Rijksoverheid


22 november 2010
Antwoord op schriftelijke vragen met kenmerk 2010Z13154

Hierbij bied ik u de antwoorden aan op de schriftelijke vragen die zijn gesteld door de leden Gesthuizen en Kooiman (beiden SP) over het steeds vaker opsluiten van alleenstaande minderjarige asielzoekers. Deze vragen werden ingezonden op 20 september 2010 met kenmerk 2010Z13154.

De minister voor Immigratie en Asiel,

G.B.M. Leers

Antwoorden van de minister voor Immigratie en Asiel op de vragen van de leden Gesthuizen en Kooiman (beiden SP) over het steeds vaker opsluiten van alleenstaande minderjarige asielzoekers (Ingezonden 20 september 2010).
1
Hoeveel alleenstaande minderjarige asielzoekers zitten er momenteel opgesloten en waarom gebeurt dit? 1) Deelt u de mening dat dit in strijd is met het Kinderrechtenverdrag en opvattingen van de Raad van Europa en de Verenigde Naties? Zo nee, waarop baseert u uw mening?
Antwoord 1
Op 1 september 2010 zaten er ongeveer 20 amv's in vreemdelingenbewaring. Artikel 37 van het Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK) bepaalt dat geen enkel kind onwettig of op grond van willekeur van zijn of haar vrijheid wordt beroofd. Verder vereist het Verdrag dat het inbewaringstellen van kinderen alleen als een ultimum remedium wordt toegepast voor een zo kort mogelijke duur. Bij de uitvoering van het vreemdelingenbeleid worden deze bepalingen van het IVRK in acht genomen. Waar mogelijk wordt in Nederland vrijheidsontneming van kinderen voorkomen en wordt gebruik gemaakt van alternatieve vormen van opvang of vrijheidsbeperking. Ten aanzien van amv's wordt het instrument van vreemdelingenbewaring alléén toegepast indien een lichter middel niet toereikend is.
Ik verwijs u naar de brief van de minister voor Jeugd en Gezin van 19 februari 2009 naar aanleiding van de behandeling door het VN!Kinderrechtencomité van Nederlandse rapportages (Tweede Kamer 2008!2009, 31 000, nr. 66). Voorzover u wat betreft de opvattingen van de Raad van Europa doelt op het rapport van de Mensenrechtencommissaris van de Raad van Europa, naar aanleiding van diens bezoek aan Nederland van 21!25 september 2008, verwijs ik u naar de Kabinetsreactie terzake van 27 april 2009, alsmede het daarop volgende verslag van een schriftelijk overleg van 31 mei 2010 (Tweede Kamer 2008!2009, 31700!V, nr. 95 en Tweede Kamer 2008!2009, 32123 V nr. 90).
2
Worden de lichamelijke en psychische gezondheidsklachten van deze jongeren niet juist versterkt door het opsluiten in een gevangenis? Zo ja, waarom gebeurt dit dan toch? Zo nee, waarop baseert u uw mening?
Antwoord 2
Nee. De amv's die in vreemdelingenbewaring zijn gesteld, verblijven in de Justitiële Jeugdinrichting (JJI) De Maasberg, die onderdeel uitmaakt van de Hunnerberg. JJI De Maasberg is speciaal voor deze doelgroep ingericht. Het personeel in De Maasberg is opgeleid om vanuit een pedagogische invalshoek met amv's te werken. Er wordt onderwijs verzorgd en er is aandacht voor vrijetijdsbesteding. Ook is er aandacht voor psychische en lichamelijke gezondheidsklachten bij amv's. Hiervoor is speciaal opgeleid personeel aanwezig.
4
Sluit u de jongeren op in de verwachting dat hier een afschrikwekkende werking van uit zal gaan? Zo ja, kunt u dit nader toelichten?

Antwoord vraag 4
Nee. Vreemdelingenbewaring wordt niet toegepast als middel om af te schrikken. Vrijheidsontneming wordt toegepast om te voorkomen dat vreemdelingen zich onttrekken aan het toezicht tijdens de voorbereiding van hun verwijdering uit Nederland. Vreemdelingenbewaring is een ultimum remedium en wordt alleen toegepast wanneer er geen lichtere middelen voorhanden zijn om hetzelfde doel te bereiken.
5
Hoeveel opgesloten minderjarige asielzoekers zijn (verdeeld naar vrijwillig, gedwongen, Dublin!claim) vanuit bewaring in 2009 en 2010 aantoonbaar teruggekeerd naar hun land van herkomst?
6
Hoeveel opgesloten minderjarige asielzoekers zijn na te zijn opgesloten weer in vrijheid gesteld en hoe is de nazorg geregeld voor deze alleenstaande minderjarige asielzoekers?
7
Van hoeveel van deze jongeren is u niet bekend wat er na vrijlating met hen is gebeurd? Wat vindt u daarvan?
Antwoord vragen 5, 6 en 7
Op grond van artikel 59 van de Vreemdelingenwet kunnen vreemdelingen zonder rechtmatig verblijf hebben met het oog op uitzetting uit Nederland in vreemdelingenbewaring worden gesteld. De geldigheid van de vrijheidsontnemende maatregel wordt periodiek door een onafhankelijke rechter getoetst. De maatregel wordt opgeheven in geval van aantoonbaar vertrek, indien er niet langer zicht is op uitzetting, of omdat er op basis van nieuwe feiten en omstandigheden in relatie tot de toelating rechtmatig verblijf onstaat.
In 2009 en 2010 zijn ongeveer 70 vreemdelingen vanuit vreemdelingenbewaring aantoonbaar uit Nederland vertrokken, waarvan ongeveer 10 vreemdelingen zelfstandig en ongeveer 60 vreemdelingen gedwongen. Ongeveer 50 van de gedwongen vertrekken zijn op grond van een effectuering van een Dublin!claim, de overige 10 amv's zijn gedwongen naar het land van herkomst teruggekeerd.
In ongeveer 80 gevallen is de vreemdelingbewaring op last van de rechter opgeheven omdat er niet langer zicht was op uitzetting. Het gaat hier in ongeveer 15 gevallen om vreemdelingen die 18 jaar of ouder waren ten tijde van de opheffing van de vreemdelingenbewaring.
In het geval dat de vreemdelingenbewaring wordt opgeheven op het moment dat een vreemdeling nog geen 18 jaar is, wordt de voogd hiervan in kennis gesteld. 8
Wat is uw oordeel over de effectiviteit en de risico's van het opsluiten van alleenstaande minderjarige asielzoekers?
9
Bent u bereid te stoppen met het opsluiten van alleenstaande minderjarige asielzoekers die niets hebben misdaan? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 8 en 9
Met name bij een kwetsbare groep als amv's acht ik het van belang om zo veel als mogelijk te volstaan met lichtere toezichtsinstrumenten dan bewaring. In verband met de herijking van het amv!beleid is toegezegd dat in combinatie met de implementatie van de beschermende maatregelen voor zogenaamde risico!amv's wordt onderzocht of het karakter van JJI De Maasberg kan worden aangepast en de voorzieningen een meer open karakter kunnen krijgen, zodat slechts sprake is van vrijheidsbeperking in plaats van vrijheidsontneming (Kamerstukken II, 2009/10, 27062, nr. 64 en 65). Ik zal uw Kamer informeren over de uitkomst zodra het onderzoek is afgerond.

1) NOS, 16 september 2010
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Spekman (PvdA), ingezonden 20 september (vraagnummer 2010Z13147)