Gemeente Rotterdam

bouwput metrostation rotterdam centraal waterdicht door vrieswand

17 november 2010 | Gemeentewerken | persbericht

Ingenieurs Gemeentewerken Rotterdam winnen Vreedenburghprijs

De grond bevriezen om de bouwput compleet waterdicht te maken, zodat het grondwater niet de bouwput in kan stromen. Deze innovatieve techniek pasten ingenieurs Geerhard Hannink en Vladimir Thumann toe bij de bouwput van het metrostation Rotterdam Centraal. Op vrijdag 19 november ontvangen Hannink en Thumann voor hun werk de Vreedenburghprijs, een prijs voor bijzondere prestaties op het gebied van civiele techniek.

Hannink en Thumann werken bij het Ingenieursbureau van Gemeentewerken Rotterdam en zijn beiden betrokken bij de bouw van het nieuwe ondergrondse metrostation Rotterdam Centraal. Het metrostation maakt deel uit van RandstadRail, de nieuwe lightrailverbinding tussen Rotterdam, Den Haag en Zoetermeer. Met vloeibare stikstof en pekel is een waterdichte ijswand gecreëerd die een deel van de bouwput van het metrostation drooghield. Door bijna honderd buizen in de grond te brengen en daar koelmiddel doorheen te laten lopen, raakte de grond bevroren, waardoor er geen water meer door kon.

De ijswand had een lengte van circa 50 meter, 2,5 meter dikte en 40 meter diepte. De ondergrondse waterdichte vrieswand kon de druk van de omliggende grond en het grondwater tot op grote diepte weerstaan. De wand heeft bijna twee jaar standgehouden. De vrieswand was zo vormgegeven dat het metroverkeer er tijdens de bouw gewoon doorheen kon rijden. De wand zorgde ervoor dat omliggende gebouwen, zoals het gebouw Delftse Poort, geen schade opliepen.

Deze vriestechniek is in Nederland nog niet eerder midden in de stad en op zo'n grote schaal toegepast. Rotterdam heeft de vriestechniek ook toegepast bij het maken van verbindingsgangen tussen de metrotunnels van RandstadRail. Het Ingenieursbureau heeft hierdoor veel kennis opgebouwd over het toepassen van de grondbevriezingstechniek bij complexe ondergrondse bouwvraagstukken.

De Vreedenburghprijs is vernoemd naar prof. ir. C.G.J. Vreedenburgh, tot 1966 hoogleraar aan de Faculteit Civiele Techniek aan de Technische Universiteit Delft.