Rijksoverheid
Snellere opsporing misdadigers door nieuw verdrag met VS
Nieuwsbericht | 19-11-2010
Door een nieuw verdrag tussen Nederland en de Verenigde Staten kunnen
misdadigers sneller worden opgespoord. Het verdrag maakt de
uitwisseling van gegevens over DNA-profielen en vingerafdrukken van
verdachte personen mogelijk.
Verdrag belangrijke stap in opsporing misdadigers
Minister Opstelten van Veiligheid en Justitie en Deputy Secretary Jane
Holl van het Department of Homeland Security hebben het Prevention and
Combating of Serious Crime-verdrag (PCSC) op 19 november getekend op
het ministerie van Veiligheid en Justitie. Opstelten noemt het verdrag
een belangrijke stap in de opsporing van misdadigers. Het verdrag zal
nu ter goedkeuring aan het Parlement worden voorgelegd.
Het verdrag bepaalt dat Nederland en de Verenigde Staten op individuele
basis gegevens kunnen opvragen over DNA-profielen en vingerafdrukken,
die zijn afgenomen van verdachten. Ook DNA-profielen en vingerafdrukken
die bij een misdrijf zijn aangetroffen, zonder dat er een verdachte in
beeld is, kunnen worden vergeleken. De landen krijgen hiervoor, via een
nationaal contactpunt, toegang tot elkaars databases met linkgegevens
over vingerafdrukken en DNA-profielen. Tijdens deze procedure zijn de
DNA-profielen en vingerafdrukken uitsluitend gekoppeld aan een
registratienummer (referentie) en niet te herleiden tot de identiteit
van de betrokken persoon. Zodra er een `match' is aangetroffen, moet
het land de bijbehorende persoonsgegevens via een rechtshulpverzoek
opvragen.
Toegang tot databases DNA-profielen
De landen sturen elkaar op dit moment al verzoeken om matching van
DNA-profielen en vingerafdrukken bij misdrijven, maar het matchen
gebeurt handmatig en de afhandeling duurt vaak lang. Het voordeel van
dit verdrag is dat Nederland en de VS via toegang tot elkaars databases
DNA-profielen en vingerafdrukken kunnen vergelijken, die in verband
worden gebracht met een misdrijf. Wanneer er een match wordt
aangetroffen, kan dit leiden tot een (snellere) oplossing van een
ernstig misdrijf. Het gaat dan bijvoorbeeld om situaties waarbij er in
Nederland een misdrijf is gepleegd en er een vermoeden bestaat dat de
onbekende verdachte ook in de Verenigde Staten actief is (geweest).
Wanneer het DNA-profiel of de vingerafdruk van deze verdachte ook
aanwezig is in de Amerikaanse databank, leidt dit tot een match en
vervolgens tot de identiteit van de verdachte. Tegen de verdachte kan
vervolgens een strafrechtelijke procedure worden gestart.
De verdragslanden bepalen zelf welke vingerafdrukken en DNA-profielen
in de Nederlandse databank worden opgenomen. In Nederland gaat het om
gegevens rond feiten die strafbaar zijn gesteld met een vrijheidsstraf
van vier jaar of meer. De raadpleging mag uitsluitend plaatsvinden in
individuele gevallen. De bevraging vindt plaats op basis van het hit/no
hit - systeem en mag uitsluitend worden uitgevoerd door daartoe
geautoriseerde ambtenaren.
Systeem levert in EU veel DNA-hits op
Binnen de Europese Unie werkt een aantal landen al succesvol met dit
systeem, dat is opgericht als uitwerking van het Verdrag van Prüm. Voor
Nederland heeft dit systeem inmiddels veel DNA-hits met de aangesloten
EU-lidstaten opgeleverd. Dat heeft bijgedragen aan de oplossing van een
aantal ernstige misdrijven.