Woonbond
19-11-2010
Nederlanders willen grote huursector
De Nederlandse bevolking wil in meerderheid kunnen kiezen tussen een
koopwoning en een huurwoning. Dat willen zowel huurders als kopers.
Voor drieëntachtig procent van de mensen zijn huren en kopen
gelijkwaardige woonvormen. 79 Procent is voor een grote brede
huursector, die niet alleen onderdak biedt aan de laagste inkomens. Dit
blijkt uit onderzoek van de Woonbond naar het imago van huren en kopen.
De uitkomsten ervan worden zaterdag bekend gemaakt op het 20 jarig
jubileumfeest van de bond.
Volgens de Woonbond geven de uitkomsten van het onderzoek aan dat er zo
snel mogelijk een eind moet worden gemaakt aan de ongelijke behandeling
van huren en kopen. `Er zijn geen argumenten om kopen te bevoordelen
boven huren', aldus Woonbonddirecteur Ronald Paping. `Niet op grond van
eventuele maatschappelijke voordelen van kopen ten opzichte van huren
of omgekeerd en evenmin op grond van de publieke opinie.'
De stelling wordt bevestigd door zowel het (opinie)onderzoek naar het
imago van huren en kopen dat de Woonbond heeft uitgevoerd in
samenwerking met ADV Market Research, als door een literatuurstudie
naar de bevindingen van eerder onderzoek over de voordelen van huren en
kopen. Zo wordt In de literatuurstudie ook de Commissie
Sociaal-Economische Deskundigen aangehaald, die onlangs tot de
conclusie kwam dat er nauwelijks redenen zijn om `vanuit het publieke
belang geredeneerd' koop te bevoordelen boven huur of omgekeerd.
De laatste decennia doet zich duidelijk een verschuiving voor in het
denken van de beleidsmakers, zonder dat daar rationele argumenten voor
zijn aan te geven, of dat de Nederlandse kiezer erom vraagt. En ook de
achterban van de drie grote partijen VVD, PvdA en PVV blijkt het in
grote meerderheid eens te zijn met de stelling dat mensen moeten kunnen
kiezen of ze in een koopwoning of in een huurwoning wonen.
Dat de overheid het kopen de laatste decennia sterk heeft gestimuleerd,
heeft volgens onderzoeker Gerard Jager een ideologische basis. Hij
wijst erop dat er twee ideologische stromingen zijn in het denken over
de positie van huren ten opzichte van kopen in de woningmarkt. In het
Angelsaksische model is de huurwoning vooral bedoeld om de laagste
inkomensgroepen te huisvesten, de sociaal zwakkeren. In het
Continentale model is er een grote huurmarkt waarbij de huurbescherming
onderdeel is van een groter systeem van sociale zekerheid, wat een
bepaald bestaansminimum moet garanderen.