Rijksoverheid
22 november 2010
Advies commissie Gabor over grazers in de Oostvaardersplassen
Geachte Voorzitter,
Hierbij bied ik u het advies aan van de commissie-Gabor over de evaluatie
van het beheer van de grote grazers in de Oostvaardersplassen (hierna:
de evaluatiecommissie). In eerdere brieven dit jaar bent u op de hoogte
gebracht van de stand van zaken van het beheer van de grote grazers in
de Oostvaardersplassen, de instelling van de evaluatiecommissie en de
vragen die aan de evaluatiecommissie zijn gesteld (5 november 2010,
NLP.2010-2971; 16 augustus 2010, 32123-XIV, nr. 218; 12 juli 2010,
32123-XIV, nr. 217; 18 mei 2010, 32123 XIV, nr. 205).
Het onderwerp van het beheer van grote grazers in de
Oostvaardersplassen is naar zijn aard complex en beladen en ik heb dan
ook veel waardering voor de grondige en deskundige wijze waarop de
evaluatiecommissie haar werk heeft verricht. De evaluatiecommissie heeft
advies uitgebracht over de voortgang in implementatie van het advies van
het International Committee on the Management of the
Oostvaardersplassen (ICMO-1; 2006), de ecologische aspecten van het
beheer, dierenwelzijnsvraagstukken bij het huidige beheer en het
toekomstig beheer.
Op basis van het advies van de evaluatiecommissie kom ik tot de
conclusie dat het huidige experimentele beheer in de
Oostvaardersplassen, waarbij zo veel mogelijk wordt afgezien van
menselijk ingrijpen om natuurlijke processen zo veel mogelijk de ruimte
te geven, niet langer kan worden voortgezet. Voor de langere termijn
streef ik naar een stabiel, degelijk en goed gereguleerd beheer. Ik heb
Staatsbosbeheer daarom gevraagd om voor 1 april 2011 op basis van de
adviezen en aanbevelingen van de evaluatiecommissie te komen met een
voorstel voor een nieuwe vorm van beheer voor de Oostvaardersplassen.
Daarbij komt er een extern adviescollege dat bindende adviezen gaat
geven over en gaat toezien op het beheer in de Oostvaardersplassen.
Om komende winter onnodig lijden van de grote grazers op grote schaal
te voorkomen, heb ik Staatsbosbeheer gevraagd om mij binnen twee
weken te informeren over de maatregelen die de evaluatiecommissie voor
de korte termijn voorstelt. Dit betreft in elk geval het voldoende
beschutting geven aan de dieren door het openstellen van aanpalende
(bos)percelen en het opwerpen van een 'stuwwal' in het gebied
waarachter de dieren kunnen schuilen. Ook zal Staatsbosbeheer mij
binnen die periode inzichtelijk moeten maken hoe een aangescherpt
protocol voor het eerder afschieten van dieren - rekening houdend met
de conditie van de dieren, de vooruitzichten dienaangaande en de
foerageermogelijkheden die in het gebied worden voorzien - vorm moet
worden gegeven.
Met bovengenoemde maatregelen voor de korte termijn zet ik er
maximaal op in te voorkomen dat in de komende winterperiode zich op
grote schaal onwenselijke situaties met betrekking tot de in het gebied
aanwezige grote grazers voordoen. Over de uitkomsten van de nadere
uitwerking van maatregelen op korte en (middel)lange termijn, zoals ik
hierboven heb aangegeven, zal ik uw Kamer informeren.
De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
dr. Henk Bleker