Ingezonden persbericht


Cecily Brown is vrijdagmiddag 19 en zaterdag 20 november in Den Haag en beschikbaar voor interviews.

Cecily Brown

Based on a true story

20 november 2010 t/m 27 februari 2011

GEM, museum voor actuele kunst

Haar werk is een loflied op de schilderkunst. Grijs, rood, oranje; aardse kleuren in krachtige streken aangebracht op doeken in uiteenlopende formaten doen denken aan het abstract expressionisme van De Kooning. Het kenmerkt het nieuwe werk van de in New York woonachtige Cecily Brown (1969). Vielen in het verleden juist haar expliciet seksuele voorstellingen op, in haar recentere werk brengt zij de voorstelling steeds meer terug tot de essentie. Figuratie en abstractie wisselen elkaar af, versterken elkaar en zijn voor Brown niet twee afzonderlijke werelden, maar juist met elkaar verweven facetten van de schilderkunst. Het GEM, museum voor actuele kunst, toont deze winter de eerste solotentoonstelling van Cecily Brown in Nederland. In Amerika behoort zij al jaren tot de meest succesvolle kunstenaars van deze tijd. Haar werk is opgenomen in collecties als het Guggenheim Museum, het Whitney Museum of American Art in New York en Tate Modern in London.

Brown groeit op in Engeland als kind van schrijfster Shena Mackay en de bekende Britse kunstcriticus David Sylvester. Vooral haar vader speelt een belangrijke rol in haar liefde voor de beeldende kunst en haar ontwikkeling als kunstenaar door haar in contact te brengen met het werk van Francis Bacon en Picasso. Brown vindt inspiratie bij oude meesters als Rubens, Poussin of Titiaan, maar ook bij Bacon, De Kooning en Arshile Gorky. Met de eersten deelt ze haar liefde voor het menselijk lichaam, met de moderne meesters haar voorkeur voor grote doeken en expressieve stijl. In Engeland voelt ze zich na haar studie met haar intieme schilderkunst niet op haar plaats door het spektakel van de Young British Artists (onder andere Damien Hirst) die op dat moment toonaangevend zijn in de Britse kunstwereld. In 1996 verhuist ze daarom naar New York en daar blijkt ze juist doordat ze een buitenstaander is - jong, vrouw en buitenlands - snel succes te boeken in de door mannen beheerste cultuur van het abstract expressionisme. Waar het abstract expressionisme van Pollock en De Kooning macho en grof is, wordt het bij Brown sensueel en verfijnd.

Browns werk gaat over het kijken en is een loflied op de schilderkunst. Haar schilderijen tonen lichamen of landschappen die opgelost lijken te worden in een atmosferisch geheel van kleur en verf. In haar vroege schilderijen, toen ze nog veel opzienbarend naakt in confronterende posities schilderde, ging het niet alleen om het kijken naar een afbeelding, een verhaal, maar ook om het ongemakkelijke gevoel dat het beeld bij de toeschouwer op kon roepen. Het gevoel van voyeurisme; dat je iets ziet wat eigenlijk niet de bedoeling is. In de afgelopen jaren is Browns werk steeds abstracter geworden, waardoor het kijken een andere dimensie krijgt. Waar in het verleden de inhoud van het schilderij de kijker moest betrekken bij haar werk, probeert ze dit effect nu te bereiken door het schilderen zelf. Het gaat om het moment en de lichamelijkheid van het schilderen, de handeling. Het gaat om de schilderkunst waarbij kleur en verfstreek onafhankelijke beeldwerelden creëren waar in figuratieve suggesties aanwezig zijn. In het schilderij Based on a true story uit 2010 bijvoorbeeld is de voorstelling nauwelijks meer te herkennen. Het enige dat de toeschouwer kan onderscheiden is een gezicht van een vrouw die op haar rug ligt. Daaromheen is de wereld zo schetsmatig weergegeven, dat het niet meer gaat om wàt er is geschilderd, maar hóe dat is gedaan.

De tentoonstelling is tot stand gekomen in nauwe samenwerking met Kestnergesellschaft Hannover. Bij de tentoonstelling verschijnt een rijk geïllustreerde catalogus met bijdragen van Angus Cook en Kathrin Meyer (¤ 24,90).