Liberalisering postmarkt: Bpost blijft de facto monopolie behouden
klok 19 november 2010
De nieuwe wet die de regels bepaalt voor de vrijmaking van de
brievenpostmarkt vanaf 1 januari 2011, zorgt eerder voor een zekere
vorm van schijnliberalisering dan voor echt vrije concurrentie. Dat
verklaarde N-VA-volksvertegenwoordiger Bert Maertens op donderdag 18
november tijdens de bespreking van het wetsontwerp in de Kamer. Sommige
voorwaarden die de wet oplegt aan privéconcurrenten voor bpost, zijn
volgens de N-VA een te sterke beknotting van het vrije ondernemerschap.
Zo is het aanbieders van postdiensten bijvoorbeeld verboden om met
zelfstandige onderaannemers te werken. De N-VA zal de wet voorlopig
gedogen, maar wil ten laatste over twee jaar een grondige evaluatie.
De plenaire vergadering van de Kamer keurde het wetsontwerp tot
vrijmaking van de Belgische postmarkt vandaag goed. Van een volledige
liberalisering is volgens N-VA-kamerlid Bert Maertens echter geen
sprake. "Bpost zal het monopolie op brievenpost in de praktijk ook na 1
januari van volgend jaar blijven behouden. De wet legt de toekomstige
concurrenten van bpost immers zeer hoge voorwaarden op, waardoor zij
onvoldoende klanten en volumes zullen kunnen binnenhalen om rendabel te
zijn", stelt Maertens. Zo moeten privéaanbieders van postdiensten na 2
jaar minstens 2 keer per week post bedelen en moeten ze na 5 jaar
activiteit 80% van de adressen in elk van de drie gewesten in dit land
bedienen. Bovendien zijn ze verplicht om werknemers in te schakelen en
is er een verbod op onderaanneming.
Vooral die laatste voorwaarde roept bij de N-VA heel wat vragen op.
"Het gaat zeer ver als de overheid de privésector verbiedt om met
zelfstandige onderaannemers samen te werken. Het is een ernstige
beperking van het vrije ondernemerschap", vindt Bert Maertens. "Ik stel
overigens vast dat Open VLD, de partij van minister Van Quickenborne
die het wetsontwerp indiende, amper twee jaar geleden in de Kamer nog
pleitte tegen deze beperking. In tegenstelling tot de voorwaarden die
de partij met deze wet de privésector oplegt, zijn haar principes
blijkbaar nogal `soepel' te noemen."
De N-VA steunt de bedoeling van de regering om schijnzelfstandigheid in
de postmarkt aan te pakken. Alleen vindt de partij dat je dat moet doen
via het arbeidsrecht en met het opvoeren van de sociale inspectie, in
plaats van een verbod op onderaanneming in de nieuwe postwet in te
schrijven.
Taalgebruik
Bert Maertens vroeg tijdens de parlementaire bespreking ook aandacht
voor de naleving van de taalwetgeving. Dat aspect is nu niet opgenomen
als vergunningsvoorwaarde in het vrijgemaakte segment van de
brievenpost. "Wij willen immers garanderen dat een bestemmeling zijn
post in zijn taal krijgt. Karl-Heinz uit Bütgenbach moet zijn post
ontvangen van een postbode die Duits spreekt. Het kan ook niet dat de
postman van Marie-Claire uit Waver haar enkel in het Nederlands kan
helpen. Net zoals Steven uit Halle geen boodschap geeft aan een
postbediende die hem enkel in het Frans te woord kan staan", legt de
N-VA-volksvertegenwoordiger uit.
Deze (en andere) N-VA-verzuchtingen werden door de regeringsmeerderheid
echter niet gevolgd. Daarom diende de partij een amendement in om de
wet ten laatste binnen twee jaar grondig te evalueren. "We willen dan
op basis van objectieve gegevens bekijken of de pijnpunten in de wet
die wij hebben aangekaart ook realiteit geworden zijn. Als dat het
geval is, dan moet de wet zeker worden bijgestuurd. Ik ben tevreden dat
vrijwel alle partijen onze vraag hebben gesteund en de wetsevaluatie
alsnog is ingeschreven in de wet", besluit Bert Maertens.
Auteur(s):
Bert Maertens, Kamerlid
Contactinfo:
Annemie Nijs, Communicatieverantwoordelijke Kamerfractie N-VA
E-post: annemie nijs n-va be
Nieuw-Vlaamse Alliantie