buitenlandse Zaken en ministers van
Defensie van 14 oktober jl. was er brede steun voor het tekstvoorstel
van de Secretaris-Generaal voor een nieuw Strategisch Concept. Ook
Nederland heeft zich positief geuit over het voorstel van de
Secretaris-Generaal. Het tekstvoorstel komt dichtbij de lijn zoals
beschreven in onze brieven van 31 maart, 6 september en 5 oktober jl.
(kamerstukken 28 676 nr. 104, nr. 113 en nr. 116) Collectieve
verdediging op grond van artikel 5 van het NAVO-verdrag blijft de
hoeksteen van de samenwerking. Het Bondgenootschap zal zich ook
voorbereiden op dreigingen als terrorisme, cyberaanvallen en
ballistische raketten. De NAVO is nadrukkelijk bereid bij te dragen aan
crisisbeheersing en internationale stabiliteit vanuit het streven naar
veiligheid in de Euro-Atlantische regio. De ontwerptekst geeft een
prominente plaats aan partnerschappen, consultaties en samenwerking. De
tekst is evenwichtig en constructief over de strategische relatie
tussen de NAVO en Rusland. De actieve opstelling van Nederland in de
voorbereidende discussies lijkt zijn vruchten af te werpen.
De Secretaris-Generaal presenteerde op 22 oktober jl. een tweede
tekstvoorstel dat naar onze mening recht doet aan de besprekingen in de
ministeriële NAR van 14 oktober jl. De Secretaris-Generaal komt daarmee
ook tegemoet aan een aantal punten waar Nederland voor heeft gepleit.
Het gaat bijvoorbeeld om het belang van de politiek-strategische en
preventieve rol van de NAVO ter bevordering van internationale
veiligheid en stabiliteit en een committering van de NAVO aan het
VN-handvest. In de tweede ontwerptekst is aan beide onderwerpen een
meer prominente plaats gegeven. Hiervoor is brede steun van de
bondgenoten. M.b.t. NAVO-uitbreiding wordt verwezen naar de
verplichting om bij te dragen aan de gemeenschappelijke veiligheid
waaraan kandidaat-lidstaten zullen moeten voldoen. Nederland heeft zich
hier altijd hard voor gemaakt.
Tot aan de top zullen de Secretaris-Generaal en de NAVO ambassadeurs
verder werken aan overeenstemming over het Strategisch Concept.
Nederland blijft zich inzetten om de goede punten in de tekst te
behouden. Een belangrijk punt waarvoor Nederland en andere landen zich
inzetten is bijvoorbeeld de juiste balans tussen een geloofwaardige
afschrikking enerzijds en inspanningen op het gebied van
wapenbeheersing, ontwapening en non-proliferatie anderzijds. Het
Strategisch Concept dient voldoende ruimte te bieden om verdere
onderhandelingen tussen de VS en Rusland over ontwapening te
faciliteren. Verder heeft Nederland zich ingezet voor het opnemen van
een NAVO Posture Review in het Strategisch Concept. Deze review zou de
adequate mix van middelen voor een geloofwaardige afschrikking moeten
bepalen, rekening houdend met de huidige en de zich ontwikkelende
veiligheidssituatie. Nederland zal zich inspannen om deze punten in de
tekst te behouden. Het leggen van een goede basis voor intensievere
samenwerking met de EU is een ander onderwerp waarover nader overleg
zal worden gevoerd. Het zal niet eenvoudig zijn hier de gewenste
voortgang te bereiken.
Raketverdediging
De 2009 Straatsburg/Kehl top heeft opdracht gegeven aanbevelingen op te
stellen voor een mogelijke NAVO raketverdedigingsarchitectuur. Over
deze aanbevelingen zal in Lissabon een besluit worden genomen. Graag
verwijzen wij u voor de Nederlandse inzet naar de uitgebreide notitie
over raketverdediging over dit onderwerp die onze ambtsvoorgangers u
hebben toegezegd en die uw Kamer separaat toegaat.
Hervormingen binnen de NAVO
Tijdens de bijeenkomst van Defensieministers op 14 oktober jl. is
uitgebreid gesproken over de lopende hervormingen binnen de NAVO. Zoals
wij u in de brief van 5 oktober 2010 ter voorbereiding van deze
bijeenkomst (Kamerstuk 28676 nr. 116) meldden, lag onder andere een
voorstel voor over de hervorming van de NAVO-commandostructuur. Dit
voorstel, waarbij de commandostructuur meer expeditionair wordt
ingericht en het aantal hoofdkwartieren wordt teruggebracht van elf
naar zes, is door de ministers voor kennisgeving aangenomen. De
ministers stemden in met een opdracht aan de Secretaris-Generaal voor
vervolgwerk, zodat uiterlijk in juni 2011 een besluit kan worden
genomen over de geografische locaties van deze hoofdkwartieren.
Nederland ondersteunt de voorgestelde nieuwe structuur en zal actief
betrokken zijn bij de voorbereiding van besluiten over de uiteindelijke
locaties.
Op het gebied van de hervorming van de agentschappen is tijdens de
bijeenkomst van 14 oktober ingestemd met een voorstel op hoofdlijnen.
Daarbij wordt het aantal agentschappen verminderd van veertien naar
drie, en wordt gekeken naar het bundelen van ondersteunende diensten.
Veel bondgenoten benadrukten het belang van voortgezette betrokkenheid
van de landen bij deze hervormingen en de aansturing van de
agentschappen. Het is op dit moment niet met zekerheid te zeggen of dit
dossier in Lissabon rijp zal zijn voor finale besluitvorming. Daarvoor
lijkt de beschikbare financiële en organisatorische informatie
ontoereikend. Nederland staat onverkort achter de intentie om de
agentschappen efficiënter en transparanter te maken.
In de vergadering van defensieministers op 14 oktober jl. is ook
gesproken over financiële hervormingen binnen de NAVO. Het afgelopen
jaar zijn verschillende stappen gezet om het budget van de NAVO
sluitend te krijgen en voor de toekomst een betere balans te bereiken
tussen behoeften en middelen. Daarbij is gekeken naar de mogelijkheden
voor herprioritering, uitstel van projecten en het schrappen van
projecten. Als gevolg hiervan kan het budget voor 2011 met slechts een
geringe verhoging worden vastgesteld. Veel landen benadrukten dat het
ook de komende jaren van groot belang blijft om de prioriteiten binnen
de beschikbare gelden in te passen. Naar verwachting zal tijdens de top
in Lissabon aandacht worden besteed aan de noodzaak de hervormingen ten
uitvoer te brengen en waar nodig verder te verdiepen.
Lisbon Capability Package
Tijdens de bijeenkomst van 14 oktober werd het pakket van tien
prioriteiten op het gebied van capaciteitsontwikkeling omarmd. De
kosten die hiervoor in 2011 al moeten worden gemaakt zijn binnen de
huidige plafonds ingepast, waarmee voor Nederland een belangrijke
voorwaarde is ingevuld. De in het nu voorliggende concept-document
genoemde prioriteiten strekken zich uit van het verder ontwikkelen van
het Afghan Mission Network (het command and control-systeem dat ISAF
hanteert), en het in multinationaal kader uitbreiden van de
strategische en tactische luchttransportcapaciteit, tot reserveringen
voor nieuwe capaciteiten die voortvloeien uit het Strategisch Concept,
zoals civiel-militaire planningscapaciteit en territoriale
raketverdediging. Tijdens de NAVO-top in Lissabon zal het pakket door
de regeringsleiders worden vastgesteld. Tijdens de NAVO-top in Lissabon
zal het pakket, met een totale omvang van ongeveer 2.5 Miljard euro,
door de regeringsleiders worden vastgesteld.
Afghanistan
Afghanistan zal tijdens de NAVO-top veel aandacht krijgen. Er zal
worden gesproken over de voorbereidingen voor het transitieproces
waarbij ISAF vanaf 2011 geleidelijk de verantwoordelijkheid voor de
veiligheid zal overdragen aan het Afghaanse leger en de Afghaanse
politie. Zoals overeengekomen tijdens de internationale Kaboel
Conferentie van 20 juli jl. zou het transitieproces eind 2014 moeten
zijn afgerond. Transitie zal echter stap voor stap per provincie
plaatsvinden op basis van de door de Afghaanse regering en NAVO
opgestelde criteria. Hierbij zal vooral worden gekeken naar de vraag of
leger en politie in een bepaalde provincie onder civiele controle zijn,
en of ze in staat zijn - met ondersteuning van ISAF - de veiligheid in
de provincie te garanderen. Ook zal er worden gekeken naar de
capaciteit van de Afghaanse overheid om de rule of law te garanderen en
naar de kwaliteit van het openbare bestuur op provinciaal en lokaal
niveau. Tot slot zal de sociaal-economische situatie worden meegewogen.
Er zullen in Lissabon waarschijnlijk nog geen provincies worden
aangewezen die in 2011 als eerste in aanmerking komen voor transitie.
De komende maanden zal eerst alle informatie van de Afghaanse overheid,
ISAF, UNAMA en andere betrokken partijen moeten worden verzameld om een
zo compleet mogelijk profiel van elke provincie te krijgen. Al deze
informatie zal vervolgens aan de Joint Afghan-NATO Inteqal(transitie)
Board (JANIB) worden voorgelegd. Deze board zal gedurende het
transitieproces aanbevelingen doen aan de Afghaanse regering en NAVO.
De Afghaanse regering neemt per provincie het finale besluit over het
moment van transitie in consultatie met NAVO. Voorzien wordt dat de
NAVO-regeringsleiders in Lissabon de verwachting zullen uitspreken dat
het transitieproces in de eerste helft van 2011 zal aanvangen.
Het transitieproces kan alleen slagen als er de komende jaren verder
worden geïnvesteerd in de uitbreiding en versterking van de capaciteit
van het Afghaanse leger en politie. De NAVO-top zal daarom ook in het
teken staan van de behoeften aan extra trainers voor de NTM-A. Tijdens
de gezamenlijke bijeenkomst van de ministers van Buitenlandse Zaken en
Defensie op 14 oktober jl werd de omvang van de bestaande tekorten en
de urgentie van een grotere bijdrage aan de training, opleiding en
begeleiding van de Afghaanse politie nogmaals onder de aandacht
gebracht.
Transitie moet niet worden gezien als het begin van het definitieve
vertrek van NAVO-troepen uit Afghanistan. Transitie is een geleidelijke
verschuiving van verantwoordelijkheden. Na de overdacht van een
provincie zal het aantal ISAF-troepen per provincie verminderen, maar
ISAF zal zeker in de beginfase een belangrijke operationele
ondersteunende rol blijven vervullen. Gedurende het transitieproces
vindt een geleidelijke verschuiving van verantwoordelijkheden plaats.
Op termijn zal dit leiden tot voltooiing van de ISAF-missie in
Afghanistan, maar ook daarna blijft de NAVO betrokken bij dit land.
Mede daarom zal er in Lissabon ook worden gesproken over de lange
termijn-relatie met Afghanistan. Nederland is van mening dat de
Lissabon-top een helder signaal moet afgeven over de toekomstige
relatie met Afghanistan.
Overige operaties
Graag maken wij van deze gelegenheid gebruik om u eveneens te
informeren over de Nederlandse bijdragen aan de NAVO-operaties KFOR,
Operatie Active Endeavour en Ocean Shield.
Kosovo
Nederland draagt met vier militairen (op een totaal van 9700
militairen) bij aan de NAVO missie KFOR. Deze personen zijn
gestationeerd op het hoofdkwartier van KFOR in Pristina. Hierbij willen
we u informeren over het besluit van de regering om de Nederlandse
bijdrage van deze vier militairen aan de NAVO-geleide troepenmacht in
Kosovo, operatie KFOR voort te zetten tot oktober 2011.
Operatie Active Endeavour
In oktober 2004 is het operatiegebied van de
inlichtingenvergaringsoperatie Active Endeavour uitgebreid tot de
gehele Middellandse Zee. Active Endeavour-eenheden kunnen op basis van
inlichtingen verdachte schepen onderscheppen. Omdat Nederland meedoet
aan de Standing NATO Maritime Groups, kunnen Nederlandse fregatten af
en toe tijdelijk worden ingezet, ter versterking van de Operatie Active
Endeavour.
Nederland heeft van 1 juli 2010 tot en met juni 2011 het commando over
de Standing NATO Maritime Group 2 en levert in deze periode het
stafschip voor dit vlootverband. Tijdens deze Nederlandse
commandoperiode neemt de Standing NATO Maritime Group 2 in oktober en
november 2010 enkele weken deel aan de Operatie Active Endeavour.
Operatie Ocean Shield
Op 26 april en 22 juni 2010 (Kamerstukken 29 521, nr. 138 en 145) bent
u geïnformeerd over de Nederlandse bijdragen aan de NAVO anti-piraterij
operatie Ocean Shield in de periode juli 2010 tot en met juni 2011. Het
NAVO-mandaat van operatie Ocean Shield loopt tot en met eind 2012. De
doelstellingen van de operatie zijn (a) het beschermen van de
koopvaardijschepen in de Internationally Recommended Transit Corridor
(IRTC) in de Golf van Aden en het uitvoeren van patrouilletaken in het
Somalië Bassin; (b) het uitvoeren van individuele escortes van
koopvaardijschepen die zijn gecharterd door de Verenigde Naties en (c)
het uitvoeren van gerichte acties om piraten af te schrikken, op te
sporen en eventueel aan te houden.
Partnerschappen
Tijdens de ministeriële NAR in Brussel was er veel steun om sterker in
te zetten op de samenwerking met oude en nieuwe partners. Dit is in
lijn met de Nederlandse inzet zoals beschreven in eerdere Kamerbrieven
en komt ook tot uiting in de ontwerptekst van de Secretaris-Generaal
voor het Strategisch Concept. Tegelijkertijd zijn bondgenoten het eens
dat de intentie tot intensivering van de partnerschappen zal moeten
worden omgezet in duidelijk beleid en dat overleg hierover met de
partners in de rede ligt. De kans is groot dat de NAVO-top in Lissabon
de opdracht zal geven tot een nieuw Partnerschapsbeleid. Het gaat
bijvoorbeeld om het stroomlijnen van de veelheid aan
partnerschapinstrumenten en het creëren van één overkoepelend menu aan
activiteiten waaraan partners kunnen deelnemen, zonder dat afbreuk
gedaan wordt aan de eigenheid van ieder samenwerkingsverband
(Partnerschap voor Vrede, Mediterrane Dialoog, Istanbul Cooperation
Initiative en de samenwerking met individuele landen waaronder
Australië, Japan, Nieuw Zeeland, Zuid-Korea, Afghanistan en Pakistan)
Ook gaat het om overleg met partners over nieuwe dreigingen en de wijze
waarop beter met partners in operaties en de daarmee samenhangende
besluitvorming kan worden samengewerkt.
De geïntegreerde benadering
Tijdens de ministeriële NAR in Brussel van 14 oktober jl. was er veel
steun van bondgenoten voor de opbouw van een kleine civiel-militaire
planningscapaciteit, zodat de NAVO in de planning vanaf het allereerste
begin van een operatie beter rekening houdt met de niet-militaire
aspecten van crisisbeheersing en nauwer samenwerkt met civiele
partners. Nederland is tevreden met de ontwerptekst van de
Secretaris-Generaal op dit punt, maar blijft pleiten voor een
duidelijke afbakening van de bijdrage van de NAVO als politiek-militair
bondgenootschap aan de comprehensive approach. Daarbij gaat het vooral
om de vraag in hoeverre de NAVO in uitzonderlijke omstandigheden ook
een civiele rol zou moeten kunnen spelen, welke voorbereidingen
hiervoor moeten worden getroffen en hoe rekening kan worden gehouden
met de rol van partners als de VN en de EU. De discussies over dit punt
gaan in de goede richting, maar zijn nog niet volledig afgerond.
NAVO- EU samenwerking
Wij berichtten u eerder over de stand van zaken en het belang dat
Nederland hecht aan de samenwerking tussen de NAVO en de EU. Tijdens de
ministeriële NAR te Brussel van 14 oktober jl. heeft de
Secretaris-Generaal zijn inspanningen op dit terrein toegelicht. Op
basis van de daarop volgende discussie heeft hij dit onderwerp in zijn
tweede ontwerptekst voor het nieuwe Strategisch Concept een
prominentere plaats gegeven. Dat komt overeen met het Nederlandse
standpunt en wordt bovendien breed gesteund binnen het Bondgenootschap.
Gelet op de bestaande belemmeringen, die voortkomen uit de politieke
tegenstelling tussen enkele specifieke bondgenoten en EU-lidstaten, is
het evenwel geen uitgemaakte zaak of de huidige constructieve tekst ook
door staatshoofden en regeringsleiders in Lissabon zal worden
goedgekeurd. Nederland blijft de inspanningen van de
Secretaris-Generaal en de Hoge Vertegenwoordiger van de EU op dit
terrein steunen.
NAVO-Rusland top
De Russische President Medvedev zal deelnemen aan de NAVO-Rusland Raad
die in Lissabon op het niveau van staatshoofden en regeringsleiders
wordt gehouden. Tijdens de ministeriële NAR te Brussel was brede
overeenstemming over het belang van deze NAVO-Rusland top voor de
onderlinge strategische relatie. De uitdaging is nu om te komen tot
concrete resultaten waar het gaat om de politieke dialoog en praktische
samenwerking tussen de NAVO en Rusland. Veel inspanningen zijn gericht
op het afronden van de gemeenschappelijke dreigingsanalyse met Rusland
die kan bijdragen aan de samenwerking op het gebied van
raketverdediging. Ook worden de mogelijkheden verkend voor intensievere
samenwerking met Rusland in NAVO-operaties. Afghanistan geldt daarbij
als een gezamenlijke prioriteit. Een grote uitdaging voor de
NAVO-Rusland relatie is het vinden van overeenstemming over verdere
onderhandelingen op het gebied van conventionele wapenbeheersing. De
NAVO-Rusland top in Lissabon komt mogelijk te vroeg om veel voortgang
te boeken op dit punt. Van belang is vooral dat Rusland ook op het
hoogste niveau wordt aangemoedigd in deze een constructieve benadering
te kiezen. De NAVO-Rusland Raad in Lissabon en de OVSE-top in Astana
(op 1 en 2 december 2010) bieden hiervoor naar onze mening een goede
gelegenheid. Nederland zal een constructieve boodschap afgeven over het
belang van de strategische relatie tussen de NAVO en Rusland.
Ministerie van Buitenlandse Zaken