VU medisch centrum

Ik was Colin, maar nu heet ik Jasmijn

17 november 2010

Sommige kinderen zitten in het verkeerde lichaam: ze voelen zich een meisje, maar zijn een jongen - of andersom. Medisch psychologe Peggy Cohen-Kettenis heeft dagelijks met hen te maken. "Binnenkort verschijnt er een prachtig boek over deze groep kinderen. Hopelijk helpt dit om het beeld over transseksuelen in positieve zin te veranderen."

Foto: Sarah Wong Genderdysfore kinderen zijn opvallend stoere meisjes en meisjesachtige jongens. In allerlei opzichten vertonen ze het gedrag van de andere sekse. Dat gaat verder dan in bomen klimmen of met poppen spelen. In hun hele wezen zijn ze anders. Vooral in de puberteit gaan ze hun 'foute' lichaam vaak haten. "Het genderteam van VUmc biedt intensieve begeleiding", vertelt Peggy Cohen. Jarenlang was ze hoofd van de afdeling medische psychologie en medisch maatschappelijk werk, maar die functie heeft ze een paar weken geleden neergelegd. Ze blijft wel directeur van het Kennis- en Zorgcentrum voor Genderdysforie en gaat parttime door met research en patiëntcontact. "We beginnen hier altijd met diepgaande gesprekken en testen. Pas als we helemaal zeker zijn dat het om genderdysforie gaat, geven we een kind puberteitsremmende medicijnen. Dat geeft rust: de fysieke veranderingen worden tijdelijk stopgezet. Vanaf 16 jaar beginnen we met 'cross-sex'-hormonen. De geslachtsveranderende operatie komt pas als de patiënt volwassen is."

Onvolledig beeld
VUmc begon als eerste ter wereld met deze aanpak. In Nederland is het nog steeds uniek. Geen wonder dus dat Volkskrant-journaliste Ellen de Visser voor informatie over genderdysforie bij VUmc terechtkwam. Fotografe Sarah Wong was door de vereniging Berdache gevraagd om portretten van genderkinderen te maken. Zij volgde een aantal patiëntjes zeven jaar lang en maakte samen met Ellen de Visser een boek over hun ontwikkelingsproces. Vanwege de medische betrokkenheid komt het genderteam van VUmc veelvuldig in het boek voor, vertelt Cohen. Ze raadt collega's van harte aan het te lezen. "Ten eerste leer je zo begrijpen wat deze kinderen doormaken. Want hoe ga je om met de reacties op school? Wanneer en tegen wie zeg je: ik was eerst Colin, maar ik heet nu Jasmijn? En hoe zit het met relaties? Ten tweede is het hoog tijd dat het huidige beeld van genderdysforie wordt bijgesteld. Het is niet alleen de transseksueel die je op tv ziet: een vrouw die ondanks alle make-up nog steeds mannelijke trekken vertoont. Deze kinderen ogen juist supervrouwelijk of supermannelijk! Dat we hier vroeg beginnen met de behandeling, helpt natuurlijk: de jongens krijgen daardoor geen vierkante kaken, adamsappel of grote handen en de meisjes ontwikkelen geen borsten. Ieder van ons heeft vastgeroeste ideeën over wat mannen of vrouwen nu eigenlijk zijn. Dit boek haalt die aannames flink onderuit!"

Het boek 'Genderkinderen. Geboren in het verkeerde lichaam' van Ellen de Visser (tekst) en Sarah Wong (fotografie) verschijnt op 12 december bij uitgeverij d'Jonge Hond, ISBN nummer ISBN 978-90-89102-416. Tegelijkertijd verschijnt ook de Engelse vertaling 'Inside out', ISBN 978-90-89102-423. Beide uitgaven kosten 32,50 euro.

Promotie op 19 november
Kinderpsychiater Annelou de Vries onderzocht bij VUmc de psychische gezondheid van adolescenten met genderdysforie en de effecten van de behandeling. Wat bleek? De meeste van hen hebben geen bijkomende psychische problemen. Een kleine groep vereist extra aandacht vanwege angsten, depressies of een stoornis die verwant is aan autisme. Het onderdrukken van de puberteit heeft een gunstig effect op hun functioneren. Ook na de geslachtsoperatie gaat het psychisch vaak goed. Vrijdag 19 november, aula, 13.45uur.

Petra ter Veer
bron: Tracer